“De ziel van 't Kiel, dat zijn wij” - leerlingen Atheneum Hoboken schrijven een boekje, begeleid door Barbara Rottiers

10 juni 2024

Door Katja Verbeeck

15 leerlingen van het Atheneum Hoboken hebben zich samen met leerkracht Elien Van Dyck en auteur Barbara Rottiers aan de letteren gewaagd, in het kader van de Auteursresidenties van Literatuur Vlaanderen. Hun gezamenlijk traject mondde uit in het boekje "De ziel van 't Kiel, dat zijn wij", een introductie om je weg te vinden op ‘t Kiel. Over hoe het voelt om op een Kielse school te zitten, over waar je lekker en goedkoop kan eten, over een jongen zijn reis van Somalië tot hier en nog veel meer.

“Stel je voor dat je op een dag wakker wordt op ‘t Kiel, niet wetende waar je bent. Je hebt geen flauw idee hoe je hier beland bent maar wat je wel zeker weet is dat je niet meer kan ontsnappen. Je gaat je weg moeten vinden op ’t Kiel. Zonder hulp. Maak je geen zorgen want dit boek is je beste maat om op ‘t Kiel te kunnen overleven voor de rest van je leven.”

Zo begint het boekje dat de leerlingen van 6 Kantoor van het Atheneum Hoboken gemaakt hebben.

Auteur Barbara Rottiers begeleidde dit traject

Barbara, hoe ben je in contact gekomen met de jongeren die aan dit project hebben meegewerkt?

Dat is gekomen via Literatuur Vlaanderen. Die hadden een oproep gedaan aan scholen in het Vlaams landsgedeelte alsook aan auteurs om zich kandidaat te stellen en zo zijn we dus gematcht.

Welke taken of verantwoordelijkheden had je tijdens het schrijfproces?

Begeleiden. Ik ben geen leerkracht maar ik begeleidde hen als iemand uit de praktijk, om jongeren enthousiast te maken over schrijven. Dat was soms spannend en niet evident om samen een hele weg af te leggen. We gaan er trouwens ook nog een podcast over maken. We willen aantonen dat je zelfs met maar een paar uur op een schooljaar al een heel verschil kan maken. De jongeren waren niet vertrouwd met literatuur maar het is heel mooi om te zien hoe het allemaal is verlopen. Jongeren staan veel meer open voor literatuur dan we denken. Je moet het natuurlijk wel een beetje gericht aanpakken.

Wat was voor jou het meest uitdagende aspect van het werken aan dit boek?

We zaten met een groep jongeren met een beperkte kennis van kunst en literatuur en ik wou hen in die beperkte tijdspanne prikkelen en laten ervaren dat literatuur en lezen heel toegankelijk en tof kan zijn. Tegelijk wou ik op die korte tijd ook met hen tot een eindresultaat komen.

De grootste uitdaging is misschien wel geweest dat ik mijn eigen ideeën aan de kant heb gezet. Voor hen was duidelijk wat het moest worden: een klassiek boekje, dat vonden ze het leukste. Zelf zou ik eerder voor een verhaleninstallatie of zo gekozen hebben. Maar ze wilden een boekje en dat is het geworden. En ook belangrijk: hun naam moest er zeker op en als die naam dan gedrukt was wisten ze er geen weet mee (lacht).

Babara Rottiers
© Erik Van Grieken

Het boek is een soort reisgids voor het Kiel met tips en verhalen. Waarom dit soort boekje?

Hun buurt bleef terugkomen in hun eigen verhalen. Ze wonen bijna allemaal op het Kiel of in Borgerhout en ze waren daar fel mee bezig. Dat is hun wereld, we zochten hoe we daar iets mee konden doen. De meisjes voelen zich soms minder op hun gemak in de buurt, ze voelden zich niet veilig en wat geviseerd. Dat wilden ze dan in dat boekje kwijt. De tekst was echter wat zuur, ik vond dat je daardoor geen lezers kon bereiken dus toen hebben we gewerkt aan hoe je dezelfde boodschap kan geven op een andere manier, zodat je de lezer mee hebt in je verhaal. Ze wilden ook de negatieve kant van het Kiel belichten en dat het niet alleen maar rozengeur is, want dat zou een verkeerd beeld geven. We wilden een vrij realistisch beeld weergeven. Ik was opgelucht toen het klaar was want het bleef heel de tijd wel spannend. Waaide het buiten, dan was het moeilijk en scheen de zon was het ook niet goed (lacht) en soms was er iets mis in de groep dus was het ook minder vlot om te werken. Maar globaal gezien was het wel héél leuk om dit te mogen doen.

Is er een verhaal geweest dat jou extra heeft geraakt?

