Literaire organisatie in de kijker: Pen Vlaanderen

25 april 2025

Door Nathalie Brouwers

Drie mei is de Internationale Dag van de Persvrijheid. PEN International zet zich wereldwijd in voor vrije meningsuiting, vrede en internationale verstandhouding. De organisatie komt op voor auteurs en journalisten die bedreigd, vervolgd, opgesloten of berecht worden omwille van wat ze schreven en gelooft in literatuur als intercultureel bindmiddel. Het letterwoord PEN staat voor “Poets, playwrights, Essayists, editors & Novelists’.

Naast auteur is Ellen van Pelt de coördinator van de Vlaamse tak, PEN Vlaanderen, die vanuit Antwerpen werkt. Hoe zet deze organisatie haar missie om in haar activiteiten hier?

Sinds wanneer bestaat PEN Vlaanderen?

Onze moederorganisatie PEN International werd opgericht in 1921 in Londen, vanuit het idee dat we door literatuur verbondenheid konden creëren om een nieuwe oorlog te vermijden. PEN Vlaanderen was een van de eerste lokale centra en werd opgericht in 1922.

PEN organiseert in samenwerking met literaire en andere organisaties lezingen met auteurs die gevlucht zijn en al dan niet in ballingschap leven. Hoe kom je met deze auteurs in contact?

PEN Vlaanderen tracht al sinds jaren om schrijvers in ballingschap die in Vlaanderen leven te ondersteunen. Sinds juni zijn we gestart met het project PEN-auteurs waarbij we vijf gevluchte auteurs koppelen aan twee mentoren, schrijvers van hier. Deze PEN-auteurs vinden ons zelf, of komen met ons in contact via hun begeleiders in het asielcentrum, via Atlas (begeleidende organisatie voor nieuwkomers in de stad Antwerpen voor hun integratie en inburgering), via Encora waar ze vaak lessen Nederlands volgen,… Ook geven de lokale PEN-centra namen aan elkaar door. Een van onze PEN-auteurs kwam met ons in contact nadat hij beroep had gedaan op het PEN Emergency Fund, een fonds dat eenmalig financiële ondersteuning geeft aan auteurs in acute nood.

Jullie PEN-flat verwelkomt al een tijdje auteurs voor een (uitwisselings)verblijf hier. Sinds wanneer is de PEN-flat actief, en hoe vind je de auteurs die dan naar hier komen?

De PEN-flat bestaat sinds 2002 en maakt deel uit van ICORN (International Cities of Refuge Network), een netwerk dat bestaat voor gevluchte schrijvers en artiesten. ICORN selecteert voor ons gevluchte schrijvers die dan voor een half jaar tot een jaar naar onze flat komen. Rond de flat is er een team van bevlogen vrijwilligers die met de flatgast de stad in trekken, etentjes organiseren, naar voorstellingen gaan of een koffie gaan drinken. Geïnteresseerden die hieraan willen meewerken, kunnen steeds iets laten weten op het e-mailadres ellen@penvlaanderen.be.

Hoe nauw sta je in contact met deze schrijvers? Hoe sterk raak je betrokken bij hun verhaal, probeer je toch een bepaalde afstand te behouden?

Onze flatgasten hebben allen een zware rugzak. Ze zijn hun thuisland moeten ontvluchten omwille van wat ze schreven. Dit zorgt vaak ook voor familiale drama’s. Sommigen van hen hebben een tijd in de gevangenis gezeten of zijn gefolterd. Ze zijn getekend door trauma’s. Het is als schrijver ook bijzonder moeilijk om buiten je moedertaal je literaire carrière verder te zetten. Met onze meeste gasten staan we in nauw contact, maar dat verschilt erg per schrijver. Er zijn er al geweest die bijna dagelijks nood hadden aan een gesprek met een van onze vrijwilligers, maar ook schrijvers die zich liefst vooral op het schrijven wilden toeleggen en waarmee we slechts om de twee weken contact hadden. De verhalen die ze te horen krijgen, wegen vaak op onze vrijwilligers. Daarom proberen we om regelmatig met het flatteam samen te komen.

Heel wat van deze auteurs zullen onbekend zijn bij ons. Lukt het om hen hier te introduceren?

Het is niet eenvoudig om hen hier te introduceren, omdat hun namen vreemd klinken. In eigen land zijn ze soms gevierde auteurs maar hier kent niemand hen. De mentoren die ik hierboven al vermeldde, proberen daarbij te helpen. We investeren ook in proefvertalingen van hun werk, zodat Nederlandstalige uitgeverijen en Vlaamse lezers hun stemmen kunnen leren kennen.

