Het aarzelend schrijven

1 maart 2021

Stadslezer André Oyen schrijft in deze column over boeken, auteurs en alles wat hier verband mee houdt.

Op 12 januari 1949 ben ik geboren, wat zeker geen wereldnieuws kan genoemd worden. Wat me wel wat wereldnieuws lijkt is dat op exact dezelfde dag, van hetzelfde jaar in Kioto (Japan) de wereldberoemde schrijver en vertaler Haruki Murakami werd geboren. Mijn ouders hebben wat dit betreft (over de rest ga ik me niet uitspreken) prima werk gedaan. De ouders van mijn leeftijdgenoot waren beiden docent in de Japanse literatuur. Terwijl zoonlief echter altijd meer geïnteresseerd was in de Amerikaanse literatuur, waardoor hij zich een westerse schrijfstijl eigen maakte, en zich daardoor onderscheidde van zijn Japanse tijdgenoten.

Na zijn studie opende hij in Tokio samen met zijn vrouw een jazzbar, "Peter Cat" (1974-1981). Dit verklaart waarom veel van zijn boeken en met name Dans, dans, dans een muzikaal thema hebben. Dans, dans, dans is genoemd naar het lied van The Beach Boys Dance, Dance, Dance, en het boek Norwegian Wood is genoemd naar het lied van The Beatles. In 1987 kwam zijn grote literaire doorbraak met de publicatie van Norwegian Wood, een nostalgisch verhaal over verlies en het seksueel opgroeien van een tiener die terugkijkt op zijn studentenleven en verliefd wordt op twee vrouwen tegelijkertijd. Van dit boek werden miljoenen exemplaren gekocht door Japanse jongeren, waarmee hij een nationale beroemdheid werd. In 1986 verliet hij Japan en reisde door Europa, waarna hij zich vestigde in de Verenigde Staten. Hij gaf les aan de universiteit van Princeton (New Jersey). In deze periode schreef hij Dans, dans, dans, De opwindvogelkronieken en Ten zuiden van de grens. In Norwegian Wood herkende ik, de seksuele escapades uitgezonderd, een heel stuk van zijn jeugdige gevoelens.

Het hoofdpersonage Watanabe herinnert zich bij het begin van het boek via het liedje Norwegian Wood de hele geschiedenis die in het verhaal verteld wordt. Die gaat terug naar het eind van de jaren zestig en speelt zich af in het studentenmilieu van Tokio. Watanabe is een volgens zichzelf gewone student, die theater studeert. Waarom hij dat doet, weet hij zelf ook niet zo goed. Hij heeft een grote interesse voor Amerikaanse literatuur. Bijna willoos, maar ook schijnbaar zonder verzet ondergaat hij de verveling van het leven op de campus. Hij wordt omringd door een aantal merkwaardige figuren. Ze zijn toevallig in zijn leven omdat de dingen nu eenmaal zo gelopen zijn. Watanabe lijkt het bij hen uit te houden omdat ze anders zijn dan hij, maar misschien wel vooral omdat ze op een complex loze manier anders zijn.

Centraal in het verhaal echter staan twee vrouwen, Naoko en Midori. Watanabe kent Naoko al langer. Ze hadden een gezamenlijke vriend Kizuki. Hij was zijn beste vriend en haar eerste liefde. Kizuki pleegt zelfmoord. Het brengt Watanabe en Naoko bij elkaar, en kan hen tegelijk niet echt bij elkaar brengen. Ze trekken met elkaar op, ze worden aarzelend geliefden, maar wat er gebeurd is blijft tussen hen staan. Naoko heeft ook al eerder haar zus door zelfmoord verloren. Op een bepaald moment wordt de druk van het leven te zwaar voor Naoko, en ze stort in. Ze komt terecht in een soort sanatorium in de buurt van Kyoto. Het duurt een tijd eer Watanabe weet waar Naoko is. Hij bezoekt haar, en merkt dat ze nog steeds worstelt met het leven en heel erg in haar eigen wereld leeft. Hij krijgt ook een band met de oudere Reiko, die samen met Naoko een huisje deelt. In de periode na zijn bezoek blijft Watanabe schrijven naar Naoko.

Ondertussen heeft hij in de les Midori leren kennen. Zij lijkt zowat een tegenbeeld van Naoko. Ze is uitdagend en heftig. Hoewel ze een eigen vriendje heeft, trekt ze steeds meer op met Watanabe en voelt zich tot hem aangetrokken. Watanabe voelt zich naar twee kanten getrokken. Aan de ene kant voelt hij een sterke en pure liefde voor Naoko. Ze zijn zielsverwanten, deels verbonden door hun dode vriend, en door een zoeken naar een heel integere liefde. Er is ook een gevoel van verantwoordelijkheid. Hij wil op haar wachten, maar voelt ook hoe zij wegglijdt in haar onvermogen om het leven aan te kunnen. Aan de andere kant is er Midori. Zij is letterlijk en figuurlijk dichterbij. In eerste instantie trekken ze gewoon veel met elkaar op. Ze is een vriendin, maar geen geliefde. Hoewel zij graag praat over haar seksuele fantasieën, lijkt het hem allemaal niet zoveel uit te maken. Zijn hart is bij Naoko. Maar langzaam aan groeien ze toch dichter naar elkaar toe.

