“Wij dragen medeverantwoordelijkheid om het beste te maken van de plek waar we samenleven” - interview met Johan De Vriendt, auteur van 'Heimweeën'

1 februari 2024

Door Sven Reynders. Foto: An Clapdorp.

Met het boek 'Heimweeën' schreef Johan De Vriendt een magistraal boek dat vanuit het polderdorp Doel een aantal universele boodschappen uitdraagt en tevens een zeer boeiend en persoonlijk relaas van zijn eigen zoektocht beschrijft. Waar kan ik de schrijver dan ook beter ontmoeten dan in Doel zelf. Het verslag van een avontuurlijk en meeslepend gesprek.

In het boek zit een heel mensenleven, met vreugde en verdriet, overwinningen en nederlagen. Wat was de aanleiding om het boek nu te schrijven?

Het boek is geschreven over een periode van 24 jaar. In 2000 heb ik de eerste zinnen op papier gezet toen ik in Doel kwam wonen. Dat waren geen normale omstandigheden, ik was op zoek naar een plek om te wonen in deze streek. Ik was betrokken bij de strijd om het dorp. De huizen waren opgekocht door de overheid omdat ze de streek wilde leegmaken voor de havenuitbreiding. Ook het open polderlandschap en de Schelde charmeerden mij. Het herinnerde me aan mijn oude thuis in Tielrode dat ik jaren daarvoor ongewild had moeten verlaten, waardoor ik mijn eerste heimwee had beleefd.

De oude school van Doel stond al jaren leeg. We zochten een plek om positief te ageren, om van onderuit terug op te bouwen. De actie voor Doel kraakte het gebouw en ik ging er wonen. Die school is ondertussen uitgebouwd tot een gemeenschapscentrum waar veel activiteiten doorgaan, met een gelagzaal, een kampeerterrein, een voedselbos en een herinneringsbos.

U beschrijft uw verleden als kraker in Doel. Hoe kijkt u daar achteraf op terug?

Ik moest van een leeg gebouw terug een thuis maken. De eerste winters waren bikkelhard. Ik had enkel een kleine stoof. Ik kreeg het nauwelijks warmer dan 15 graden. Ik zat voor mijn stoof met een jas en handschoenen aan een boek te lezen.

Ik was geen kraker in de klassieke betekenis van het woord. Ik had een vaste job. Het was een hard leven. Er waren pesterijen van overheden. Het werd de toen nog meer dan duizend inwoners van het dorp op alle mogelijke manieren moeilijk gemaakt. In enkele jaren tijd schoten er nog maar enkele tientallen inwoners over. Hele straten werden met bulldozers en kranen neergehaald. Er kwamen ook andere krakers. Er waren goede zorgzame mensen bij, maar helaas ook andere. Er waren ook mooie momenten. Mijn jongste dochter Gitte werd er geboren. De solidariteit onder de mensen die het goed meenden was een enorme steun. De school werd ‘de gezellige haard van verzet’ en dat is het nog altijd. Eén lezer schreef me dat het boek spannender leest dan een thriller. Ja, een thriller was het wel, maar gelukkig hebben we de strijd gewonnen en kan Doel nu herleven. En ook ik.

Het boek gaat vooral om alles wat er met Doel en de regio is gebeurd door de jaren heen. Maar het thema is universeler, niet?

De boodschap is dat wij de medeverantwoordelijkheid dragen om het beste te maken van de plek waar we samenleven. De mens is een wezen dat zijn plek moet veranderen, zich eigen maken. Cultuur is voor ons het medium om de natuur menselijk te maken. Dat kan helaas ook leiden tot natuurvernietiging.

Ik ben tegen doemdenken. Velen besluiten hier verkeerdelijk uit dat de mens zich moet opsluiten in de steden en dat de natuur zijn gang moet kunnen gaan opdat deze zou kunnen regenereren. Neen, wij hebben de natuur nodig, wij zijn een deel van de natuur, wij moeten terug leren samenleven met de natuur, dat is de universele boodschap van het boek.

Je moet begrijpen dat acties nooit gingen over voor of tegen de haven. Het ging over evenwichten. Welvaart ten dienste van de mens. Je ziet vandaag de dag heel veel mensen afhaken. De ratrace is een hindernissenparcours geworden van burn-ons, burn-outs, depressies, downers, uppers en andere drugs om het toch maar te kunnen volhouden en heel veel eenzaamheid en overspannenheid. Ze hebben geen energie meer. Ze zijn op, ze hebben angst. Consumeren biedt hen troost. Maar is het dát wat de mens nodig heeft?

Onze identiteit stopt niet aan onze huid: ons huis is onze tweede huid, de omgeving waarin we leven is de derde huid.

Als je in een fijne, betekenisvolle en gezonde omgeving kunt leven, waar je actief bezig bent als mens, in gemeenschap met de natuur, word alles beter. Je hoeft het niet te gaan zoeken op de toeristische plekken. Op de duur worden die plekken onleefbaar. Kijk maar naar Venetië, daar keert de plaatselijke bevolking zich tegen de toeristen.

