Boeiend jong geweld op Vers Vuur 2025
Door Sven Reynders
Op 13 en 14 juni landt het ‘Vers Vuur’-festival dit jaar op de iconische locatie van De Studio. Ik citeer de treffende omschrijving van de website dat het een festival is dat “bruist en zindert, en dat een plek voorziet voor literatuur in al haar mogelijke vormen, of het nu op een podium, in een lift, of op een wc te doen is”. Naast een aantal bekende, zogenaamde grote namen treedt er ook behoorlijk wat nieuw jong geweld in de schijnwerpers. Antwerpen Leest had een boeiend gesprek met drie van hen.
We zitten rond een mahoniehouten tafel bij mij op kantoor: Veerle De Caestecker (Trotsbiecht), Linde Notenbaert (Lil Alia) en Jonathan van der Horst (Aqui). Ik strooi wat vragen uit in het midden: wat ga je brengen op Vers Vuur?, waarom doe je wat je doet?, wat hoop je te bereiken?, welke rol speelt taal en literatuur in wat je doet. Meer is er niet nodig om de drie spraakwatervallen los te laten barsten terwijl het enthousiasme en de ‘goesting’ van de muren druipen.
Veerle: “Ik doe op Vers Vuur een ‘Trotsbiecht’, dat is mijn eigen variant op de gekende biechtstoel, maar dan warm, gezellig en met thee. Het concept is even simpel als krachtig: mensen komen anoniem bij me zitten, achter een doek, een zachte afscheiding, geen raster zoals in de kerk. Ik begin altijd met een tekst voor te lezen, iets wat ik geschreven heb over waar ik die dag trots op ben, zo proberen we op gelijke voet te starten. Daarna vraagt ik hen: ‘Waar ben jij trots op vandaag?’. Wat dan volgt zijn vaak ontroerende, absurde of soms ook pijnlijke verhalen. Soms moet ik lachen, soms krijg ik kippenvel of huil ik mee. Na het gesprek schrijf ik dan een gedicht voor hen. Dat doe ik heel snel, in een paar minuten tijd, terwijl ze hun thee opdrinken. Dat gedicht, een uniek stuk want ik hou geen dubbel of doorslag bij, geef ik dan mee als aandenken. Dat gedicht is telkenmale anders, ik heb geen vast stramien of zo, elk gesprek is trouwens ook anders.
Ik schrijf dit gedicht echt op basis van wat er gezegd wordt, ik vind het steeds een cadeau dat ik daar naar mag luisteren. Die taal, die klanken, dat is het literaire aspect van mijn performance. De schoonheid zit in de poëzie van het moment waarbij ik de taal van de biechter in het gedicht laat doorklinken.”
Vanwaar komt dit idee?
Veerle: “Het begon bij mezelf, ik had moeite met trots zijn, met ruimte innemen en ik merkte dat daar vandaag zo weinig rituelen zijn die dat mogelijk maken. ‘Trotsbiecht’ is mijn poging om zo’n ritueel te creëren, klein, intiem, maar met impact. Ik hoor vaak van bezoekers: ‘Dit heb ik nog nooit verteld’. Dat raakt me, daar doe ik het voor. De ontmoetingen zijn superklein, het gaat niet over grote veranderingen. Zie het als de rimpelingen op het wateroppervlak als je er een steentje in gooit. Dat vind ik waardevol, daar maak ik graag tijd voor.”
Linde: “Ik breng op Vers Vuur met Lil Alia een live performance van mijn nieuwe EP ‘Liefdesbrief’.
Het is een kleine EP met vier nummers, waarvan ik er drie samen heb gemaakt met andere artiesten, die ook meekomen naar Vers Vuur. Het is meer dan een concert, ik zie het eerder als een voorstelling met een spanningsboog. Elk nummer is een hoofdstuk, met interludes ertussen. Die zijn opgenomen in mijn klas.
Ik geef les in drama en muziek en liet mijn leerlingen praten over hiphop, als een middel voor hen om zich uit te drukken en om trots te zijn op zichzelf. Voor mijn act is het podium trouwens omgebouwd tot een klaslokaal. Hiphop is iets dat erg samenhangt met identiteit, in de zin dat je meestal rapt in je eigen taal, dialect of accent. Dat geeft al meteen aan van waar je komt. Mijn muziek is Nederlandse hiphop en pop, met veel nadruk op de tekst. Dat is dan ook mijn link met literatuur. Voor mij is schrijven altijd een levenslijn geweest, van gedichten en verhalen als kind tot rapteksten nu. Mijn drive is emotie, schrijven helpt mij te verwerken, het is mijn uitlaatklep. Ik voel dan vaak zelfs een soort van fysieke ontlading.
Is jouw EP ook een eerbetoon aan hiphop zelf?
Linde: “Ja, absoluut! Elk nummer op de EP is geïnspireerd op een ander tijdperk binnen de hiphop: de jaren ’80, ’90, 2000 en 2010. In het slotnummer komt dan alles samen, dat nummer is dan ook mijn ‘Liefdesbrief’ aan het schrijven zelf. Maar er is nog iets, er zijn amper vrouwen in de Vlaamse hiphopscene. In mijn masteronderzoek vond ik maar vijf Nederlandstalige hiphopartiesten. Dat motiveert me extra om die plek in te nemen, ik wil het voorbeeld zijn dat ik zelf heb gemist.”
Jonathan: “Mijn performance heet Aqui, het is een koffieritueel met een verhaal. Ik zet live koffie voor het publiek terwijl ik vertel over mijn fascinatie voor koffie.
Tijdens de vermaledijde corona-periode werd het mijn hobby: ik verdiepte me in bonen, zetmethodes, alles. Er is wat dat betreft een hele nieuwe wereld te vinden op het internet. Hoe komt die koffie uiteindelijk in je kopje terecht? Als je daar in duikt, zit je wel even vast. Maar ik botste ook op de harde realiteit achter de koffie-industrie.
In Antwerpen heb je veel hippe koffiebarretjes die inzetten op kwaliteit, maar ik vermoed dat de meeste mensen die daar gezellig op het terras zitten zich nog niet half bewust zijn van welke wereld er verscholen gaat onder het schuim van hun cappuccino's. Die discrepantie probeer ik in mijn voorstelling bloot te leggen. Ik vond dat interessant, die tegenstelling tussen die hippe koffiebarretjes, iedereen die in het zonnetje lekker op het terras zit, en hoe die industrie dan in werkelijkheid werkt. De wereld achter het kopje is complex en ongelijk. Mijn voorstelling probeert die kloof zichtbaar te maken.
Dus ook bij jou zit de literatuur in het verhaal zelf?
Jonathan: “Ja. Het is letterlijk een vertelling – ik vertel terwijl ik koffie zet. En er komt ook interactie met het publiek. Hoe, dat wil ik nog niet verklappen. Er zit behoorlijk wat intimiteit in de voorstelling, ze duurt een veertigtal minuten en er kunnen per voorstelling maar tien mensen binnen. Maar ik wil wel dat mensen zich bewust worden van wat er allemaal schuilgaat achter dat ogenschijnlijk simpele ritueel van samen koffie drinken.”
Jullie werk is op het eerste zicht totaal verschillend, maar ik hoor bij jullie alle drie iets terugkeren: kwetsbaarheid, verhalen delen, en het belang van taal. Of dat nu een gedicht, een raptekst of een gesproken koffieverhaal is. Dankjewel om dat met ons te delen.
Verdere informatie over Vers Vuur op https://www.versvuur.be/