Voor mij was het belangrijk dat alle namen er konden op staan. Iedereen heeft voor mij, en dat benadruk ik ook, op de een of andere manier iets bijdragen. Ofwel door het schrijven, maar evenzeer waren er jongeren en mama’s die zorgden voor tafels vol eten. Dat heeft me wel ontroerd, dat is voor mij ook je engageren voor zo’n project. Iemand die voor humor zorgt in de groep en die misschien niet graag schrijft is ook waardevol . Er is dus voor mij geen verhaal dat eruit springt.

Wat ik wel een heel mooi moment vond is dat de leerlingen Saïd Boumazoughe, iemand van NoMOBS en op het Kiel woont, konden bellen en dat die man naar de school kwam. Dan zag ik de bewondering in de ogen van de jongeren, dat ze dit konden bereiken door het gewoon vriendelijk te vragen. Zoiets neem je ook mee in je leven. Dat heeft dan niets te maken met dat je zonder dt fouten schrijft. Dat Saïd zelf zei dat een groep samen veel voor elkaar kan krijgen, dat deed ook wel iets met de leerlingen.

Heb je zelf iets geleerd van de jongeren tijdens dit project?

Ik heb dit heel graag gedaan. Ik weet niet of ik iets geleerd heb maar wat ik eruit ga onthouden is dat ik twee keer met tranen in de ogen heb gezeten van ontroering. Ik wist niet dat die tieners me zo zouden raken. Ik vergelijk het met de derde graad van de lagere school, die zitten ook op een keerpunt van hun leven en dat was met deze jongeren ook zo. Onbewust voel je dat dit het moment is om ze nog iets mee te geven. Ik kreeg de kans om op een frisse manier, los van een leerplan, ze los te laten, te vertrouwen, ontvankelijk te zijn voor ze de wereld in gaan. Wat ik extra leuk vind is dat er twee leerlingen zijn die door het schrijven geprikkeld zijn geworden en die gaan misschien een cursus volgen. Er was zelfs een meisje dat me toefluisterde dat ze nu een thriller aan het schrijven was dus ik vind dat we zo’n mensen moeten steunen. Ach, ik heb me zo geamuseerd!

Tijd om de échte auteurs, de leerlingen, te spreken.

‘Yoo wassup buddy?’ Mijn naam is Anass. Ik heb een nieuwe klasgenoot, Ahmed-Nur, en wil graag weten waar hij vandaan komt. Want ik ben in hem geïnteresseerd. ‘Wagwan fam? Hoe gaat het mattie?’ vraagt hij ook aan mij. ‘Goed’, zeg ik. Dit is Ahmed-Nurs verhaal...

Zo begint het eerste verhaal in jullie boek. Hoe is jullie idee ontstaan om een boek te schrijven over het Kiel?

Barbara kwam naar onze klas toe en vroeg waarover ons boek zou gaan. Omdat de meesten van onze klas op het Kiel wonen, kregen we het idee om daarover te schrijven ook al was het niet echt ons plan. Eigenlijk hadden we dat gewoon voor de lol gezegd.

Wat ik zo mooi vond tijdens het lezen is dat mensen die hun thuisland hebben moeten verlaten een tweede thuis vinden op het Kiel. Is het omdat ze dan dingen terugvinden uit het eigen land, zoals een moskee en halal eten? Geeft het een vertrouwd gevoel en is dat een boodschap die je in het boek wou benadrukken?

Dat vonden we wel belangrijk want veel mensen op het Kiel vragen zich af waarom ze hier wonen. Maar als ze dan verder kijken weten ze dat het eten hier ook halal is en dat er Marokkaanse winkels zijn. Al deze dingen kan je niet overal vinden.

De voetbal op het Kiel. Den Beerschot is een ding maar ook hoe je de sfeer beschrijft als Marokko speelt en iedereen buitenkomt met de Marokkaanse vlag. Behalve voetbal, wat brengt mensen nog samen denken jullie?

Het is een samenhorigheidsgevoel. Het zijn allemaal mijn broeders, iedereen kent iedereen en geeft een veilig gevoel.

Hoe het op het Kiel ook vaak verpest wordt komt in het boek ook naar boven. Irritante jongeren die op de grens Kiel, Kielpark en Abdij zich keerden tegen politie of elk jaar de rellen met nieuwjaar, ook het negatieve werd besproken. Vonden jullie dat belangrijk om ook mee te geven?

Elke stad of dorp heeft iets slecht dus ook het Kiel. Hier zijn veel mensen die zich misdragen maar we zien ook vooral elkaar als broers en zussen. Het Kiel wordt vaak gezien als getto en dat wij als jongeren geen toekomst hebben. Ook al wordt er vaak slecht gesproken over ons, op het einde van het verhaal zie ik wel dat de mensen van het Kiel elkaar beschermen. Onze klas is ook van het Kiel dus we zien elkaar ook dagelijks, buiten school en dat is aan de buurt te danken.

