Don Vitalski’s Legendarische Dinsdagclub – interview met Vital Baeken

31 augustus 2023

Interview en foto: Isabel Hessel

Na corona was er eerst niets. Dan was er ineens de Dinsdagclub van Don Vitalski, alias Vital Baeken uit Borgerhout. De nachtburgemeester veroverde met zijn spontane underground shows al vele toplocaties. Maar in De Groene Waterman is het allemaal begonnen. Isabel Hessel interviewde hem voor Antwerpen Leest.

Sinds Saskia de Coster weten we wat ‘Nachtouders’ zijn. Maar wat is een nachtburgemeester? Is dat een beschermde titel? En heb je dan macht?

In België is het idee nachtburgemeester niet zo gekend, maar in Nederland heeft iedere stad of dorp een nachtburgemeester. Ieder jaar is er een nachtburgemeester-congres in Nederland, ik ga daar dan als enige Belgische nachtburgemeester naartoe en vertegenwoordig België. Op het laatste congres werd uitgestippeld wat de macht van een nachtburgemeester is. De conclusie was: hij of zij heeft geen enkele verplichting, maar alleen maar voorrechten. Overal gratis binnen mogen, geïnterviewd worden, op de eerste rij mogen. Het is wel een machtig ding. Een stadsdichter wordt gekozen, en die moet dat na een jaar afgeven of met anderen delen, terwijl het nachtburgemeesterschap een goddelijke roeping is, die trouwens overgaat van vader op zoon.

Nog een voorrecht is om ‘s nachts te worden begraven, zodat je fans niet speciaal vroeg moeten opstaan.

Sta je dan al in het stadsboek?

Neen, nog niet. Maar ik ben toch officieel geridderd tot officiële nachtburgemeester. Op mijn 40ste, in het stadhuis door toenmalige schepen van cultuur Philip Heylen.

Je bent de bezieler, het boegbeeld en de impresario van de inmiddels befaamd-beruchte Dinsdagclub. Wat bracht je ertoe? Vertel eens hoe dat is gegroeid?

Ik geef al mijn hele leven lang revues, maar met Wintervuur 2020 vlak voor corona mocht ik op de Slachthuissite tien dagen lang iedere dag een revue presenteren. Toen leerde ik dat er veel succes schuilt in het seriële. Iedere dag kwamen er 30 mensen meer dan voordien. Toen begreep ik, na corona ga ik iets doen, dat erg betrouwbaar wekelijks is.

Dat heb ik nu een jaar volgehouden. Op 5 september vieren we onze eerste verjaardag. We zitten nu al enige tijd in TRANSIT Permeke (Boomsesteenweg 441 Antwerpen). Binnenkort komt zelfs Mick Harvey, de oprichter van Nick Cave & the Bad Seeds. En ondertussen hebben we de Bourla, het OLT en de Minardschouwburg in Gent uitverkocht. We zijn dus goed bezig.

Er wordt ook poëzie gebracht.

Ja, maar het is toch wat moeilijk om dichters te programmeren in de Dinsdagclub, dus doe ik vanaf 6 september elke woensdag iets met dichters in de Seefhoek, in het Seeftheater. Daar gaan veel dichters komen. Bij voorbeeld Maarten Inghels, Monique Bol, … dus dat gaat meer richting literatuur en is voor de helft buurt-gerelateerd. De casting verloopt volstrekt anders. Dichters die willen optreden en dit interview lezen, mogen me mailen op vitalski3@gmail.com.

Hoe leer je die ellenlange gedichten van jou van buiten?

Je bedoelt de zogenaamde stuntgedichten? Ook wel eens klankgedichten genoemd. Dat is een overdreven en hevig gekunstelde vorm, die kent zo’n uitgebreid scheppingsproces dat je het automatisch van buiten kent eens je het hebt geschreven. Gewoon omdat het schrijven zo lang duurt.

Je bent zelf schrijver van o.a. pulpboeken. Zit je op iets te broeden?

Ja. Begin september komt er het 20ste boekje uit en dat is een dromendagboek. Ik schrijf al jaren mijn dromen op als ik wakker word. Dit zijn de dromen van de laatste vijf jaar. Het boekje heeft de titel ‘Ik droomde dat ik wakker werd’ en verschijnt bij Mathildestudios, een kleine uitgeverij in Grimbergen.

Voor Bibliotheek Park interviewde je Herman Brusselmans. Ben je een veelschrijver zoals hij?