Daarnaast vragen we ook aandacht voor gevangen schrijvers. Dit doen we met een Lege Stoel op tal van literaire podia. Daarvoor zijn onze PEN-ambassadeurs van grote waarde. Erik Vlaminck, Annemie Struyf, Lize Spit, Aya Sabi en David Van Reybrouck nemen een Lege Stoel mee op hun lezingen en bereiken zo een groot publiek voor ons.

Hoe hard beïnvloedt de actualiteit PEN Vlaanderen? Of is het ook PEN die onbelichte of minder belichte conflicten en mensenrechtenschendingen naar voren probeert te brengen?

De actualiteit beïnvloedt ons werk altijd. Daarom vragen we aan onze subsidiegever ook altijd de nodige witruimte in ons beleidsplan, zodat we daarop kunnen inspelen. We zien het ook als onze plicht om onderbelichte situaties onder de aandacht te brengen, zoals bijvoorbeeld de situatie van de Oeigoeren. Zij zijn een minderheid in China, die daar wordt opgesloten in kampen. Een van onze ereleden, de Oeigoerse schrijver Perhat Tursun, verdween in zo’n kamp.

Heeft je werk voor PEN Vlaanderen je ook anders naar je eigen schrijverschap doen kijken?

Mijn werk voor PEN doet me eens te meer beseffen wat een luxepositie we als schrijver in Vlaanderen hebben. Die luxepositie betekent voor mij ook dat ik het mijn plicht vind om te ijveren voor zij die dat geluk niet hebben. Dankzij PEN heb ik heel wat bijzondere schrijvers leren kennen uit landen overal ter wereld. Hoewel zij vaak uit heel andere en moeilijkere situaties komen dan ikzelf, valt het me altijd op in onze gesprekken dat we elkaar als schrijvers snel begrijpen. Zij worstelen vaak ook met dezelfde dingen als ik: hoe maak ik schrijftijd vrij? Welke vertelvorm heeft mijn verhaal nodig?

Welke boeken kan je zelf aanraden van auteurs en journalisten die je via PEN hebt leren kennen?

We hebben op onze PEN website een boekenkast, eigenlijk alle boeken daarin zijn aanraders. Onlangs heb ik erg genoten van ‘Ik wens mijn huis as’ van Daria Serenko. Het is belangrijk dat we ook de Russische tegenstemmen steunen en bovendien is dit echt een prachtig boek.

Een van de auteurs die nu in de PEN-flat verblijven, is de Palestijnse schrijfster uit Gaza, Sahar Mousa. Op 30 maart was ze aanwezig op het tweejarige internationale Passa Porta-festival in Brussel.

Kan je ons wat meer over jezelf vertellen? Welke weg heb je tot nu toe gevolgd?

Ik heb in Gaza gewoond tot ik 24 was. Toen schreef ik politieke artikels en poëzie. Ik werkte ook voor een literair magazine, getiteld “28”, in een bestuursfunctie, volledig vrijwillig. Het cijfer 28 staat trouwens voor het aantal letters in het Arabisch. Begin 2016 werden er bedreigingen geuit naar ons, een groep schrijvers waar ik deel van uitmaakte. Toen besloot ik te vluchten, eerst naar Egypte waar ik twee jaar gewoond heb. En in 2018 ben ik dankzij ICORN en op uitnodiging van de Zweedse PEN-tak in Stockholm beland. Nu ben ik sinds maart tot augustus op uitwisseling hier in Antwerpen.

Pen Sahar

Je was uitgenodigd op het internationale Passa Porta-festival in Brussel om daar te komen spreken. Hoe was dat voor jou?

Het was een geweldige ervaring. Voor mij was het een gelegenheid om te spreken over wat er nu gebeurt in Gaza. Het was de eerste keer dat ik dat in het openbaar deed. Nu voelde ik dat ik de stem moest vertolken van wie nu in Gaza leeft en wat er nu aan het gebeuren is. Ghayath Almadhoun [een Syrisch-Palestijnse dichter] en ik werden geïnterviewd door Öznur Karaca [een Belgisch-Turkse schrijfster]. We spraken over literatuur, over hoe onze situatie ons werk als schrijver beïnvloedt, en over de toestand in Gaza nu.

Ook in Zweden deed ik dat nog niet want het waren twee zware jaren in het begin, en ik kon dat nog niet. In Brussel had ik die moed eindelijk wel opgebouwd. Ik ben bij het uitbreken van de oorlog in Gaza drie maanden met een heel diverse groep mensen van overal in hongerstaking gegaan in Zweden, niet alleen Palestijnen. Ik kon toen wegens mijn gezondheid niet werken of mobiel zijn. De enige manier om toen verslag te doen van wat er in Gaza gebeurde, was online en dat deed ik dan ook. Ik probeerde een brugpersoon te zijn: hulp zoeken en bieden aan mijn familie en vrienden die daar wonen, en vertellen over de situatie in Gaza naar buiten toe, om al die stemmen te vertegenwoordigen.

