De intensiteit van het korte verhaal: Annelies Verbeke

25 oktober 2025

door Tony Vanderheyden

Voor ons liggen twee verhalenbundels. “Eerste persoon enkelvoud’ van Haruki Murakami en “Jij” van de ook geweldige Annelies Verbeke. Een bundel korte verhalen is niet zomaar wat bijeengeraapte verhaaltjes maar een samengaan van een aantal verhalen waar vaak een rode lijn in zit. Maar wel wat miskend?

Dat vertel ik eigenlijk ook altijd bij elke lezing over korte verhalen, dat ik het zo ook aanpak. Dat een verhalenbundel een eenheid kan zijn.

Voor mij als auteur geeft een verhalenbundel bovendien veel vrijheid. Die vrijheid haalt je ook weg van het grote gelijk van de roman.

Een roman slaat een weg in, je kan wel een zijpadje nemen, maar je moet één weg een jaar of twee jaar lang blijven volgen. Terwijl je in een verhalenbundel een thema op verschillende manieren kan benaderen. Zo werkt het alleszins bij mij.

Het is wel vaak zo dat dat thema zich duidelijker aankondigt na twee of drie korte verhalen. Ik ben al een paar keer gestart met het idee een verhalenbundel te schrijven met het menselijk lichaam als bindend thema. En na twee, drie verhalen zeggen mijn verhalen, nee, nee, we hebben een ander thema. Maar dan vind ik dat echt een vrijheid scheppen om dan zo vanuit heel veel verschillende hoeken en perspectieven over dat thema na te denken. En ja, dat haalt je weg van het grote gelijk en van de eendimensionaliteit. Het is die meerstemmigheid, de meerduidigheid van de dingen, de polyfonie die mij dan meer interesseert.

Ja, je kunt een plan hebben en dan is er een andere realiteit. Zoals fantastische, intelligente, scherp geformuleerde vragen voor jou voorbereiden, en die thuis laten liggen. Vanuit het geheugen dan. Recent was er nog een discussie: schrijven en lezen vanuit man- of vrouwperspectief. Is dat iets waar jij rekening mee houdt? Literatuur is er voor iedereen. Ik schrijf voor mannen en vrouwen. En ik heb ook de indruk dat mijn lezerspubliek heel divers is. Altijd al was, van bij het begin eigenlijk. Ik denk dat veel te maken heeft met de blik: eens men weet dat het van een vrouw is, gaan velen het met een andere blik lezen. En dat is vaak een veel minder gunstige blik. Daar is een wetenschappelijke studie over geschreven door Corina Koolen. Die heet, dit is geen vrouwenboek, waarin ze al die dubbelblindtests en dergelijke heeft gedaan.

Annelies Verbeke Jij

https://culture-weekly.com/2021/03/11/review-corina-koolens-dit-is-geen-vrouwenboek-de-waarheid-achter-m-v-verschillen-in-de-literatuur/ Al die zaken die doorgaans als buikgevoel en hysterie onmiddellijk in de kiem worden gesmoord.

Ik ben niet verantwoordelijk voor de blik en de connotaties die mogelijk spelen omdat ik een vrouw ben. Ik kan alleen maar mijn werk schrijven en ik merk dat dat zowel bij mannen als vrouwen aanslaat. Ik heb eigenlijk vaak van mannen gehoord dat mijn mannelijke personages heel geloofwaardig mannelijk zijn en voor mezelf zijn de geslachten ook niet zo duidelijk afgebakend. Wat is de definitie van vrouw? Dat is op zich eigenlijk iets problematisch. Waar bakenen we dat af? Waar stopt de man, waar stopt de vrouw? Je hebt het puur biologische, je hebt de geest. Ik weet dat ik beter klik met sommige mannen en dat het eigenlijk toch vooral gaat over socialisatie en over maatschappelijke kwesties. Het gaat over hoe we gevormd zijn en hoe onze manier van denken over de andere gevormd is. Maar de literatuur is voor mij een plek waar die zaken minder van tel zijn, althans voor het schrijven zelf.

