Een heuse verhalenconstellatie die veel concentratie vergt
De boeken van de Belgische auteur Peter Terrin staan tot hier toe vooral bekend om hun unheimische, beklemmende aard en strak gecomponeerde stijl. Is dat met zijn nieuwste roman De gebeurtenis ook zo? Om eens met een conclusie in huis te vallen: je slaat het boek niet direct met een voldaan gevoel toe aan het einde, wel mijmerend. Maar opnieuw had het mij ‘te pakken’.
Het boek is een mozaïekvertelling, over veel verschillende personages die allemaal op een of andere manier met elkaar verbonden zijn. Een raamvertelling met allemaal verschillende scènes waarvan je mee getuige mag zijn, en waarin personages ronddwalen die langzaamaan in hun doen en laten worden geschetst, vooral ook al hun eigen gedachten en motieven.
De personages die voornamelijk de lijm zijn in het boek en het frame verzorgen, zijn Juliette en Willem. Juliette is een typiste die verliefd werd op de oudere auteur Willem die net gestorven is. Juliette heeft alle gedicteerde aantekeningen over zijn romans, en een memory stick volgens zijn testament overgeërfd, ofschoon Femke, zijn jonge weduwe en voormalige maîtresse dit echter aanvecht. Op basis daarvan én op een vroegtijdig afgebroken experiment met een ‘iHead’ waarin men probeerde Willem verder te laten leven, probeert ze zijn laatst gedicteerde ideeën in een laatste roman onder zijn naam af te werken. Die uitdaging nam ze aan om zo lang mogelijk zo dicht mogelijk bij hem te blijven.
Die ‘roman in de roman’ gaat over de oudere kunstenaar Michel en zijn jonge liefde, Frouke, terwijl zijn vrouw Anna aan het bed gekluisterd is en in een toestand van afasie aan het afglijden is. Het is een verhaal dat vele gelijkenissen toont met het eigen verhaal van Willem, waarmee diens weduwe Femke zich dan ook niet kan verzoenen. Het verhaal van Frouke en Michel bevat een dramatisch keerpunt waardoor alles toch weer anders wordt. Toch verstrijkt zo ook de tijd voor hen, net als voor een heel aantal andere personages die allemaal aan bod komen in de tien hoofdstukken van het boek.
Peter Terrin laat Willem refereren naar de Nobelprijswinnaar Olga Tocarczuk over de vorm van zijn roman en tegelijkertijd zijn eigen boek dat je in handen hebt: “Het is onmogelijk om een consistent, rechtlijnig verloop van oorzaak-gevolg in een verhaal op te bouwen. Op zijn best is dat een benadering van onze ervaring. In de plaats daarvan is het nodig om een geheel samen te stellen uit verschillende deeltjes, die allemaal wijzen op verbondenheid. Constellatie, niet opeenvolging, draagt de waarheid in zich.’
Daarnaast laat hij de lezer in een spiegel kijken, door het personage Kurt dat een boek aan het lezen is en hij het volgende laat zeggen: “Denkend aan de roman en aan het onwaarschijnlijke dat hem de voorbije dagen is overkomen, krijgt hij het gevoel zelf in een boek te leven.” Zo maakt Terrin het deze lezer natuurlijk weer een tikkeltje te benauwend. Bedankt hé!
Er zijn nog meerdere andere cultuurreferenties te vinden in het boek voor de liefhebbers, en die zo nog laagjes toevoegen.
Terrin wisselt zijn constructie af met gezichtspunten, perspectieven, sprongen in de tijd, personages die in het ene stuk werkelijk lijken en in het andere hoofdstuk fictieve figuren. Een actieve rol is dan ook voor de lezer weggelegd die al deze puzzelstukjes allemaal in elkaar moet leggen. Maar zelfs als dit niet volledig lukt, is er aan het slot één ding duidelijk: dat alles over liefde gaat, ook in het leven van eenzame personen die ze trachten te vinden, net gevonden of net verloren hebben. De suggestieve stijl en de verschillende “tranches de vie” houden de complexe constellatie van dit boek weer moeiteloos overeind.
Synopsis
De assistente van een hoogbejaarde schrijver erft zijn ultieme, onthullende dictaten; de weduwe vecht het testament aan.