de geschiedenis van een huis
Ingrid Vander Veken heeft al een indrukwekkend literair palmares waaronder: vijf romans (“Papavers”, “Nieuwe mannen, nieuwe vrouwen”, “Dubbelspoor” en “Aankomen in Bali”), een dagboek (“Zestig”) en een non-fictie-boek (“Zwijgen”), twee kinderboeken (“Sam” en “Olikonijneendpauwpanter”) en twee verhalenbundels, (“Tiramisu” en “Cru Bourgeois”). Maar ook in theater, scripts voor ballet, film en televisie weet ze zich bijzonder creatief te uiten. En soms maakt ze zelfs een uitstapje richting poëzie. In haar nieuwe boek 'Wat overblijft' neemt ze heel origineel afscheid van het huis waarin ze haar halve leven doorbracht en dat ze nu om gezondheidsredenen ruilt voor een appartement. Ingrid leefde er een halve eeuw, ze was er ingetrokken uit noodzaak in pijnlijke omstandigheden. Aanvankelijk voelde ze weinig affectie voor het huis, maar dat veranderde wel drastisch naar gelang het huis getuige werd van belangrijke momenten in haar leven. Het leegmaken van dat huis brengt heel herinneringen tot leven die uitgroeien tot een eigen levensverhaal. Ze onderzocht de geschiedenis van het huis, ze dook in de archieven en maakte kennis met de vorige bewoners zoals de bekende dokter Fierens, die de eerste openluchtschool in Antwerpen bouwde. Tijdens het opruimen werd een heel dierbare jeugdvriend van de auteur terminaal ziek, ook over dit afscheid schrijft ze, en zo lopen er twee aangrijpende verhalen door elkaar. Het boek is een mooie ode aan vriendschap en tevens aan de genegenheid voor een huis dat ze aanvankelijk aarzelend betrad maar haar in de loop van de tijd zoveel te bieden had op emotioneel vlak! Door middel van het boek gaat de lezer op reis in het huis, én het leven van de schrijver.
Synopsis
Notities over afscheid nemen van een huis waar de ik-figuur decennialang heeft gewoond en van een huisvriend die worstelt met een terminale ziekte.