Zinnen als pralines - uit "Schipperen" van Anne Meerbergen

17 juli 2023

Door Annika Cannaerts

In deze rubriek deel ik versregels uit gedichten die me bijblijven. Woorden die niet meteen verdampen, maar waar je langzaam van wil proeven, zoals van een bijzonder lekkere praline. En waarvan je er dan nog één wil nemen. En nog één.

Alle pralines komen uit het bijzondere gesmaakte ‘Schipperen’, de laatste dichtbundel van Anne Meerbergen. Ik was bij de boekpresentatie en schreef een kort verslag.

‘je baadde in de zee, de zee in jou / je haalde diep adem, maar het hielp niet / nog wil je ergens anders zijn’

‘heimwee reisde op schouders mee’

‘het geluid stond stil en ik / raakte niet vooruit’

‘vroeger is tussen gekartelde randen’

‘zijn handschrift, een landschap / met tegenwind’

‘ik was moe van vroeger / trok een streep en ontbond / mijn verlies, de jaren van spijt en mist’

‘ik nam avocado’s en vroeg me af / wat is het gewicht van liefde’

‘ik hield mijn hart vast / maar het hielp niet’

‘laat ons afspreken aan de rand / van gestamelde woorden’

‘in lakens gewikkeld gulzig / geluk van huid en navel’

‘als het kraakt in mij / ik in mijn huid verkleum / kom dan’

‘de nacht ombuigen / tussen duim en wijsvinger’

‘je slaapt, onder mijn vingers / vertrouwde huis, wij’ (…) ‘je raakt me met gesloten ogen’

_______________________________________________________________________________

Boekpresentatie bundel "Schipperen"

De geboorte van een nieuwe gedichtenbundel is altijd een bijzonder, bijna sacraal moment en als de presentatie dan ook nog in de mooie Sint-Jozefskapel plaatsvindt, begeleid door de overweldigende cellomuziek van Indra Persoons, dan zijn we alweer heel blij dat we daarbij mochten zijn.

Ik heb echt een zwak voor mensen met mooie stemmen die de voordrachtkunst goed onder de knie hebben. Die waren vanavond in tweevoud aanwezig om de gedichten van Anne Meerbergen te brengen: Michaël Vandebril (van Antwerpen Boekenstad) en Hilde Keteleer. Puur genot voor het oor was dat.

Anne vertelde het publiek over de originele ontstaansgeschiedenis van de bundel Schipperen. Haar ex-man was Kapitein ter lange omvaart en toen ze 20 jaar was, is ze letterlijk met hem in het huwelijksbootje gestapt, in een olietanker. De huwelijksreis ging naar de Perzische golf en vier jaar lang zou haar wereld bestaan uit petroleumgeur, de geluiden van de laad- en losinstallaties en vooral heel veel water.

In haar nieuwe bundel heeft ze het niet alleen over het leven op zee, ook vader- en liefdesgedichten vonden er hun onderkomen. Bij de verschillende thema’s werd ze telkens een andere persoon. Zo werd ze terug het kleine meisje als ze de gedichten over haar vader schreef. Bij de zeegedichten werd haar wereld dan weer heel groot en waterachtig. Toen ze de liefdesgedichten schreef, werd ze terug een beetje verliefd. Ja, zoiets doet poëzie met een mens.

Hilde Keteleer merkte verder op dat de titels van al haar bundels gelaagd zijn en veel oproepen: Schipperen, Aanmoederen, Aanmonsteren. Anne zei dat dat precies is wat poëzie voor haar betekent: net die ruimte laten voor interpretatie, want dichten is zoveel meer dan iets benoemen. Het gaat juist over alles wat er tussen ligt.

Ook de vorm van haar gedichten is opvallend. Allemaal bestaan ze uit sobere, tweeregelige strofen die eindigen met één versregel. Komt die vorm spontaan of zoekt ze die bewust op? Anne Meerbergen is een intuïtieve schrijver en haar gedichten ontstaan spontaan. Ze komen haar vaak ‘aangewaaid’. Maar omdat de inhoud niet altijd even vrolijk is, wil ze wat lucht en ademruimte geven in de strofebouw, dat maakt alles luchtiger. Die regel helemaal alleen aan het einde van het gedicht heeft het effect dat er meer aandacht gaat naar die eenzame en veelzeggende versregel, zo staat de lezer er even bij stil.

De sobere vorm past ook goed bij haar uitgepuurde stijl. Ze schrapt veel en elke zin die niet precies klopt met hoe ze het aanvoelt, vliegt buiten.

Hilde vroeg zich nog af of Annes gedichten evolueren naar nog meer verdichting. Anne beaamde dat: ze wil steeds meer tot de essentie komen. Elk woord telt voor haar. Ze denkt heel lang na over ieder woord, en twijfelen doet ze nog meer.

Op het einde overhandigde Leo Peeraer van uitgeverij P, naar goede gewoonte, het allereerste exemplaar van deze mooie uitgave aan de maker, Anne Meerbergen. Dan was het tijd om het glas te heffen en te klinken op deze nieuwe oogst en de zwoele zomeravond.

In haar derde bundel Schipperen waagt Anne Meerbergen zich nogmaals aan zeegedichten. Als jonge vrouw voer ze een aantal jaren mee op een olietanker en ontdekte zo de verschillende gedaantes van de zee. In deze bundel vraagt ze zich ook af wat het gewicht van liefde is.

In haar debuut Aanmoederen dicht ze eerlijk over moeders die men maar niet kan vergeten en moeders die men zou willen vergeten. In haar tweede bundel Zeezuchten schreef ze gedichten over de zee bij de indrukwekkende foto’s van Eddy Verloes. Ze werkte reeds samen met beeldende kunstenaars Raphaël De Bois en Paul J. J. Michiels. Ze won de eerste prijs van de poëziewedstrijd van Brasschaat ‘Dichter in beeld’ en publiceert poëzie in tijdschriften en diverse publicaties.

http://www.uitgeverijp.be/product/schipperen/

Lees hier ook het interview met Anne Meerbergen

Schipperen cover

Ons lievelingsgedicht:

p. 34 (zonder titel):


laat ons afspreken aan de rand

van gestamelde woorden

ingehouden adem en handen

op de tast zwijgen

samen blijven

met een lichte blos

ik breng iets mee

zoete kersen en misschien

mijn koude voeten


Anne Meerbergen