Maar zijn er momenten waar je dat heel bewust hanteert, zaken die voor beide seksen niet even goed begrijpbaar zijn? In Deserteren bijvoorbeeld maar ook in Treinen en Kamers is er een literaire discussie met Goethe en Mann die daar ook bij aanwezig zijn. Ik heb een mannelijke vriend horen zeggen dat dat hem de ogen had geopend voor bepaalde stereotypering,hoe hij er zelf mee omging. Hij gaf toe zich wat betrapt te voelen. Dus dan denk ik ja, bingo, dat is wel heel tof. En vrouwelijke lezers, die moesten daar dan weer vaak echt heel hard mee lachen.

A Verbeke Treinen en kamers

Ik vind Thomas Mann en Goethe voor alle duidelijkheid fantastische schrijvers. Maar in Lotte in Weimar, blijft Mann maar herhalen dat Charlotte Kestner, de oudere Lotte, grijs haar en rimpels heeft. Er zit wel misogynie in die je als vrouw veel sneller zult oppikken.

Tenminste, ik heb daar ook redelijk lang over gedaan. Ik verbaas mij vaak over bepaalde zaken. Zo vind ik ook Louis Paul Bon een fantastische schrijver. Ik zal die altijd blijven lezen. Maar ik verbaas mij wel hoe ik als zestienjarige mij daarin verdiepte, die op een piedestal zette en me eigenlijk geen enkele vraag stelde bij het feit dat een 65-jarige man geilt op een 10-jarig, 12-jarig meisje. Je kunt zeggen dat de tijden zijn veranderd, maar ik kan mij moeilijk tijden voorstellen waarin 12-jarige meisjes het leuk vonden dat oude mannen aan hen zaten.

Wat ik eigenlijk wil zeggen is dat ik ook probeer te oefenen in een soort van bewustzijn van wat je leest en als normaal beschouwt maar wat vanuit vrouwelijk perspectief niet juist is. Ik denk dat zowel voor mannen als vrouwen, dat we daar over walsen. Maar als je denkt, draait dat nu eens om, die man/vrouwrol en is dat dan een even leuk verhaal? Dat is goed gezegd inderdaad. Vertel het verhaal eens vanuit een ander perspectief. En dat is misschien een van die vreugdes aan korte verhalen schrijven. Dat ik telkens een ander perspectief kan kiezen. Dat kan ook op andere vlakken. Bijvoorbeeld een verhaal over een jongen die net uit de gevangenis is, iemand die een zeer foute daad heeft gepleegd. Men zegt vaak, schrijf over wat je kent. Dan denk ik, ja oké, maar we mogen wel de geslachten veranderen, we mogen de leeftijden veranderen, en we mogen ons dingen verbeelden als auteurs! Het is dus interessant, om eens vanuit een dader te denken in een kort verhaal. Om daar dan een hele roman mee bezig te zijn, daar zou ik over aarzelen. Maar in korte verhalen kan ik experimenteren met dat soort inlevingen.

Mensen steken elkaar graag in vakjes. Jij zit soms in het vakje: schrijver kortverhalen. Volgens mij zit jij niet graag in een vakje. Het is vooral dat ik heel veel verschillende genres schrijf. Theater, romans en korte verhalen als hoofdpeilers. Maar in februari zal mijn eerste poëziebundel verschijnen. Rijm raakte ik op een manier wel reeds aan in Tirol Inferno, een graphic novella die ik met Klaas Verplancke maakte. In mijn bundel, die Charmolypi zal heten, breng ik veel vrijere vers, wat ik voor mezelf bevrijdend, interessant en leerrijk vind. Taal op een andere manier gebruiken, met weer een ander effect en een ander doel. Een theatertekst heeft een ander doel dan iets lezen op uw gemak.,Dus ja, de hoofdreden waarom ik niet in hokjes wil geplaatst te worden, is omdat ik niet in hokjes zit, omdat ik zelf de hele tijd eigenlijk andere wegen en mogelijkheden zoek.

A Verbeke Tirol Inferno

Loopt er door al die vormen een rode draad door je oeuvre? Er zijn twee rode draden in mijn oeuvre: enerzijds 'veronderstellingen', zoals mijn tweede verhalenbundel heette: hoe we denken dat anderen denken dat wij denken - en hoe moeilijk we het onszelf en anderen daarmee maken. Maar ook dat we veronderstellingen, verhalen over de werkelijkheid nodig hebben, en hoe eenzaam het is als we met een juiste aanname alleen staan.

