Botsende werelden
HET GELUID VAN VALLENDE SNEEUW. Jannie Regnerus. ***
Een Nederlandse kunststudente krijgt de kans om een jaar in Japan te leven. Ze komt niet in een bruisende grote stad terecht, maar in een grijs en saai stadje, met internationale collega-kunstenaars die elk hun ding doen en elkaar niet echt het licht in de ogen gunnen. Van de Japanners zelf is moeilijk hoogte te krijgen. De meesten zijn afstandelijk met de glimlach. De enkelen die hartelijk zijn, zijn balsem op haar eenzaamheid. Gelukkig is er haar vriendin Etsuko, al heeft die een overvolle agenda. Wat Jannie het meest treft, is de enorme tegenstelling, zelfs in de grote steden, zelfs bij mensen met een hoge opleiding en een vrije geest, tussen de high tech van het dagelijkse leven en het even dagelijkse ingewortelde geloof in Shinto, dat alles in de natuur, maar zelfs levenloze dingen, bezield zijn. Voor Jannie vaak ‘tot in het absurde’. Ze probeert haar grenzen te bewaken en ontdekt hoe moeilijk dat is in een land dat leeft volgens giri, eer- en plichtgevoel dat tot zelfopoffering leidt ten gunste van het geheel. Wat mooi is, en verwijst naar de titel, is de Japanse gave tot aware, oog en ontvankelijkheid voor het detail, het bijna onzichtbare, het bijna onhoorbare, met name in de natuur. Al leidt ook dat vaak tot absurde tegenstellingen.
Voor mijzelf was heel veel herkenbaar, vanuit mijn opzoekwerk voor mijn Y.A.-roman ‘Een dubbel vuurteken’. Voor lezers, die helemaal niet vertrouwd zijn met de Japanse samenleving, kan het boek een ontdekking zijn. Ik bleef wat op mijn honger zitten.
Synopsis
Een Nederlandse studente aan de kunstacademie vertrekt voor een jaar naar Japan.