Hoewel het verhaal tragisch is, is de toon waarin het verteld wordt niet zwaar, integendeel. De personages leven als toeschouwers in een universum dat vrij leeg lijkt. De dingen gebeuren. Er is geen grotere zin te ontdekken. In het hier en nu sprankelt wel het leven met muziek en boeken, en is er op de achtergrond een context van studentencontestatie. Watanabe lijkt een toeschouwer, die met afstand de dingen bekijkt en ondergaat. Bij elke leesbeurt treft dit boek mij opnieuw en is het net of ik het voor de eerste keer lees, ook al is het zo vertrouwd. Samen met Murami kwam ik in de midlife terecht die hij breed uitspint in ‘Ten zuiden van de grens’. Het boek gaat over herinneringen en herinneringen, over wensen en alternatieve realiteiten, en als je iets zou bereiken en aanraken, zou je de zorgvuldig ontworpen sfeer breken, waardoor je niets anders overlaat dan neurotische ruzies van een eenling over de dingen die hij had moeten doen, maar helaas nooit heeft gedaan. Hoofdpersoon in dit boek is Hajime, een man in zijn late jaren dertig. Hij is redelijk gelukkig getrouwd en de succesvolle eigenaar van twee jazz bars. Hajime lijkt het te hebben gemaakt, maar toch is hij niet echt gelukkig want hij wordt achtervolgd door herinneringen aan de vrouwen die hij onrecht heeft aangedaan. Bovenal wordt hij achtervolgd door de nagedachtenis van zijn jeugdvriendin Shimamoto, de enige persoon in zijn leven met wie hij ooit close is geweest, maar die hij op zijn twaalfde uit het oog verloor. Hajime zal alles op alles zetten om zijn jeugdliefde te heroveren.

Ondanks de schijnbare eenvoud van zijn plot intrigeert Murakami door een mysterieuze spanning, die vooral gedragen wordt door de wazige psychologie van de verschillende vrouwelijke personages. Naast het beschrijven van onderwerpen als enig-kind-zijn en de eerste seksuele ervaringen lijkt Ten zuiden van de grens in de eerste plaats een geladen erotische roman van een nochtans grote tederheid. Van Haruki Murakami (1949) zijn wereldwijd intussen meer dan twintig boeken in zowat vijftig talen verschenen. Lezers van verschillende generaties vallen bij bosjes voor zijn melancholische en surreeële romans, wat bewijst dat cult niet altijd een select groepje aantrekt. Ook de man zelf is gehuld in een waas van mysterie. Voor interviews is hij zelden te strikken en ook dan is hij niet kwistig met persoonlijke informatie. In 2009 liet hij voor het eerst in zijn kaarten kijken met het boek ‘ Waar ik over praat als ik over hardlopen praat’, een hoogstpersoonlijk boek dat hij zelf bestempelde als zijn memoires. Met Romanschrijver van beroep doet hij iets gelijkaardigs met een ander thema. Het is een bundeling van elf eerder verschenen essays waarin hij vertelt hoe hij met schrijven begon en daar tot op vandaag nog steeds zijn rijkelijk belegd brood mee verdient. Naast een inkijkje in zijn schrijfproces deelt hij verschillende persoonlijke verhalen.

Romanschrijver van beroep leest zoals we het van een echte Murakami mogen verwachten. Het creëren van zijn typische stijl om complexe ideeën over te brengen via eenvoudige en vlot leesbare zinnen was een proces van trial and error. Bij de eerste versie van zijn roman merkte hij dat de boodschap niet overkwam en het geheel nogal flets aandeed. Vervolgens schreef hij de eerste hoofdstukken in het Engels, een taal waarin hij geen moeilijke woorden of ingewikkelde constructies kon gebruiken, en vertaalde dit vervolgens wederom naar het Japans. Het resultaat was de unieke Murakami-stijl die de man naast een schare trouwe fans ook behoorlijk wat kritiek opleverde. De immer bescheiden Murakami toont met uitspraken als ‘zelf beschik ik over een minimum aan intelligentie en kennis’, ‘ik ben niet zo vlug van begrip’ of ‘mijn spreekvaardigheid stelt niet veel voor’ zijn pretentieloze aard en maakt zich daarmee heel sympathiek. Daarnaast geeft hij tips aan aspirerende schrijvers en motiveert hij iedereen om het vooral te proberen. Lukt het toch niet, trek je dan vooral op aan het feit dat je brein wellicht te snel werkt. ‘Verstandige mensen kunnen onmogelijk romans schrijven’, aldus Murakami.

Uiteraard weet mijn Japanse leeftijdgenoot maar al te goed dat hij wereldwijd door een immense schare fans op handen wordt gedragen, die nu allemaal in koor roepen: “Happy birthday, maestro”.