"Inbreken in de gevoelswereld van de lezer" - interview met Max Temmerman
Door Tony Vanderheyden
In zijn nieuwe autobiografische roman Hier zijn leeuwen beschrijft Max Temmerman hoe hij als dichter en romancier onmogelijk van zijn schrijven kon leven. De roman bevat kortverhalen en gedichten, maar doet in eerste instantie uit de doeken hoe de auteur er wél in slaagde telkens het einde van de maand te halen: als inbreker.
Bij Antwerpen Leest zetten we graag Antwerpse auteurs in de kijker. Jij woont in Kalmthout…
… maar ik ben geboren en getogen in Brasschaat en de vaderskant van m’n familie stamt uit Antwerpen. De stad ligt me na aan het hart; ik heb er gestudeerd, lang gewoond en nog steeds werk ik voor de stad. Dus ik ben echt een Antwerpenaar in hart en nieren, of zo voelt het toch.
Wat moeten we van Max Temmerman weten – en lezen?
Wel, (lacht) om te beginnen dat ik weinig talenten heb maar goed ben in één ding: lezen. Ik lees graag, veel en goed. Ik dacht dat dat mijn leven ging worden, maar om een reden die ik niet goed onder woorden kan brengen ben ik alsnog beginnen schrijven, eerst poëzie en later ook proza. Mijn eerste bundel werd voorgesteld op de dag dat ik 33 werd en sindsdien is het allemaal snel gegaan. Ik bleek niet alleen een veellezer, maar ook een veelschrijver. Als vanzelf leg ik een vorm van spoed in beide… En inmiddels heb ik zes bundels uitgebracht en vervolgens dus ook romans. In juni verscheen Hier zijn leeuwen, mijn derde roman (nvdr na Coniferen (2020) en Verre vriend (2022))
Een gemeenschappelijk element dat in mijn romans terugkomt is de liefde voor de literatuur. In Coniferen is het hoofdpersonage een literaire vertaler. In het tweede boek is een van de hoofdpersonages bibliothecaris. Ook in Hier zijn leeuwen schuilt veel liefde voor literatuur, alleen al het feit dat de auteur en dichter Max Temmerman de verteller van het boek is. En, als het we het dan toch over Antwerpen Leest en leesbevordering hebben: ik ben ervan overtuigd dat elk boek dat een lezer weet te raken, de meest efficiënte leesbevorderingscampagne denkbaar is. Want een gemotiveerd lezer? Die verspreidt de liefde. Waar het hart van vol is…
Je zei: ‘ik ben een goed lezer’. Wat houdt dat in?
Nu en dan schrijf ik een recensie voor De Standaard der Letteren. Je moet weten: dat houdt in verschillende boeken lezen en er nu en dan er eentje uitpikken dat de moeite van het bespreken waard is. Ook dat proces heeft baat bij snelheid: ik heb het geluk dat ik er snel in slaag om de wezenlijke thematiek van een roman te vatten. En dat gaat niet alleen over het verhaal, maar ook over de sfeer, het organische en het gevoelsmatige. Een recensent die de ambiance van een roman weet te vatten, die heeft het halve werk al gedaan.
Wordt dat niet steeds moeilijker? Vroeger leek het mij duidelijker. Het verhaal speelt zich daar af en dat was het: in het verleden in het heden of in de toekomst, het was spannend, of het was romantisch of het was non-fictie en dat was enkel ernstig. Vandaag zien we, zoals jij er ook mee speelt, fictie en non-fictie in een mengvorm. Overal duiken die mengvormen op.
Ja. Je zegt het juist, ik speel daarmee. Hier zijn leeuwen is een mengvorm die kortverhalen bevat, een doorlopend verhaal en ook een handvol gedichten. Ook het aftastende spel van de grenzen tussen fictie en non-fictie zit in het boek. Het grootste compliment dat ik dezer dagen krijg is dat ook mensen die mij goed kennen, niet kunnen inschatten waar de realiteit en de autobiografie eindigt en waar de fictie aanvangt.