Je schreef journalistieke stukken en poëzie toen je in Gaza woonde. Hoe lang ben je daar mee verder gegaan?

Ik ben gestopt met het schrijven over andere zaken toen de oorlog begon, en gebruikte toen mijn journalistieke ervaring om over de situatie nu te berichten. Ik kon over niets anders schrijven sindsdien, ook omdat ik steeds het gevoel heb dat ik de vele stemmen uit Gaza moet vertegenwoordigen en moet vertellen over het vele lijden. De oorlog heeft mij overmeesterd en ik heb het gevoel dat mijn stem niet meer van mezelf is. Ik voel alsof ik mezelf verloren heb door de hele toestand. Het persoonlijke gesprek is meestal verdwenen.

Is dat zo omdat je er zelf altijd over wilt praten, of ook omdat anderen zoals ik nu, er telkens naar vragen?

Dat komt van beide kanten. Ik voel dat ikzelf niet anders kan dan het erover te hebben, en ook omdat mensen ernaar vragen. Mensen zien jou als een vertegenwoordiger, en ik voel mij verantwoordelijk. Mijn hele familie woont daar. Het is een existentiële zaak. Er is een macht die Gaza en de Gazanen aan het uitwissen is. Alles wat ik ken uit mijn verleden, is aan het verdwijnen en het voelt alsof mijn identiteit wordt aangevallen.
Palestijnen worden ook erg geëngageerd en politiek groot gebracht. Het is iets in onze persoonlijkheid omdat we gedurende heel ons leven al strijd hebben gevoerd, en dit ook nog lang zo zal blijven.

Hoe ben je met schrijven gestart?

Ik heb altijd geschreven tijdens mijn schooltijd, en tijdens mijn hogere studies ben ik daarin volwassener geworden. Ik had dan mijn werk voor het literaire tijdschrift “28” dat ik volledig vrijwillig deed. Onze groep draaide zelf op voor de kosten van het tijdschrift en mijn job was om de fondsenwerving te doen om te kunnen blijven functioneren. Het tijdschrift is nog steeds actief en dat is een mooi succes. De periode dat ik in Egypte zat, was op financieel vlak erg moeilijk maar tegelijkertijd ook heel rijk voor mij. Gaza is geïsoleerd en je bent er op jezelf teruggeworpen. Je wereld is er heel klein. In Caïro is mijn wereld open gegaan en kon ik blijven schrijven. Ik ben verliefd geraakt op Caïro. Het was een moeilijke tijd maar ik kijk er met nostalgie op terug. Ik was vroeger steeds aan het lezen en ik had dromen en verwachtingen van hoe het leven eruit zou zien. In Egypte ben ik in het werkelijke leven gegooid en heb ik zelfstandig leren leven zonder de controle van mijn familie. Ik denk wel dat ik Egypte vandaag niet meer zou herkennen. De situatie is er weer helemaal anders en ook veel moeilijker geworden.

Probeer je hier in Antwerpen meer te schrijven? Heb je de stad al wat leren kennen?

Ik probeer hier meer te focussen op het schrijven inderdaad. En de vrijwilligers van de PEN-flat hebben me al wat rondgeleid en dingen getoond. Ik ben gebiologeerd door Antwerpen, ik vind dat Antwerpen een identiteit uitstraalt. Zelfs de gebouwen hier schijnen dit uit. Hier staan veel oude gebouwen uit verschillende periodes die een verhaal hebben.

In Gaza is er niets meer. Ik heb de vernietiging die er plaats vond, altijd gehaat. Er zijn altijd nieuwe gebouwen gezet. Gaza moe(s)t altijd nieuw opgebouwd worden, en opnieuw en opnieuw, na iedere verwoesting. Je hebt er niets meer wat overblijft van de geschiedenis. Dan heb je ook geen verhalen meer. Antwerpen is een stad die al heel lang bestaat, en er is best nog heel wat van overgebleven om te tonen.

Voor mij is Palestina ook altijd meer een idee geweest van een thuisland dan dat het een echt thuisland is. Palestina is al heel lang en voor heel veel generaties geen leefbaar thuisland meer waar je in vrede kan leven en vooruitgaan.

Gaat Palestina dat ooit kunnen zijn volgens jou?