‘t Kiel heeft buurtwinkels, dorpskappers en pleintjes. Dit is een plek waar mensen elkaar nog kennen. Bakkers zijn hier tot 19u open. En op zondag krijg je er zes pistolets voor twee euro. Ontbijten kan al voor vier euro. Dit is een wijk waar la mamma in de vitrine ‘mesemen’ staat te bakken. Dit is een plek waar winkels op zondag en Vlaamse feestdagen open zijn en het verbod op plastic draagtasjes wordt genegeerd. De witte Vlaming koopt bijvoorbeeld zijn broodje bij de Marokkaan, de Turk gaat naar de Marokkaanse moskee en de Marokkaan huurt bij de Indiër. Het lijkt wel een reclame voor een vakantieoord. Voelen jullie dat ook echt zo aan?

Niet als vakantie want we wonen hier, lopen hier school en zijn hier thuis. Maar het is wel fijn omdat we elkaar allemaal kennen en nog een echt dorpsgevoel hebben. Maar vakantie nee, haha (lachen).

Hoe hebben jullie de taken verdeeld? Had iedereen een specifieke rol?

Onze leerkracht heeft gekeken naar elke persoon wat die kan en wat die minder goed kan. Iemand schreef over het Kiel zelf en bij een andere klasgenoot ging het meer over zijn verleden. Bij mij was het dan weer meer een interview over hoe ik hier op deze school ben beland. Ieder had zo zijn eigen taak.

Hoe heeft jullie leerkracht Elien jullie begeleid?

Zij was er vanaf het begin tot nu, het einde. Zij heeft ons echt heel goed geholpen. Zij verbeterde ook onze taalfouten. Mede dankzij haar hebben we dit boek kunnen creëren. Zij heeft ook het idee naar ons gebracht. Barbara gaf tips en inspiratie.

Hoe hebben jullie de verhalen en ervaringen van de mensen uit het Kiel kunnen verzamelen?

Aangezien we al van jonge leeftijd op Kiel wonen weten we van elk persoon hoe die is en hoe die zich gedraagt. Iedereen kent hier wel mensen dus was het gemakkelijk om verhalen bij elkaar te krijgen. Klasgenoten kenden dan ook de rapper Said en ook al is hij vrij bekend, hij is iemand van ons en was meteen bereid mee te werken aan ons boek.

Tijd om de juf erbij te halen. Elien, wat was voor u het meest uitdagende aspect aan het werken met de jongeren aan dit boek?

Het op korte termijn rond krijgen. We kregen 20 lesuren van 50 minuten om aan het boek te werken maar de tijd is zo snel om. Barbara nam eerst de tijd om het project te introduceren. Het was voor die kinderen ook een ver van hun bed show. We hebben allemaal onze vrije tijd hierin gestoken, ook Barbara. We zijn in september begonnen en rond krokus was het zo goed als af dus ja dat is toch een bijna volledig schooljaar dat we daaraan gewerkt hebben.

Hebben de jongeren een realistische kijk op hun buurt?

Ze hebben een genuanceerde kijk op hun buurt. Je kan zeker zeggen dat het realistisch is.

Kiel cover

Zelfs de buurtwerkers van “Zorgzame wijk” zijn hierop gesprongen en hebben een aantal exemplaren van ons boekje besteld. Ze hebben ons ook petjes gegeven met “I love Kiel”. Die gasten hebben wel een visie van hoe hun plein er moet uitzien en wat ze nodig hebben. Wat ook zo is, is dat iedereen elkaar echt kent, het is echt een dorp nog. Dat heeft ook negatieve kantjes natuurlijk want als jij als meisje met iemand rondwandelt kan het niet stiekem want de broer weet het binnen de twee minuten. Ook stadsgidsen hebben ons gebeld dat ze interesse hadden. Ook bomma’s die altijd op het Kiel woonden en dus de reportage op ATV zagen lieten weten wat ze ervan vonden.

Hoe heb je het schrijfproject geïntegreerd in de lessen PAV?

Het vak PAV is zeer ruim. Ik moest projectmatig werken en kon dus iets tastbaar creëren, wat niet altijd gemakkelijk was. Ik wil wel benadrukken dat dit niet op punten stond, ik heb hier geen beoordeling aan gegeven. Er mocht geen prestatiedruk zijn. In het vak PAV zijn de lessen functioneel, zoals een zakelijke brief maken en alles leren over arbeid maar teksten over literatuur worden te weinig gebruikt dus dit was nu ideaal. Barbara heeft ook echt veel inspiratie gegeven.

Wat hoop je dat de leerlingen meenemen uit het schrijven van dit boek?

Als er een paar aangewakkerd zijn om meer te lezen of zelf te schrijven ben ik blij. Ik heb al vaak gemerkt dat als je echt iets wil in het leven, dat dit zo groot kan worden als je zelf wil. Je moet durven vragen en er volledig voor willen gaan. En zie, dan krijg je een boek dat er echt wel deftig uitziet. Ook de samenwerking met mensen uit de buurt was heel mooi om zien. Nu verkopen we dus onze boeken en de winst gaan we gebruiken voor onze eindejaarsreis volgend jaar.


© Bob Van Mol