La maison où j'ai grandi, van Françoise Hardy... Maar donkerder, dieper, dichter op de huid
HET BOEK VAN DE HUIZEN. Andrea Bajani. ****
Je wordt geboren en groeit op in een land, een huis, een bepaalde tijd.
Je wordt geboren in een familie die zelf ook nog familie heeft. Soms kan die schuren. Soms komen er scheuren van die zich ook in de volgende generatie vertakken.
Je woont in huizen. Je verhuist. Je begint een eigen gezin in een ander huis.
Je woont in dromen en in verlangens.
Je woont in je woorden, je daden, je nalatigheden, je liefdes, je falen.
Je woont mettertijd in herinneringen.
Je woont onder een schild of binnen naakte huid.
Ik zeg Je, maar Bajani noemt zijn hoofdpersoon Ik.
Ik loopt. Ik schrijft. Ik ziet.
De eerste keer denk je aan een zetfout, of erger, aan een taalfout.
De roman is ingenieus opgebouwd. Hij verspringt van huis naar huis, van jaar naar jaar, schijnbaar in een toevallige willekeurige volgorde.
De constante is de schildpad. En Ik.
De lezer puzzelt, voegt samen, ontdekt samenhang.
Geen verhaal en structuur om snelsnel te lezen. Daarvoor is het ook te intiem.
Het moet heel langzaam doorsijpelen.
Je wordt die Ik. In een ander land, een andere stad, een andere tijd. In andere huizen.
Maar mens zijn is van overal en van altijd.
Je herkent. Met een glimlach, met een zucht. Met weemoed, waar niets mis mee is.
Synopsis
Een man vertelt zijn levensverhaal aan de hand van de huizen waar hij heeft gewoond.