A Verbeke Veronderstellingen

En anderzijds is ook ‘zorg’ een rode draad. Dat is iets dat je soms maar doorhebt nadat je halverwege in je oeuvre zit. Je begint niet met het idee, ik ga een oeuvre schrijven waarin zorg de rode draad is, dat ontdek je gaandeweg. Het is voor mij altijd ook een andere vraag over zorg. Kunnen we voor elkaar zorgen? Hoe moeten we best voor elkaar zorgen? Kan het zorgen voor anderen ook een negatieve drijfveer hebben? Kan het verstoppen dat we voor onszelf niet kunnen zorgen zoals in Vissen redden, maar ook wat gebeurt er als we niet meer voor elkaar zorgen, als we dat opgeven?

Generositeit is ook onderdeel van zorg. We moeten ook niet alleen maar dingen doen om iets terug te krijgen. Ik vind dat we in tijden leven waarin alle dingen heel hard berekend worden en alles een cijfermatige winst moet geven. Natuurlijk moet je dat ook ergens afbaken. Want er zijn mensen die te genereus zijn en die zichzelf helemaal geven en opgebrand geraken. En dat op zich is ook een signaal, dan klopt er ook iets niet.

In het begin, las ik vaak over mijn werk dat waanzin mij interesseerde. Waanzin interesseert mij in de zin van veronderstellingen. Ik vind het interessant dat iemand die een psychose heeft, absoluut overtuigd is de werkelijkheid te zien. En hoe, in veel mindere mate, iedereen een beetje psychotisch is. In de zin dat we allemaal de dingen uit de werkelijkheid halen om met elkaar te verbinden. Terwijl die werkelijkheid veel ruimer is.

A Verbeke Vissen Redden

Er is ook de zorg voor taal, of het gebrek eraan. Ook in nieuwsberichten wordt vaak niet het juiste woord gebruikt. Je had het net over waanzin. Dat hoor ik ook te pas en te onpas. Soms wordt iets waanzinnig genoemd, maar het gaat over iets dat perfect te voorspellen was, niet zo waanzinnig dus... Trump, Poeten, die lijden aan grootheidswaanzin... ja zo waanzinnig is het niet, het is realiteit, ze handelen zo.

Ja, andere mensen zonder die macht, met dat soort wanen of bombastische ego's, die komen in een psychiatrie terecht. Het is maar te zien wie erover oordeelt en wie de macht heeft. Er wordt ook heel vaak gegaslight: het zit in jouw hoofd. Dus de machtspersoon zegt tegen degene die lager op de ladder staat, jij bent gek en jij beeldt je dingen in, om een bepaalde machtsverhouding te kunnen bewaken. Dat zijn mechanismen die eigenlijk zowel tussen individuen als op wereldniveau spelen en doorheen de geschiedenis.

En dat boeit mij, dat gaat ook over veronderstellingen. En het is uiteraard soms ook heel moeilijk, zoals hoe het bijvoorbeeld het Ignaz Semmelweis verging, over wie ik ook een historisch verhaal schreef in Veronderstellingen. Dat is de arts die door had dat handen wassen heel veel sterfgevallen voorkomt, in zijn geval in een kraamkliniek. Maar ze mochten hem niet en ze draaiden die handhygiëne gewoon terug. Het duurde tot Louis Pasteur, die eigenlijk net hetzelfde door had, dat er aandacht voor kwam.

Dat is dan de tragedie van iemand die zijn theorieën niet goed onder woorden kan brengen én migrant is in die kliniek. Hij had dus een hele machtsverhouding tegen. Een veronderstelling waarmee hij op dat moment alleen staat. Maar wel een ontdekking. Dat is ongelooflijk, vind ik, zo'n verhaal.

En dat gaat er dus allemaal over, over welke veronderstellingen wij aannemen en niet. Maar in feite had ik moeten beginnen je te feliciteren voor de prijs die je net ontving: de Toneelschrijfprijs 2025 met je tekst 'Wunderbaum speelt live (online gaat het mis) Ja, dank u.

