Stilistisch meesterschap
Citaat: " Bevallige meisjes, die in Parijs en elders hun prijzenswaardige charmes voor een handvol geld verzilveren , hebben er geen flauw idee van tot welke grimmige haat hun billen borsten vereenzaamde mannen kunnen inspireren."
Roger Van de Velde (1925) was journalist voor De Nieuwe Gazet. Vanwege zijn palfiumverslaving, aangekweekt na een operatie, werd hij vanaf 1961 meermaals in instellingen geplaatst, waar hij onder meer De knetterende schedels (1969) schreef. Hij overleed in 1970 aan zijn verslaving, kort nadat hij de Arkprijs voor het Vrije Woord had ontvangen. Met zijn indrukwekkend proza wist hij vele Vlaamse auteurs beïnvloed en verschillende van zijn boeken zijn ook nu nog, dertig jaar na zijn dood, meer dan het lezen waard. Ook zijn levenswandel is overschaduwd door de jaren die hij achter tralies heeft doorgebracht. Ook als journalist blonk hij uit in veelzijdigheid en in zijn artikelen kwam hij op tegen sociaal onrecht. In De knetterende schedels beschrijft Roger Van de Velde zijn medebewoners van de instellingen waar hij werd geïnterneerd. We ontmoeten Daniël, die drie dagen aan een stuk lange sigaretten rookt omdat Prometheus het hem zo instrueert, Jules Leroy, die de kat doodt waar hij zoveel van houdt omdat ze zijn rosbief opeet, en markies de la Motte, die schuldbekentenissen voor miljarden franken uitschrijft. De verhalen zijn puntgaaf en met een heel sterk observeringsvermogen geschreven. In deze uitgave is ook Recht op antwoord opgenomen, een scherp en vlammend pamflet waarin Van de Velde censuur en het falende interneringsbeleid in ons land aan de kaak stelt. De aan Palfium verslaafde Roger van de Velde ging zich toeleggen op het stelen en vervalsen van recepten. Dat deed hij nogal amateuristisch en hij liep dan ook tegen de lamp. Zijn advocaat vond dat Van de Velde het moest gooien op ontoerekeningsvatbaarheid en dus werd een psychiatrisch onderzoek aangevraagd. Volgens Van de Velde later, stelde dat onderzoek niet veel voor: vijfentwintig minuten oppervlakkig routinewerk en enkele leuke spelletjes van hersengymnastiek. In het rapport van de psychiater werd Roger van de Velde omschreven als zuivere toxicomaan, lijdend aan zware karakterstoornissen gekenmerkt door een schizoïde teruggetrokkenheid, een affectieve armoede, een oppervlakkige en pseudo-intellectuele levensinstelling. Dit verslag was niet alleen weinig vleiend, het zorgde er ook voor dat Van de Velde begon aan een lange reis door gevangenissen en psychiatrische instellingen, een reis die uiteindelijk acht jaar zou duren. Maar toch had dit gedwongen verblijf in niet zo rooskleurige omstandigheden ook één voordeel namelijk dat Roger van de Velde de therapeutische waarde van de literatuur ontdekte. Hoewel hem dat verboden werd, bleef Van de Velde schrijven. Zijn door zijn vrouw naar buiten gesmokkelde proza is zowel een aanklacht tegen het beleid in de psychiatrie, als een warme tekening van de verschoppelingen en gekken die de inrichtingen bevolkten. Het debuut van Roger van de Velde verscheen in 1966: de verhalenbundel Galgenaas. Daarop volgden de verhalenbundels De slaapkamer (1967) en De knetterende schedels (1969). En wat een stilistisch meesterschap weet hij in die portretten van marginale figuren met hun koppigheid, hun dromen, hun unieke kanten, hun bekrompen wereld, hun grootsheid te leggen. De heruitgave van prachtige verhalenbundel De knetterende schedels (1969 en een striemend pamflet bewijst dat de schrijver Roger Van de Velde 50 jaar na zijn dood een literaire wederopstanding verdient. Met een heruitgave van zijn beste werk - de verhalenbundel ‘De knetterende schedels’ - probeert Uitgeverij Vrijdag daar verandering in te brengen. In september zal ook een de biografie over hem door Ellen Van Pelt, getiteld ‘Deze wereld is geen ergernis waard’ verschijnen. Daar kijk ik nu echt naar uit want nu ik de man zijn opgedolven schrijfsels heb gelezen, wil ik ook meer over de schrijver zelf te weten komen.