Op een zoektocht naar inspiratie door zuidelijk Europa
In de derde roman van Gert-Jan van den Bemd leer je iets meer over het leven van de vrouw kennen die op de foto van de cover staat, namelijk de Franse Yvette. Maar het gaat toch vooral over Branco en Julia, twee personages die in Lissabon wonen en beiden met kunst bezig zijn.
Branco is een al wat oudere antiekhandelaar die bijna elke week op de Feira de Ladra, één grote rommelmarkt, in armoedige kleren rondstruint op zoek naar curiosa die hij voor een veel betere prijs kan doorverkopen aan rijke verzamelaars. Hij koestert echter de wensdroom om door te breken als schrijver, ook al heeft hij zelf nog nooit een boek geschreven. Julia is een jonge schilderes die op de Feira haar eigen serie-schilderijen aan de man brengt en veel meer in haar mars heeft dan het werk dat ze daarin steekt, maar in haar levensonderhoud dient te voorzien en bij haar ouders woont. Zij heeft een painter’s block i.p.v. een writer’s block en verdient bij door op de tekenacademie als naaktmodel te poseren voor de klas van Valèrio, een oudere artiest met wie ze een affaire heeft en die haar in ruil ondersteunt om haar carrière verder uit te bouwen.
Op de Feira vinden zowel Julia als Branco tegelijkertijd een doos oude foto’s waarop het leven van de Franse vrouw Yvette stapsgewijs in beeld wordt gebracht. Julia heeft er al twee uit geselecteerd ter inspiratie voor haar schilderijen als Branco er enthousiast over wordt, er een begin van zijn schrijverscarrière in ziet en daarom de rest van de doos voor haar neus opkoopt. Beiden hebben spijt dat de ander er met de rest van de foto’s vandoor is, ook al is Branco veel gretiger en hebzuchtiger dan Julia. Ze komen elkaar opnieuw tegen via de Feira, en gaan tegen heug en meug met elkaar samenwerken om het leven van de vrouw op de foto’s op te sporen en gaan samen op reis naar Frankrijk, met Valèrio als tussenpersoon die er zelf ook wel iets in ziet als Julia hierdoor haar schilderkunst terug zou kunnen opnemen. Branco is vooral analytisch en beschrijvend, en ziet in Julia de fantasie en het lef waarmee ze schildert die hij zo ontbeert, en waaronder hij blijkt te lijden.
Valèrio geeft misschien wel blijk van zijn wil om Julia het te laten maken maar profiteert toch vooral veel van haar en laat hier geen kans voor onbenut. Als zij en Branco tijdens hun gezamenlijke zoektocht toch naar elkaar toe groeien en elkaar beginnen te begrijpen, geeft hij blijk van jaloezie en loopt hun tocht niet zo goed af. Dat het leven voor Branco en Julia nogal rustig verder zal lopen, doen de twee ik-perspectieven, die vanaf het begin goed verwerkt zijn in het boek, al van in het begin lichtjes vermoeden in feite. Uiteindelijk is voor de invulling van het leven van de vrouw met de mysterieuze glimlach hun eigen verbeelding nodig. De levens van zowel Branco als Julia zijn minder vaag gehouden dan die van Yvette en haar familie. De auteur is zelf op het spoor van deze foto’s gekomen tijdens een vakantie en waar hij de lezer gelukkig ook een blik op gunt.
De lichte en fleurige schrijfstijl van Van den Bemd neemt je in om mee op reis te gaan, op een soepele vlotte manier, en waaruit veel observatievermogen blijkt. Beeldend en sfeerscheppend schrijft hij over Lissabon en de reis door Frankrijk. Toch blijft het verhaal niet zo lang hangen dan ik gehoopt had. Dit is echter een perfect vakantieboek waarin je een aantal plekken in zuidelijk Europa leert kennen. EN je misschien, net als ik, ertoe wordt aangezet om eindelijk eens iets te gaan lezen van de beroemde Portugese dichter Fernando Pessoa.