Van kwantummechanica tot AI - tss genialiteit en menselijkheid
****
Schrijver Labatut maakt opnieuw (net zoals in zijn geweldige vorige boek 'Het blinde licht') een fictioneel geheel van wetenschappelijke feiten en ontdekkingen, met de praktische consequenties en verschillende filosofische bedenkingen daarrond.
Er zijn 3 delen in het boek, het eerste deel gaat over de natuurkundige Paul Ehrenfest, een Joodse natuurkundige die onder meer belangrijke bijdragen heeft geleverd aan de kwantummechanica. Tegen de achtergrond van het oprukkende Nazisme davert de wereld van Ehrenfest op zijn grondvesten en dit heeft verstrekkende dramatische gevolgen.
Het tweede en grootste deel van het boek gaat over Johnny von Neumann, één van de grootste wiskundigen uit de moderne geschiedenis. Er wordt een beeld geschetst van deze briljante man en zijn uitvindingen aan de hand van mensen uit zijn omgeving, zoals zijn ex-vrouw(en), collega's en vrienden. Als grondlegger van de eerste moderne computer, is zijn ontwerp M.A.N.I.A.C. (Mathematical Analyzor Numerical Integrator and Automatic Computer Model) een aanzet geweest tot de ontwikkeling van artificiële intelligentie. De omvang van zijn invloed in natuurkunde, wiskunde en informatica is gigantisch, maar zo ook zijn betrokkenheid als stuwende kracht in onder andere de kernwapenwedloop.
Het
laatste deel van het boek draait om het eeuwenoude Aziatische spel 'Go'
en de ontwikkeling van computerprogramma's die de strijd aangaan met de
grootste meesters uit de Go wereld.
Opnieuw wordt het spanningsveld tussen genialiteit en gevaar en de ethische vraag naar verantwoordelijkheid aangehaald, dit deed de schrijver eerder ook al in 'Het blinde licht'. De Maniac is een heel leerrijk en boeiend boek, Labatut is gewoon een zeer intelligente man en geweldige schrijver. Gezien de onderwerpen die in dit boek toch niet de gemakkelijkste zijn, is het bewonderenswaardig hoe hij er in slaagt om het toch toegankelijk en interessant te houden. Ik kon het boek moeilijk wegleggen!
Synopsis
John von Neumann (1903-1957) verbijstert zijn omgeving met zijn monomane zoektocht naar de grondslagen van de wiskunde. Nadat zijn geloof in dit systeem begint af te brokkelen, zet hij zijn intellect in voor de machtshebbers.