Biografie “ De wereld is geen ergernis waard – Roger Van de Velde “
Stadslezer Dirk Smits interviewde Ellen Van Pelt. Haar biografie van Roger Van de Velde is te koop vanaf 25 november.
In de Angelsaksische landen en andere landen wordt het genre biografie erg gewaardeerd. Denk maar aan de The Pulitzer Price for Biography in de Verenigde Staten en Le Prix Goncourt de la Biographie in Frankrijk. Vind je dat er voldoende aandacht wordt besteed aan het genre biografie in ons Nederlandstalig gebied?
Er verschijnen niet zoveel biografieën bij ons. Ik ben op zoek gegaan naar goede schrijversbiografieën die voor mij als voorbeeld konden dienen en die waren toch beperkt voorradig. Er zijn er wel een aantal vanuit academische hoek geschreven en deze zijn zeer volledig, maar daardoor niet zo vlot leesbaar. Ik denk aan twee werken die voor mij als voorbeeld dienden: de biografie van J.M.H. Berckmans geschreven door Chris Ceustermans en de biografie van André Baillon door Frans Denissen. Twee uitstekende literaire schrijversportretten.
Ben je zelf een liefhebber van biografieën, egodocumenten, brievenboeken, memoires en gelijksoortige genres?
Ik ben vooral een lezer van romans. Toch moet ik toegeven dat het vakje met biografieën op mijn boekenplank de afgelopen tijd flink is aangegroeid, vooral om te na te gaan hoe andere auteurs hun biografie hebben aangepakt en daarin neemt het boek van Mark Schaevers Orgelman over de schilder Felix Nussbaum een prominente plaats in. De autobiografische boeken Privé-domein van de Arbeiderspers vind ik tevens een fantastische en interessante reeks.
Je hebt op literair vlak al gepubliceerd nl. de roman Drift, die in 2016 genomineerd werd voor de Longlist Hebban Debuutprijs. Ik veronderstel dat de stap van het fictieve naar het non-fictieve wel groot was. Wat was voor jou in het schrijfproces de grootste of moeilijkste aanpassing?
In mijn hoofd had ik het idee dat het schrijven van een biografie gemakkelijker zou zijn dan fictie. Na Drift schreef ik nog een tweede boek dat nooit gepubliceerd is omdat ik er niet tevreden over was. Na vijftien versies ervan ben ik ermee gestopt. En toen kwam het voorstel van deze biografie. Ik ging er vanuit dat na het opzoekingswerk het schrijfproces vlot zou verlopen, maar daarin heb ik me vergist. Ik heb zeer veel werk gestoken in het ordenen van het materiaal en het zoeken naar de juiste toon en stijl. Mijn eerste versies van de biografie waren te academisch en zeer correct wat betreft de feiten, maar daardoor ook saaie lectuur. Dan ben ik naar het ander uiterste gegaan en meer de fictie-toer op gegaan, maar dat voelde helemaal niet goed aan. Uiteindelijk heb ik na een hele zoektocht dan toch mijn eigen schrijfstijl en toon gevonden.
Hoe ben je in contact gekomen met het werk van Roger Van de Velde?
Dat is de schuld van auteur Erik Vlaminck. Deze geeft geregeld boeken weg waarvan hij vindt dat je ze gelezen moet hebben. Hij heeft mij, waarschijnlijk op café, het boek De Knetterende Schedels in de handen geduwd met de boodschap: lees deze!
Wat ik vreemd vind is dat ik in mijn opleiding van psychologe nooit in aanraking ben gekomen met dat werk. Wij moesten tijdens onze studie wel literaire werken lezen zoals Eline Vere van Louis Couperus en Van de koele meren des doods van Frederik van Eeden, maar Roger Van de Velde zat daar niet bij, terwijl een boek als De Knetterende Schedels prima gevalstudies bevat voor psychologen.
En wat sprak je aan in dat werk De Knetterende Schedels?
