Pom-pom-pom
Krop. Door: Anne Provoost.
Provoost kennen we al lang als gelauwerd schrijver, maar dit is haar debuut als dichter. En wat voor een debuut: eentje dat bijblijft.
Door het aantal schrijfkilometers dat zij al in haar vingers heeft springt haar unieke stem direct van het papier. Geen aarzelende eerste stapjes op het dicht-veld maar wel kleine verhaaltjes; soms sprookjesachtig, licht absurdistisch, met veel humor en boordevol muziek. Letterlijke (pom-pom-pom) én figuurlijke (ritmisch) muziek.
Moederschap, ouderschap, ouder worden, samen ouder worden, familiebanden, man-vrouw tegenstellingen zijn enkele belangrijke thema’s. Maar bovenal is deze bundel onder het oppervlak heel activistisch; je voelt de actievoerders Provoost-Claeys (haar man) onder de huid van de dichter. Er wordt gealludeerd op de pandemie, het nakende sterven, het stijgende water. Krop is ook een aanklacht tegen onze onverschilligheid ten aanzien van het milieu. Maar de liefde blijft de boventoon vormen, als een anker, een rustpunt.
Provoost spreekt de lezer soms rechtstreeks aan (een beetje het Fleabag-effect) en vraagt ook wel wat van ons lezers. Dit is een bundel die je met mondjesmaat leest, laat inwerken en herleest. Ik hoop dat ze nog meer poëzie publiceert in de toekomst!