een gedicht is een manier om met de lezer te communiceren
Astrid H. Roemer (1947) debuteerderde onder het pseudoniem Zamani in 1970 met de dichtbundel Sasa. Ze kende haar doorbraak naar een groot publiek met de schitterende roman Over de gekte van een vrouw (Uitgeverij In de Knipscheer, 1982). Inmiddels heeft ze een veertigtal titels op haar naam staan, in alle denkbare literaire genres: van gedichten tot novellen, romans, columns, toneelwerken, liederen, libretto’s en autobiografieën. Voor haar romans is ze in 2016 bekroond met de P.C. Hooftprijs en voor haar gehele oeuvre in 2021 met de Prijs der Nederlandse Letteren. Ik ga strijden moeder (2021) markeert haar 50-jarig schrijverschap.
Ik leerde Astrid eerst kennen door haar proza , waar ik ook heel wat Poëzie vond inzitten. Haar poëzie was dan toch helemaal apart. Ik ga strijden moeder geeft een goed beeld van de ontwikkeling van de jonge activistische dichter tot de diva die in spannende vertelbeelden de lezer met de kracht van de verbeelding weet te betoveren. Roemer was weliswaar niet de eerste die zich tegen koloniale overheersing en voor een opwaardering van de zwarte huid uitsprak, zij kan wel gerekend worden tot de eersten van de tweede golf Surinaamse onafhankelijkheidspoëzie die in 1975 haar grootste hoogte zou bereiken.
Haar pogen om een eigen taal te creëren slaagt in een plotseling opduikend beeld dat verrast, in een oorspronkelijke strofe soms.
Haar poëzie is nauwelijks te vergelijken met die van welke Nederlandstalige dichter dan ook. Voor Roemer is een gedicht een manier om met de lezer te communiceren. In haar vroegste verzen kondigt zich alles al aan. Vrije verzen doortrokken van emotie, zelfs rebellie. Astrid H. Roemer blijkt dan al de taal in al zijn facetten en in al zijn poëtische nuances te beheersen.
Met elke bundel zet de verandering in Astrid H. Roemers poëzie door. Het verhaal wordt poëzie. De liederen worden vrije verzen, vrije verzen worden liederen. De voortdurende gedaanteverandering is vanaf het begin een kenmerk van haar poëzie en ze eindigt voorlopig in pure muzikaliteit, taligheid en vormkracht. Het is een bijna mythologische gedaanteverandering.