veel blijft onuitgesproken en is suggestief
De dubbele boog was 'de schoonheidslijn' van Hogarth, een instinctieve slangachtige flikkering van twee gedwongen lijnen verstrengeld in één zich ontvouwende beweging "
De schoonheidslijn van Alan Hollinghurst schetst op fijnzinnige wijze een ontnuchterend portret van de jonge homoseksueel Nick Guest, die zich schoorvoetend op het glad ijs van de Britse upper class tijdens de Thatcheriaanse jaren tachtig begeeft. Na te zijn afgestudeerd in Oxford mag Nick Guest in 1983 tijdelijk wonen op een zolderkamer bij de ouders van zijn beste vriend, als hij op University College London een proefschrift gaat schrijven over Henry James. Omdat Toby's vader, parlementslid Gerald Fedden, de rijzende ster is van de regeringspartij van premier Thatcher, leert Nick veel bekende mensen kennen. Daarnaast komt hij als homo uit de kast en heeft zijn eerste homo-relatie. Hij voelt zich wel op zijn gemak bij de Feddens.
Op chique feestjes moet hij zich nog wel aanpassen en hij beseft tot zijn grote spijt dat hij zijn zwart vriendje Leo, waar hij zo dol op is, hier beter niet naartoe neemt. Nick is geobsedeerd door schoonheid. Hijzelf is afkomstig uit een ‘simpel’ gezin uit een klein stadje waar zijn vader als antiquair bij de adel de klokken mag komen opwinden. De schoonheid die de familie Feddens aanvankelijk uitstraalde begint na verloop van tijd barsten te vertonen. De hypocriete menselijke verhoudingen, afgunst, corruptie, geheimhouding en een beetje coke zijn daar zeer zeker debet aan.
Aids wordt overal nog angstvallig op afstand gehouden. In eerste instantie ook door Nick. Maar vermits er in de jaren tachtig de meeste slachtoffers te betreuren vielen komt het heel dichtbij en tast het ook hem emotioneel aan. Als er vrienden ziek worden en wegvallen verschuift de rol van Nick in het boek. Waar hij eerst een perfecte observator van de schoonheid om hem heen was, wordt hij gaandeweg in de roman zelf het onderwerp van het drama. Het boek werd verdeeld in 3 delen: ‘het liefdesakkoord’ over het jaar 1983, ‘Aan wie behoor jij in al je schoonheid?’ dat zich afspeelt in 1986 en ‘Het einde van de straat’ over 1987. Erg veel in het boek blijft onuitgesproken en is suggestief. Het is zeker geen frontale aanval op de Tories uit de jaren tachtig. Wat vooral in dit boek onderlijnd wordt is dat deze periode een tijd is van buitengewone veranderingen, van beroering op allerlei terreinen, waarvan de intrede van aids ook een voorbeeld is.
Zéér terecht won De schoonheidslijn van Alan Hollinghurst in 2004 de Bookerprize.
Synopsis
Een 20-jarige, die een kamer bewoont in het huis van een rijk en ambitieus Tory-parlementslid in de periode Thatcher, verkent de wereld van geld, macht, verdovende middelen en herenliefde.