Ik wist van Roger Van de Velde toen nog niets. Bij het lezen van zijn boek was ik vooral onder de indruk van zijn taal en het gebalde van zijn verhalen en tevens zijn scherpe observaties.
Wanneer is het idee beginnen te rijpen om een biografie over hem te schrijven?
Ik heb Erik gevraagd of hij nog werk van Van de Velde had en dan heeft hij me het nummer van Gierik gegeven waarin hulde wordt gebracht aan Roger Van de Velde. Daarna ben ik zijn boeken beginnen te verzamelen en heb ik zijn achtergrond beter leren kennen. Erik raadde me aan om met mijn obsessie iets constructiefs te doen en voilà, daar was de aanzet tot deze biografie.
De titel van de biografie is “ De wereld is geen ergernis waard “. Is deze titel een keuze van jou of van de uitgeverij? En waarom precies deze zin?
Het was een werktitel. Ik ben zelf slecht in het kiezen van titels. Ook de titel van mijn eerste roman Drift is geen eigen keuze. Maar deze zin komt uit een zeer mooi cursiefje van Van de Velde over een vermoorde prostituee, geschreven voor De Nieuwe Gazet. Oorspronkelijk dacht ik dat deze uitspraak als titel te lang zou zijn, maar de uitgever ging er mee akkoord.
Een biografie kan alle kanten uitwaaieren: thematisch, narratief, chronologisch, academisch, wetenschappelijk, historisch en zelfs geromantiseerd. Wat is het uiteindelijk geworden? Waarop valt de klemtoon?
Zeker niet academisch! In principe moet het werk van een auteur leesbaar en goed zijn zonder dat je de achtergrond kent. Het werk van Roger Van de Velde staat op zich, maar het wordt nog krachtiger en levendiger als je weet in welke omstandigheden het geschreven is. Deze biografie werpt een blik op zijn schrijverschap. Dankzij het schrijven is hij mentaal overeind gebleven en betekende dat zijn redding. Dat is een kerngedachte in mijn biografie.
Qua structuur en opbouw heb ik allerlei wegen uitgeprobeerd, maar het werk is in hoofdzaak chronologisch opgebouwd. Van de Velde verbleef acht jaar achter tralies, maar werd tussendoor tien keer vrijgelaten op proef. Deze vrijstellingen op proef mislukten steeds. In deze periode van zijn leven heb ik thematische stukken ingelast omdat het anders een te saaie opsomming werd. Maar het is en blijft een zeer bepalende periode voor zijn schrijverschap en verdient daarom de nodige aandacht.
Het verzamelen van informatie voor een biografie is een reuzenwerk en een zeer boeiende speurtocht. Hoe heb je dat aangepakt?
De zoektocht is begonnen in Het Letterenhuis in Antwerpen. Na de dood van de echtgenote Rosa Verboven hebben de erven Van de Velde veel geschonken aan dit archief: meer dan vijfhonderd brieven, knipselmappen met artikelen over hem en een boeiende selectie met zijn eigen journalistiek werk. Het is jammer dat deze laatste selectie niet gedateerd is. In Brussel heb ik in de Albertina Bibliotheek de oude edities van De Nieuwe Gazet nagekeken en in Gent ben ik het Liberaal Archief ingedoken. In het Brussels Rijksarchief waar het archief van de BRT wordt bewaard, ben ik op zoek gegaan naar de radioverhalen die hij heeft geschreven, maar niets gevonden. Zelfs het beeldmateriaal van het programma Vergeet niet te lezen waarin Van de Velde optreedt, is jammer genoeg vernietigd. Voor de literaire tijdschriften heb ik me gewend tot de Erfgoed Bibliotheek Hendrik Conscience. Roger Van de Velde publiceerde al op jonge leeftijd in literaire tijdschriften als Nieuw Gewas, Arsenaal en De Faun, tijdschriften die al lang verdwenen zijn in stoffige archieven.