We hebben alleen maar de hoop dat het dat ooit zal worden. En dat het geen tijdelijk onderkomen blijft. We zullen het streven naar dat thuisland altijd in ons bewustzijn hebben.

Ellen: ICORN heeft de ervaring dat de auteurs en journalisten die aankomen in hun gaststad overdonderd zijn. Net zoals andere nieuwkomers moeten zij integreren, een nieuwe taal leren, een huis, een job vinden en een nieuwe levenswijze. En daarnaast hebben ze elk een zware rugzak te dragen. Dat is erg veel voor hen. Zo kunnen ze niet altijd ontspannen en opnieuw aan schrijven toekomen. In onze PEN-flat verwelkomen we auteurs om hen uit hun dagelijkse stresserende leven te halen zodat ze zich hier meer kunnen focussen op het schrijven zelf.

Sahar: Ik moest aantonen dat ik zelf in mijn levensonderhoud kon voorzien om een officiële domicilie te krijgen. Ik heb in Zweden steeds kunnen werken en zodoende was dat niet zo moeilijk voor mij. Ik ben er ook wel aangekomen voordat het Zweedse immigratiebeleid nu veel rechtser en harder is geworden. Ik heb nog altijd heel wat stress in mijn dagelijkse leven, en ben blij dat ik nu even in Antwerpen ben.

Wat voor auteur was je in Gaza? En welke literatuur en auteurs hebben je beïnvloed?

Ik schreef poëzie, maar de moderne stijl die meer bij die van het Westen aanleunt. De traditionele Arabische stijl in poëzie is heel ritmisch en muzikaal. De stemmen klinken ook erg luid. De nieuwere poëzie is persoonlijker. Als auteur kan je je eigen taal dan meer uitvinden. De poëzie nu is meer open voor verschillende invloeden en is vrijer. Ik hou daar meer van. In de jaren 60 en 70 van de 20ste eeuw waren er vele politieke auteurs en dichters in onze regio, waaronder Mahmoud Darwish. Ik sta open voor veel vormen van poëzie, bv. ook Amal Dunqul, een Egyptische dichter uit de jaren 60 die zijn tijd ver vooruit was. Ik ben ook beïnvloed door het surrealisme, bv. Salvador Dali, de schilder, en het magisch realisme. In de jaren 50 en 60 is er in het Midden-Oosten een grote vertaalbeweging geweest van auteurs over heel de wereld, en zijn er heel wat nieuwe namen bekend geworden. Jorge Borges [een Argentijnse dichter en schrijver] heeft mijn hart ook geraakt.

Helemaal in het begin ben ik kunnen vluchten in boeken en was ik een veellezer. Ik leefde toen mijn leven door wat ik aan het lezen was. Ik probeerde zo mijn eigen taal te vinden omdat ik toen veel had waarover ik niet kon spreken. En op een dag merk je dan tot je eigen verbazing dat je de woorden hebt gevonden om uit te drukken wat je binnenin jezelf voelt. Voor mij is dat de poëzie geworden, de manier om me uit te drukken. Zo ben ik een tijdje gaan leven op papier, voor mij ook een manier van escapisme.

Ten slotte: Haalt het iets uit dat wij ons hier blijven uitspreken tegen de oorlog voor de mensen die proberen te overleven in Gaza terwijl onze politici er niets mee doen?

De bewustwording in de internationale gemeenschap, ook in de westerse wereld, bij de burgers is vrij groot en dat is hartverwarmend. Er zijn soms kleine openingen, bv nu president Macron van Frankrijk die een verdere stap wil nemen t.a.v. Palestina. Wat mijn hart nog meer verwarmt, is dat vele jonge mensen zich interesseren in de situatie in Gaza, en de oorlog sterk blijven verwerpen. Dat geeft me hoop dat de toestand die er nu heerst op langere termijn kan veranderen. Als mensen zich blijven uitspreken tegen de oorlog wordt dat gezien door de mensen in Gaza. Ze putten daar hoop uit om verder te gaan met hun leven.

___________________________________________________________________________________

  • Op 29 april is er in Heist-op-den-Berg in CC Zwaneberg een nieuwe editie van Tussen de letters” met Sahar die er zal spreken en haar poëzie zal voordragen. Tegen dan zullen er ook enkele vertalingen zijn van haar gedichten.

  • Op 2 mei 2025 vindt de tiende editie van Difference Day plaats in Bozar, georganiseerd door de Vrije Universiteit Brussel, de Université libre de Bruxelles, de Erasmushogeschool Brussel, PEN Vlaanderen en Bozar naar aanleiding van de Internationale Dag van de Persvrijheid.