Het thema lijkt wel actueel te zijn, territorium(drift) staat in het midden van de belangstelling met de oorlog in Oekraïne. Zo las ik in een artikel: “Bij een verlaten, gekraakt huis groef één van de soldaten voren in de grond en plantte zaadjes. Hier vechten we voor, zei hij. Dit land is dierbaar voor ons.” Wat doet dit met u?

Daar kan ik mij volledig in vinden. Ik las hier een interessant boek over, ‘Tuinieren voor de geest’ van de Britse psychiater Sue Stuart-Smith. Het boek gaat over het belang van tuinieren en hoe we van zaaien, wieden en snoeien gelukkiger worden. Het boek beschrijft hoe soldaten in de Eerste Wereldoorlog tuintjes onderhielden achter de loopgraven en frontlinies. Dit sluit aan bij die soldaat in Oekraïne. Je kan niet een heel jaar, lente, zomer, herfst en winter zitten wachten op de vijand. Iets zien opgroeien en bloeien is nodig voor de geestelijke gezondheid; van enkel wachten op de kogel word je gek. Volgens Stuart-Smith helpt tuinieren en met de grond bezig zijn in vele therapieën, om mensen uit hun agonie of neerslachtigheid te halen. Veel geestelijke ziekten beginnen immers wanneer mensen zich niet ‘ge-aard’ voelen.

Zo is het ook bewezen dat ziekenhuizen in een groene omgeving betere resultaten boeken omdat het de mensen tot rust laat komen. Het is die rust die hen doet genezen, niet de geneesmiddelen. Het zit in het woord zelf, geneesmiddelen, het zijn slechts ‘middelen’. Het is het besef dat de omgeving en de grond kracht geeft om door te gaan.

In het boek ‘Onder een andere hemel’ van Joke J. Hermsen lees ik de volgende zin: ’Ons leven speelt zich af tussen heimwee naar het vertrouwde en een verlangen naar het onbekende.’ Klinkt u dat bekend in de oren?

Ja, inderdaad, Hermsen heeft het thema ook opgenomen. Ik ontdekte nog een ander boek, ‘De weg terug’ van Jon Day. Daarin wordt verteld dat je de appreciatie voor je eigen omgeving pas goed kan beseffen als je ook eens op een andere plek gaat. Het is steeds een spel tussen die twee, weggaan en terugkomen.

Ik vergelijk het in mijn boek met een spiraal en verwijs daarbij naar de hechtingstheorie. Zie naar een kind, in het begin kan het niets behalve lachen en heel hard wenen. Maar stelselmatig breidt het zijn omgeving uit door te kruipen en daarna te stappen en de wereld te ontdekken. De gemeenschap is daarbij nooit een dwang, maar is ook nooit afwezig. Vandaag dwalen velen onder ons als schipbreukelingen rond omdat we geen anker meer hebben, geen aanlegplaats waar we ons thuis voelen. Het mag dan ook geen verwondering wekken dat Day het in zijn boek over duiven heeft, die hoever ze ook van huis worden weggebracht, steeds de weg terug vinden.

Treffend in de titel, het meervoud van ‘Heimwee’. Wat betekent deze term voor u?

'Heimweeën' slaat op ‘heimwee’, maar ook op ‘weeën’, de pijn die je doormaakt als je de verbondenheid met je thuisgrond mist en de pijnlijke zoektocht naar je wortels.

Ik heb jarenlang niet echt goed gefunctioneerd. Dat ging over gespannen zijn tot echte lichamelijke klachten. Uiteindelijk begreep ik dat die gespannenheid de oorzaak van alle kwaad was. Heimwee wordt in de hedendaagse wetenschappelijke literatuur omschreven als een trage PTSS (Posttraumatisch Stress Syndroom). In de natuur wordt deze stress uiteindelijk afgeleid, letterlijk ‘afgeschud’. Mensen hebben deze natuurlijke reflex verloren. Het lichaam blijft veelal hangen in gespannenheid. Er is gelukkig een tegenbeweging. Ik merk dat heel duidelijk: een onderhuids ongenoegen dat zich soms negatief uit in chatboxen, maar ook op positieve manieren. Ik zie dat bij mijn dochter die gewoon ‘stop’ zegt en besluit om dingen zelf te gaan doen omdat de maatschappij nog maar weinig te bieden heeft.

Heimweeën

Ze doet nu als zeventienjarige stage in een voedselbos. Mensen als mijn dochter ‘unpluggen’ zich van een verkeerde vorm van samenleven. Je kan het zelfs geen samenleving meer noemen. Het is een mobilisatie van impulsen, van consumenten. Wij moeten ons ‘unpluggen’ van het nepwereldje en gaan ‘inpluggen’ in onze wortels, in onze gemeenschap. De jeugd zoekt momenteel actief naar die wortels. En dat wordt het thema van het volgende boek, dat ‘Wonderen’ zal heten. Maar dat is iets voor de toekomst. Je kan ‘Wonderen’ zelf mee maken op mijn blog johandevriendt.com.

___________________________________________________________________

Lees hier ook de leestip van Heimweeën door Sven Reynders: Heimweeën - Universele boodschappen vanuit Doel | Antwerpen Leest