Ik heb dat gelezen, ik moest heel erg denken aan een documentaire: ‘The remarkable Life of Ibelin’. Een jongen die een bepaalde ziekte heeft en op een gegeven moment enkel nog in een rolstoel een schijnbaar teruggetrokken leven leidt, maar bij zijn dood blijkt dat hij met gaming heel veel betekenisvolle relaties heeft ontwikkeld.. Ja, dat was inderdaad een bijzonder verhaal. Een community die ook wel echt is. Dat heeft veel mensen geraakt. Daar heb ik totaal niet aan gedacht. Maar er waren wel andere associaties met mijn tekst, bijvoorbeeld een toneelstuk van Yasmina Reza, Le Dieu du carnage, waar ik op het moment van het schrijven ook niet aan aan het denken was. Voor het verhaal van de leraar heeft de MTV reality-serie Catfish me wat geïnspireerd.

Het verhaal is herkenbaar, boeiend en tragisch. Je hebt blijkbaar een sterke klik met het Wunderbaumgezelschap? Ik was om twee redenen heel blij dat ik de prijs voor dit stuk kreeg. Het was een uitdaging met die elf personages en ook omdat het gezelschap vorig jaar een deel van de subsidie verloren is en het dan nu moeilijk heeft, maar ze blijven toch hard werken en succes oogsten. Dus het is ook voor hen, die prijs. Maar ja, die klik, waarom Tony, je kunt dat eigenlijk niet goed uitleggen, want ik heb veel samenwerkingen gedaan. Ik denk dat we gewoon min of meer gelijkaardig over de wereld denken en allebei houden van humor. Van een zekere lichtheid, maar het moet wel echt ergens over gaan. Dat het ook wel een visie op theater is waarbij al de personages kloppen. Ik vind dat echt heel belangrijk. Ik geef dat ook soms mee aan jongere theatermakers als ze mij naar tips vragen. Schrijf geen personage louter om een ander te doen shinen. Ze zijn allemaal belangrijk. Ook die waar je misschien zelf minder in zit ofzo. Het zijn op die manier stemmen in je hoofd tussen verschillende meningen die zouden kunnen bestaan.

Het zijn dan waarden die je op dezelfde manier uitdraagt... ....Ja dat denk ik wel. Dat we ook in de maatschappij ergens voor staan. Ik vind dat zeker voor theater erg van belang. Zodat theater echt iets is van het nu. Met een soort toonverandering aan het eind. Ik wil tonen dat mensen ook kunnen samenkomen. Ondanks al hun conflicten. Maar dat ze, als er werkelijk iets misgaat met iemand, dat een groep zich samen ontfermt over wie het nodigt heeft, met alle mankementen en alle onhandigheid.

Waarden van nu en van alle tijden, die ons binden. Dat vond ik trouwens ook bij het schrijven van Treinen en Kamers, bij het lezen van zoveel ontzettend oud werk, tot 4.300 jaar geleden geschreven in de stad Ur in in Mesopotamië, het huidige Irak. We zijn nog steeds zo gelijkaardig als mensen. Nog altijd. Dat tijdloze, dat universele, dat is iets dat ik altijd enorm belangrijk heb gevonden.

Dat zijn ook de verschillende lagen die je in je verhalen steekt. Maar hoe doe je dat, met lagen spelen in kortverhalen? In een verhalenbundel, kun je vanuit verschillende perspectieven naar één thema kijken. Maar je kunt ook experimenteren met vorm. Je kunt telkens, bij elk verhaal, voor een andere vorm kiezen. Ook inhoudelijk kun je experimenteren. Je kunt een personage neerzetten zoals in mijn eerste bundel, dat verhaal Lola dat vaak in scholen wordt gebruikt. Een vrouw wordt verliefd op een vos. Dat is niet iets waar ik een hele roman over wil schrijven.

Wat een kort verhaal daarbij ook heeft is intensiteit. Je gaat heel gericht vertellen. Biografische inwerking ontbreekt, van de lezer wordt verwacht er in te stappen en zelf uit te zoeken waar en bij wie hij is. Daarnaast heb ik bij schrijven altijd het gevoel gehad dat het een wisselwerking is tussen mezelf en wat ik krijg. Dat het ergens al bestaat en dat ik de geleider ben die het zo juist mogelijk neer moet schrijven. Maar natuurlijk heeft wat ik schrijf ook met de auteur te maken.

