Een duveltje uit een doosje
" We waren de schrik van alle meisjes dankzij de sluwheid van Rahmatallah; ze leerde me op te komen voor mezelf, en met gelijke munt te betalen."
Rachida Ahali (°1972) werd geboren in Tanger, maar verhuisde op vierjarige leeftijd naar Antwerpen. In de jaren negentig begon ze te werken als stafmedewerkster voor de meisjes-en vrouwenwerking Ed Dayera - De Ronde in Oud-Borgerhout. Nadat de subsidies daarvoor werden ingetrokken, bleef ze niet bij de pakken zitten en werd ze de voorzitster van de net opgerichte vrouwenvereniging El Moustaqbal – De Toekomst. Daarna trok ze naar Deurne, waar ze aan de slag ging bij het Lokaal Integratiecentrum en ze zich verdiepte in sociale artistieke projecten. Begin 2001 begon ze als buurtwerkster voor het Regionaal Instituut voor Samenlevingsopbouw. Haar passie voor literatuur en koken zette ze in 2011 om in haar eerste boek Vrijdag Couscousdag. Ze geeft daarnaast geregeld workshops mediterraan, Marokkaans en Jordaans koken. Ook is ze een van de vele chefs van VTM, waar ze eveneens de liefde voor de keuken van haar thuisland probeert over te brengen. Haar romandebuut Rahmatallah is bekroond met de El Hizjra Prijs voor proza. In Rahmatallah wordt de lezer meegevoerd met nostalgie maar ook met humor naar een andere tijd en ruimte. We kijken door de ogen van de ik-persoon als jong meisje naar de wereld van haar jeugd. Het dakterras waar ze speelt, de buren en familie die komen en gaan, de hamam waar ze met haar moeder naartoe gaat, haar vader die pakjes stuurt vanuit het buitenland, de niet begrepen erotische handelingen en niet te vergeten haar vriendin Rahmatallah, met wie ze de wereld om zich heen verkent. Rahmatallah verzon de mooiste verhalen,de leukste spelen.Op de zeballa (een openbare stortplaats) lag zoveel om mee te spelen:blikjes van sardines en tonijn, lege olieflessen, restjes stof van de naaisters, allerlei soorten deksels en zoveel meer. Alles wat ze vonden, wasten ze af en werd gerecupereerd als 'kostbaar' materiaal om te gebruiken bij droomspelletjes. De ik - persoon stelt Rahmatallah voor als een durfal, een duveltje uit een doosje dat niet met zich liet sollen. Ze was ook iemand die opkwam voor haar vriendin en ook haar leerde om zich weerbaar op te stellen. De auteur maakt van Rahmatallah een prachtig personage dat ook letterlijk met alles muziek kon maken, zelfs met haar achterste. De scène van het naakte kontje in het trappenhuisje dat het ritme van een Spaans liedje nog meer opdweept is meesterlijk. De verhouding tussen de twee meisjes mag heel warm zijn, deze tussen de moeder van haar vader en haar eigen moeder is dat helemaal. Haar vader die in het buitenland werkt en woont is de lieveling van de dorpsvrouwen. Op één vrouw kan hij echter geen greep krijgen en dat is op zijn eigen moeder die zijn vrouw terroriseert en zelfs voor onenigheid tussen de echtlieden zorgt. Het moeilijke gedrag van zijn moeder is er ook waarschijnlijk de grootste oorzaak van zijn besluit om zijn gezin ook naar het buitenland te laten overkomen. Rahmatallah is een schitterende roman over opgroeien, vallen en opstaan, liefde en vriendschap. Rachida Ahali beschikt over het grote talent om alles zo beeldend te beschrijven dat je als lezer de Noord - Afrikaanse kleuren ziet, de geuren van een dorp in zinderende warmte ruikt en de evenementen van de seizoenen beleeft. Een mooi gedragen boek met een prachtige omslag die dankzij de foto van Laila Ben Allal en de vormgeving van Evelien Gilis zeer aanlokkelijk oogt. De auteur draagt het boek op aan haar grootmoeders, die ze vijandinnen van de moderne tijd noemt. Wel dank zij de vlotte pen van een moderne kleindochter mogen ze toch schitteren in een dijk van een boek.
Synopsis
Twee tienermeisjes beleven allerlei avonturen in hun geboorteland Marokko.