Je hebt als lezer van Hier zijn leeuwen twee opties. Of: zoeken naar waar de waarheid ligt of die zoektocht loslaten en het verhaal nemen zoals het zich aandient. Maar kan je in tijden van ‘alternative facts’ van een lezer verwachten dat hij die nuances en waarheden juist kan onderscheiden?
Ten gronde deel ik natuurlijk je mening. Op de dag dat we dit interview afnemen, zegt Donald Trump dat Kamala Harris haar crowd sizes met AI heeft bewerkt. Het hele idee van wat een waarneembaar feit is en wat niet, lijken we collectief te hebben losgelaten.
Maar hier hebben we het over literatuur natuurlijk. Kunst kàn de wereld redden, maar kunst moét niets. Er staat roman op de cover en ik daag de lezer uit van op de achterflap: ‘Alles is echt gebeurd zoals ik het mij herinner’. Dat geldt trouwens voor al mijn romans. Ik schrijf sowieso dicht op mijn huid. Heel veel familieverhalen, heel veel personages uit mijn naaste omgeving komen terug in mijn boeken. Ook zo met Hier zijn Leeuwen. Veel is echt gebeurd, maar niet alles. En misschien is dat voor sommigen een beetje frustrerend, zelf ervaar ik dat niet zo.
Neem nu poëzie. Ik vind de beste gedichten die waarvan ik slechts twee derde begrijp. En dat andere derde: geen idee waar dat over gaat. Maar dan steekt de ambiance waar we het over hadden, de kop op. Dan komt die atmosfeer naar boven. En daar moet je het dan mee doen. Dat vind ik net een heel aangename manier om aangesproken te worden.
Ja, absoluut. En zoals gezegd, je schreef een heerlijk boek met als ondertitel Bekentenissen van een inbreker. Het bijzondere is dat je sympathie krijgt voor de inbreker?
Dat hoor ik nog.
Wat was eigenlijk je opzet en hoe heb je dat dan aangepakt?
Mijn drie romans hebben allemaal twee niveaus, dat van de handeling en het eerder thematische. Bijvoorbeeld, Coniferen gaat over een conflict tussen broer en zus. Een familieverhaal met een ontknoping op het einde. Maar onderliggend gaat het eigenlijk over de invloed die geld, of het ontbreken ervan, uitoefent op onze levens.
Mijn nieuwe roman gaat enerzijds over inbreken, ik doe in geuren en kleuren uit de doeken waar ik jarenlang van leefde. (Als dichter kom je immers niet ver.) Daaronder zit er een thema, dat misschien nog het beste tot uiting komt in de aparte kortverhalen die op zichzelf staan en in de gedichten: eenzelvigheid en eenzaamheid. Van het openingsverhaal over een jongetje dat een vriendschap ziet verdampen tot en met de jongeling die begint te converseren met zijn overleden vader, wat je het summum van eenzaamheid zou kunnen noemen. En natuurlijk heeft een inbreker diezelfde eenzaamheid en isolement nodig om zijn beroep te kunnen uitoefenen.
Nog een extra laag is die voor zorg en aandacht? De focus en aandacht die de inbreker aan de dag legt, en tegelijkertijd de zorg en aandacht in het schrijven: breek ik in de gevoelswereld van de lezer en hoe dan?
Ja. Het is dubbel. Enerzijds is elke schrijver een inbreker. Wat is inspiratie anders dan de ontvreemding van thema's, gebeurtenissen, personages, locaties? Alles uit het dagelijks leven kan dienen, 99% van de literatuur bestaat uit recyclage. Tegelijkertijd is de act van het lezen zelf heel intiem. Je pakt een boek vast en je houdt dat letterlijk op je borst. Je moet als auteur dus dubbel opletten: eerst bij het ontvreemden van materiaal, en vervolgens bij de tweede, eerder gevoelsmatige inbraak.
Ik had er eerlijk gezegd niet eerder in die termen over nagedacht. De behoedzaamheid waarmee de inbreker te werk gaat en de zorgvuldigheid en de focus die je al schrijvend aan de dag probeert te leggen. Die parallel kan je absoluut trekken met de auteur die ik probeer te zijn. Op een gegeven moment beschrijf ik de act van het inbreken als iets synesthetisch, als je zintuigen door elkaar beginnen te dwarrelen en alles wonderlijke samenvalt.