Is het misschien soms zo, Annelies, dat een lezer te weinig moeite doet, te weinig open staat voor kortverhalen? Ik wil dat zo zeker niet zeggen, het bij de lezer leggen, maar ik denk dat lezers gewoon veel minder gewoon zijn aan het lezen van korte verhalen. Ik nodig mensen uit de patronen die ik in mijn bundels stop te zoeken. In 2012 stelde ik met Sanneke van Hassel, ook een heel goede auteur van het korte verhaal, Naar de stad samen, een bloemlezing korte verhalen geschreven vanaf het jaar 2000 door auteurs met minstens één verhalenbundel in hun oeuvre. Het zoeken naar de patronen in zo’n bundel, hoe de verhalen tegenover elkaar staan. Wat we toen merkten is dat die status van het korte verhaal, want daar hebben we het nu over, op verschillende plekken in de wereld heel anders is. Hier is dat het commercieel moeilijke genre.

Ik moet daarbij wel zeggen, in recensies heb ik persoonlijk nooit ondervonden dat men erop neerkeek. Ik krijg eigenlijk toch vaak wel mooie recensies die echt diep ingaan op het werk. Maar bij het grote publiek heeft het soms zo nog die reputatie van vingeroefeningen. Soms bij uitgevers ook.

Maar bijvoorbeeld in Japan gaan de grootste prijzen naar korte verhalen en verhalenbundels. In het Midden-Oosten is er op sommige plekken ook een grote traditie. Dichter bij huis, in Turkije, verkopen verhalenbundels eigenlijk traditioneel meer dan romans. Ook in Ierland bijvoorbeeld, ik denk dat het daar te maken heeft met het feit dat de Ieren die orale verhalen tradities en het vertellen van verhalen in groep heel hard in hun cultuur hebben.

Kun je misschien nog iets over de eenheid van die je in jij hebt gelegd iets zeggen? Wel, jij is eigenlijk anders dan de anderen, want het is een bloemlezing. Dus er staan vijf verhalen van treinen en kamers in jij, wat een beetje gek was. Maar ik was in 2023 20 jaar auteur. En mijn uitgever en ik dachten, we moeten iets doen. Een bloemlezing van al mijn korte verhalen, dat is een boek van 1200 bladzijden. Dat is wat veel. Ik heb dan een vormelijk component gekozen als bindende factor: ik heb in elke bundel minstens één verhaal vanuit het jij-perspectief. Het heeft een bepaald effect. Ik geef het soms, als ik een les creatief schrijven geef, als schrijfoefening. Schrijf eerst een verhaal vanuit ik en schrijf het dan vanuit jij, zie wat er gebeurt en probeert dat onder woorden te brengen.

Want perspectief is iets interessants. Ik denk dat we soms in de letteren te weinig praten over vorm. Maar vorm is alles. Hoe je iets vertelt. Uiteraard is elk verhaal al op een of andere manier verteld. Maar het zijn die manieren om iets te vertellen die vaak zo boeiend zijn. Ik denk dat we worden overheerst door een Amerikaanse eis van duidelijk begin, midden en einde en een goed verteerbaar verhaal. Een beetje makkelijk soms: dan wil ik daar toch zo wat vormexperimenten tegenover plaatsen.

Als mensen nu nog niet vertrouwd zijn met jouw werk, wat zou je dan aanraden om mee te beginnen? Altijd een moeilijke vraag. En omdat we het er nu misschien ook vaak over hadden: Veronderstellingen is wel een leuk boek om mee te beginnen, omdat mensen die denken niet zo van korte verhalen te houden, me de opmerking gaven, waarom heb je dat nu geen roman-in-verhalen genoemd. Ik zou veel meer verkocht hebben, want dat wordt soms gedaan om commerciële redenen. En inderdaad, in die bundel heb ik het heel ver gedreven. In werkelijk elk verhaal zit minstens één personage van een ander verhaal, dus daar is het heel erg verbonden.

Dinsdag 4 november kom je naar Bib De Poort. Moya de Feyter gaat in gesprek met je. Wat kunnen we verwachten? Dat hangt wat van Moya af. (lacht) Heel fijn gaat dat worden. Ik ga wellicht ook wat voorlezen. Zodat mensen kunnen fijnproeven van je verhalen. En nadien thuis bij het lezen je stem kunnen verderhoren. Top!

https://apps.ticketmatic.com/w...