Ik vind dat we qua schrijverschap erg weinig gemeen hebben. Maar ik vind zijn korte coupe veel beter, heb altijd geweten dat die daar heel goed mee zou staan. Hij doet ook mee met de Dinsdagclub in Gent. Sympathieke kerel.

Met Jean-Paul Van Bendegem en Johan Braeckman toer je door bibliotheken en culturele centra. Zo brachten jullie al Mary Shelly met Frankenstein, Sherlock Holmes van Sir Arthur Conan Doyle of Edgar Allan Poe in beeld. Wat maakt jullie zo’n ijzersterk team?

Wij zijn alle drie obsessief en toch ook alle drie erg geestig, maar we hebben een totaal verschillende spreekstijl, wat het wel tof maakt. Ik ben zeer vereerd om met die mensen te mogen werken. Omdat die zo spitsvondig zijn, zijn onze gesprekken in de backstage altijd een avontuur op zich. We hebben net een lezing gebracht op www.homeacademy.nl, over ‘Alice in Wonderland’. Daarmee gaan we dan ook weer toeren.

Hoe belangrijk is humor voor jou?

Als ik een halfuur moet doorbrengen met iemand die toevallig geen gevoel voor humor heeft, spring ik graag gratis door het venster. Als een zelfmoordenaar in snoekhouding. Heel belangrijk dus!

Zet je je humor ook in tijdens de lessen Engels?

Zoiets kan je niet aan en afzetten. Maar ik vind zelf, dat ik eigenlijk heel gewoon doe als leraar. Ik sloof me althans niet uit om bij de leerlingen populair te worden. Ik wil niet Mister Entertainer genoemd worden. Ze wantrouwen je toch, omdat je een leerkracht bent. Maar hoe ik overkom als leerkracht zou je aan mijn leerlingen moeten vragen. Ik heb er geen idee van.

Waarom schmink je je gezicht blauw tijdens de Dinsdagclub?

Het is een hommage aan de smurfen. Dat waren mijn beste vrienden vroeger. Het is ook zeer alien. En ik wil in de Dinsdagclub ook graag een alien zijn.

Wat zijn jouw drie favoriete boeken van het moment?

Ik heb net ‘De apenplaneet’ van Pierre Boulle gelezen, waarop de hele franchise is gebaseerd. Ik vond het een slecht boek, maar wel heerlijk om te lezen met de vraag hoe het hele ding allemaal is begonnen.

Dan heb ik met veel plezier het boek ‘Seks, drugs en de brassers’ van Ben Deckers gelezen. Ik lees graag autobiografieën. Hij is de muzikant bij De Brassers, het New Wave groepje uit de jaren 80.

Het laatste boek dat me verpletterde en toch wel echte literatuur is, is ‘Baudolino’ van Umberto Eco. Dat speelt op zoveel niveaus tegelijk… Daar kan mijn verstand niet bij, dat iemand zoiets kan schrijven. Het speelt zich af in de 8ste eeuw, de tijd van de grote volksverhuizingen – en het hoofdpersonage is de grootste leugenaar die ooit op de aarde rondliep. Hij was een chroniqueur, maar is dus alles behalve betrouwbaar. Hij komt al de mythische wezens tegen die in de middeleeuwen leefden, b.v. de tegenvoeters, die leven aan de onderkant van de aarde. Een van de meest geweldige boeken die ik ooit las!

Wat mogen we nog van jou verwachten? Overdag of in het holst van de nacht?

De Dinsdagclub gaat het tweede jaar in, ’t Seef leeft begin aan zijn eerste jaar en dan ga ik op nog toer met ‘De Kempenkrak’, mijn boek over de geschiedenis en het karakter van de Kempenaar. En met de eindejaarsfeesten gaan we met de Dinsdagclub naar de Roma. First we take Manhattan, then we take Berlin.

Je treedt op 17 september ook op ZuiderZinnen. Wat doe jij daar?

Ah ja, ik ben toch gevraagd om daar gedichten te brengen en te presenteren. Op het grote podium.

Tot slot: wat ligt er momenteel op het nachtkastje van de nachtburgemeester van Antwerpen?

Ik ben nu opnieuw pulp aan het lezen. Jack Reacher. Ik lees het op Kindle, de eerste keer dat ik dat doe: Lee Child ‘Killing Floor’. Gebalde zinnen, stoer hoofpersonage. Sexy secretaresses.

Wil je dat dit het laatste woord van dit interview is?

Ja.


Voor meer info over de dinsdagclub, kan je hier terecht.

Dinsdagclub affiche