Een veelbelovende debuut over het 'weg eten' van emoties, afwezige vaders en de besparingslogica in de zorgsector
Ik moest al lachen vanaf de eerste zin ("Zo gaat het leven: je wordt het huis uit gegooid net wanneer je de was zou moeten doen.") en werd ondergedompeld in een melancholisch sfeertje vanaf de tweede. Zoals ik had verwacht, heeft dit boek de typische tristesse van een Vlaamse roman. Dat is niet slecht, integendeel. Het is tegelijk ook een heel universeel verhaal, over het 'weg eten' van emoties, over afwijzing door vaders, en over de besparingslogica in de zorgsector. Het portret dat Amarylis De Gryse van de zorgsector schetst is ongemeen hard, maar - helaas - ook realistisch.
Ik heb het te snel uitgelezen (op een halve dag), waardoor sommige beelden door mijn hoofd zijn blijven spoken 's nachts. Maar wat een beelden! En ook: geuren en smaken. Ik hoorde het sissen van de boter en het 'applaudiseren' van de uien. Ik rook de gesmolten boter en het gebraden vlees. Ik waste samen met het hoofdpersonage het rauwe gehakt van tussen mijn vingers. Sommige beelden kwamen heel erg binnen, zoals de wegdrijvende chocolade en wat het hoofdpersonage daar dan bij denkt.
Op het einde bleef ik wat op mijn honger zitten (spoiler alert: je krijgt écht honger van dit boek). Ik had Marieke graag nog wat beter leren kennen. Ik had haar de 'Vlaamsigheid' graag zien ontgroeien.
Maar kortom, een veelbelovend debuut! Ik kijk al uit naar het volgende boek van Amarylis De Gryse.