In ieder geval wat ik ook wel knap vond is dat je, - we hebben het al een beetje gezegd - speelt met de lezer. Subtiel en verrassend. Je weet als lezer niet altijd op welk been je moet staan. Maar dat hindert niet. Integendeel. Dat zet aan om verder te lezen. Was dat een moeilijk spel?
Ja. Dat was moeilijk. En ik weet nog altijd niet hoe mensen het boek lezen. Op de boekpresentatie leidde Erik Vlaminck me in. Hij zei dat ik een groot risico nam, dat ik met het opbiechten van al die inbraken snel in de Begijnenstraat zou kunnen belanden. Ik heb er een dubbel antwoord op. Eén. Ik heb geen enkel jaartal vermeld. Maar ik kan nu zeggen: alles is verjaard. Dat heb ik gecheckt. En twee: ik denk dat er geen betere manier is om een misdrijf te plegen dan bij daglicht, omringd door omstaanders die niet weten dat ze je een alibi verschaffen en volstrekt onwetend medeplichtig zijn. En dat is natuurlijk de rol waarin ik de lezer een beetje duw. De onwetende medeplichtige van mijn ontsnappingspoging.
Wat ik moest denken tijdens het lezen, en voelde: er was een soort van bevrijding of een vrijheid die rondzweemde. Ik dacht: hier heeft de schrijver zich ook bevrijd van beperkingen.
Ja, letterlijk. Ik heb dit boek, meer dan m’n andere boeken, met een hele grote glimlach op mijn lippen geschreven. Ik heb hier heel veel plezier aan beleefd. Het zal wel bijgeloof zijn, maar ik heb altijd het gevoel dat de tonaliteit of de emotie waarmee je een boek schrijft, dat dat het register wordt waarmee de lezer dat boek tot zich neemt. En dus, mocht dat het geval zijn, dan moet je dit ook een fijn en aangenaam boek vinden, want zo heb ik het zelf geschreven. Ik kreeg de voorbije weken uit alle delen van de wereld foto’s toegestuurd van lezers die het boek meenamen op vakantie. Naar het schijnt werkt het heel goed als vakantielectuur. Dan denk ik: missie geslaagd!
Wat lees je zelf? En welke leestips zou je nog willen meegeven?
Voor iedereen die opnieuw het leesplezier willen herontdekken: Georges Simenon schreef gebalde, toegankelijke verhalen met een onvermoede diepte en reliëf. Heerlijke lectuur. Een tiental jaar geleden deed een vriend me zijn Simenon-collectie van de hand. Nooit eerder had ik iets van hem gelezen, maar letterlijk vanaf de eerste pagina, de eerste alinea, was ik verslaafd. Mijn uitgever en ik delen dezelfde fascinatie, als verzamelaars van de originele uitgaven delen we onze dubbels.
Simenons oeuvre is de vertaling van het spreekwoord ‘in de beperking toont zich de meester’. Hij had voor zijn romans slechts een beperkt aantal woorden nodig en daarbij ook weinig verschillende woorden. Ik houd niet zozeer van zijn reeksen, zoals die rond Maigret. Ik heb het meer voor zijn roman-noirs, zijn psychologische romans. Er gebeurt meestal niet veel, het zijn hoegenaamd geen whodunits, eerder kan je ze beschouwen als whydunits. Why has this happened? Simenon schrijft over de menselijke aard, over onze tekortkomingen, hij houdt onze soort meedogenloos tegen het licht.
En voor wie opnieuw leesplezier wil ontdekken in de poëzie, dan denk ik onmiddellijk aan deze twee namen: Benno Barnard en Eddy van Vliet. Eddy heeft heel zijn leven in Antwerpen gewoond. En Benno heeft hier het ook een hele tijd doorgebracht.
Barnard is in mijn ogen de grootste levende Nederlandse dichter. Hij wordt trouwens 70 op donderdag 21 november. Een verjaardag die we vieren met een grootse literaire hommageavond in Schouwburg De Kern, Wilrijk. Dat wordt een avond om in te kaderen, zeker komen!
Afgesproken.
