Een inventaris van een onvoltooid verleden
Lucienne Stassaert (Antwerpen, 1936) is een bijzonder getalenteerde, kunstenares, schrijfster ,vertaalster en pianiste al vermeldt ze dat laatste zelf niet altijd direct. Toch is muziek een belangrijk onderdeel van haar leven en werk en dat valt dan ook duidelijk op te merken in haar literair en beeldend werk. Eerder gaf ze al Als later dan nog bestaat, Keerpunt, Drempeltijd en Nabloei uit. Ze maakte geprezen vertalingen van Dickinson, Plath en Hadewijch. Haar picturaal oeuvre werd in 2012 beschreven door Roger de Neef in Meervoud van blauw. In 2016 bracht ze Zangvlucht uit (Uitgeverij P). In het eerste deel van Souvenirs uit 2014 blikte de schrijfster terug naar wat was, het verleden, en analyseerde ze wat is, heden. De terugblik begint uitermate geladen en zoals ze zelf schrijft, graaft ze in het verleden van het jonge meisje, met een pen die een spade werd en vandaag finaal een mes om de rouw weg te snijden. De auteur wist je echt heel dicht bij haar aantekeningen en souvenirs te betrekken. Alles in haar leven, ook de kleinste dingen ademen kunst en een hele gallerij van namen uit de artistieke wereld van Munch, Jan de Roek, Plath, Dickinson, Andrée Chedid, Woolf, Duras enz. duiken tussen de woorden van dit zéér knap geschreven boek dat de lezer soms doet herlezen, omdat de dingen zo mooi geformuleerd werden. De obsessies van het verleden, het schrijven en schilderen, blijven als een immer aanwezig melodietje door haar werk dansen. In Souvenirs II komt het bitterzoete verleden dat haar vormde tot wie ze nu is, uitgebreid terug in beeld. Enkele vaste waarden uit Souvenirs keren hierin terug: de innige vriendschap met haar kat, beschrijvingen van dromen en de liefde voor de kunsten. De boeken-en kunstliefhebber zal er genoegen in scheppen door haar blik mee te lezen en te kijken. Meer nog dan in deel I verkent ze, onder meer via de moederfiguur, de moeilijke band tussen het onvoltooide verleden en het heden. Daarom last ze ook het ongepubliceerde kortverhaal De pruik in, dat ze schreef in de toon van een 'in memoriam' als een late ode aan haar moeder. En nu is er Souvenirs III, waarin ze heden en verleden weer zo mooi in mekaar weet te verweven dat er een intens doorleefd proza uit ontstaat. De blik van de auteur reikt, draait rond in haar eigen ik, graaft in de wereld rondom haar, die weinig grenzen kent buiten haat en onverdraagzaamheid. Ze is niet te trots om een mea culpa te slaan tegenover haar kinderen, of tegenover vrienden. Het delen van intimiteit, dat zo bewonderenswaardig aanwezig was in de twee vorige delen van Souvenirs is ook nu weer tastbaar aanwezig. Alles in deze egodocumenten ademt kunst in woord, klank en beeld. Doordachte beschrijvingen van de poëzie van Elisabeth Bishop en Hans Mirck, het leven van de Poolse schrijfster Stanislawa Przybyszewska, , tentoonstellingen, muziek van Victor-Julien Laferrière alles wordt in deze aantekeningen beeldend en tekenenend voor aanwezig zijn in het nu én in het verleden. De passies van het verleden: muziek, het schrijven en schilderen, blijven een bron van creativiteit en worden voortgezet in het heden en zij tonen ook in deze aflevering Souvenirs de veelzijdige kunstenares die ook gretig de kunst van anderen tot zich neemt. Deze Souvenirs eindigt met een heruitgave van De jonkvrouw met de spade. Deze experimentele maar wel sprankelende teksten dateren van 1964 en verschenen toen in een privé-uitgave van de schrijfster. Even een mooie zin hieruit:' middernacht /rek ik de kat uit die hij niet heeft gevoeld niet heeft bemind en met flitsoog ironies registreert'. Ook nu heeft Lucienne Stassaert zoals ze het zelf uitdrukt in Souvenirs: 'geprobeerd om zonder zelfmedelijden een inventaris op te stellen van een onvoltooid verleden'.