een zeer persoonlijk beeld van een bewogen vriendschap
Soma Morgenstern (eigenlijk heette hij Salomo) Morgenstern werd geboren in 1890. Hij ontmoette Joseph Roth voor het eerst in 1909 in Lemberg (het huidige Lviv) tijdens een congres van Joodse scholieren. Hun gezamenlijke achtergrond – ze waren allebei afkomstig uit Galicië, een verre uithoek van het Habsburgse rijk, tegenwoordig Oekraïne – schiep meteen een gevoel van verbondenheid. Beiden gingen in Wenen studeren en in de Eerste Wereldoorlog waren ze allebei soldaat in het Oostenrijks-Hongaarse leger. Vervolgens werkten ze als correspondent voor de cultuurpagina’s van de Frankfurter Zeitung – Morgenstern in Wenen en Roth in Berlijn.
Toen in 1933 Hitler aan de macht kwam, vluchtte Roth naar Parijs, waar hij ten slotte in een klein hotel zijn laatste onderkomen vond. In 1938 vluchtte ook Morgenstern naar Parijs en hij nam een kamer in hetzelfde hotel. Morgenstern en Roth waren beiden Joods opgevoed. Dat thema kwam vaak in hun gesprekken terug en dan met name de vraag of je moest kiezen voor het zionisme of voor assimilatie met het land waar je woont. Maar onderwerpen daarnaast betroffen ook vaak de politiek, vooral de Oostenrijkse na het uiteenvallen van het Habsburgse Rijk, en natuurlijk de literatuur en de muziek. Morgenstern schrijft liefdevol over zijn vriend en is vol begrip voor zijn uitspattingen. Uiteindelijk waardeerde hij hem enorm om wie hij was, ook al was dat niet altijd makkelijk met het alcolisme van Roth. Morgenstern zelf dronk helemaal niet en trachtte zijn vriend herhaaldelijk op 'het droge' te krijgen wat echter niet lukte. In mei 1939 overleed Roth aan de gevolgen ervan.
Soma Morgenstern verbleef vanaf 1938 in Frankrijk en overleefde verschillende interneringskampen. In 1941 slaagde hij erin naar New York te ontkomen, waar hij in 1976 als Amerikaans staatsburger overleed. Behalve journalistieke stukken schreef hij toneelstukken, romans en memoires. Pas na zijn dood werd zijn oeuvre op waarde geschat. Morgenstern verwoordde zelf dat hij ‘tot de ongelukkige generatie behoorde die in de vloed van de wereldgeschiedenis ten onder ging, een vloed waar slechts enkelen levend uit zijn gekomen en dat bepaald niet ongeschonden’.
In Vlucht en einde van Joseph Roth schetst Morgenstern een zeer persoonlijk beeld van zijn bewogen vriendschap met Joseph Roth in politiek dramatische tijden.Hij vertelt het verhaal van Joseph Roths einde in ballingschap in Parijs niet als een legende van de heilige drinker, maar als een somber verhaal van verval en ziekte met monsterlijke trekken.
Soma Morgensterns sublieme herinneringsboek (de titel is een toespeling op Joseph Roths vroege roman ’Flucht ohne Ende’), in 1994 voor het eerst verschenen bij een kleine uitgeverij, is recentelijk heruitgegeven en maakt momenteel furore in Duitsland. Dit bijzonder knappe boek leert ons de grappige en de minder grappige belevenissen van de vrienden kennen en levert fraaie herinneringen aan gemeenschappelijke schrijversvrienden als Robert Musil, Stefan Zweig of Egon Erwin Kisch op. Ook het tijdsbeeld en het portret van de emigrantengeneratie komen bijzonder goed uit de verf.
Vertaler Els Snick, oprichter en voorzitter van het Joseph Roth Genootschap, promoveerde in 2013 op het werk van Roth. Ze vertaalde van hem verschillende bundels journalistiek werk, zijn beroemdste roman Radetzkymars en zijn briefwisseling met Stefan Zweig en ze maakt ook van deze vriendschapsode weer een sublieme Nederlandse vertaling.