Je kunt natuurlijk blijven zoeken en het ene brengt het andere mee. Zo ben ik ook gaan speuren naar zijn schoolloopbaan, maar de meeste scholen hebben geen uitgebreid archief en alzo zijn talloze gegevens verdwenen. Wel heeft een jeugdvriend enkele schoolopstellen van Van de Velde bewaard omdat hij die zo mooi vond en hebben twee broeders hun herinneringen aan de leerling Van de Velde opgeschreven.
Heb je toegang kunnen krijgen tot alle bronnen?
Ik heb het geluk gehad dat ik zijn interneringsdossier heb kunnen inkijken, wat niet zo gebruikelijk is. In principe is zulk dossier niet toegankelijk omdat het medische en delicate informatie bevat, maar via via heb ik toch inzage gekregen en het mogen gebruiken. Het dossier was helaas echter niet volledig en waar het verdwenen gedeelte zich bevindt, is een raadsel.
En wat met de nog levende ooggetuigen?
De meeste directe familieleden zijn helaas dood, maar nog één ooggetuige is zeer belangrijk en dat is zijn zoon Max. Hij is het middelste kind en was twintig jaar toen zijn vader stierf. Als puber heeft hij die moeilijke periode van zijn vader wel bewust meegemaakt en is daardoor ook wel beïnvloed geweest. En dan is er nog een schoonzus, de vrouw van Rogers jongere broer, en een dochter van zijn oudste broer, alsook twee jeugdvrienden. Dezen zijn allemaal hoog bejaard en daarom heb ik van hen enkel de informatie gebruikt die ik dubbel kon controleren omdat hun geheugen wel eens een loopje kan nemen met de werkelijkheid. Van de collega’s op de krant uit de jaren veertig en vijftig heb ik niemand meer kunnen spreken omdat ze allemaal gestorven zijn. Een liederlijk leven eist zijn tol. De collega’s uit de jaren zestig hebben hem persoonlijk niet meer zo goed gekend door de talloze afwezigheden op de krant wegens zijn interneringen.
Indien ik tien jaar eerder was begonnen met de biografie, had ik veel meer getuigen vanop de eerste lijn kunnen spreken.
Eén van de valkuilen van het schrijven van een biografie van iemand die je bewondert of die je erg respecteert is dat je gewild of ongewild de waarheid of de werkelijkheid geweld aandoet. Om het duidelijk te stellen: een biografie mag geen hagiografie worden. Heb je deze valkuil gemakkelijk kunnen ontwijken?
Ik heb het journalistiek werk van Van de Velde grondig doorgenomen en dat is topwerk. In dat werk is hij als journalist heel geëngageerd. Hij vertelt vooral het verhaal van de marginale mens en is gekant tegen racisme en ongelijkheid. Op een gegeven moment stoot ik op een reeks artikelen geschreven kort na de onafhankelijkheid van Kongo waarin de zwarten als onderontwikkelde mensen en driftkikkers worden voorgesteld. Dit klopte niet met het beeld van Van de Velde als geëngageerd mens. Ik vroeg me af wat ik hiermee moest doen. Onder de mat schuiven en het ontkennen? Dat kon dus ook niet, want het had in de krant gestaan. Ik zocht naar allerlei motieven hoe dat kon. Volgens twee professoren gespecialiseerd in kolonialisme was dat in die tijd wel gangbaar dat je tegen racisme was en dat je toch een ietwat negatief beeld kon hebben van de zwarte medemens. De artikels dateren ook van de periode dat Van de Velde zwaar verslaafd was. Mogelijks werd de tekst door zijn collega’s herschreven. In elk geval was dit voorval een schokje voor mij.
Als psycholoog wilde ik ook te weten komen wat de dieper liggende oorzaak was van zijn verslaving, maar uiteindelijk heb ik deze aandrang kunnen beheersen.
Ook heb ik in het begin te veel de schrijfstijl van van de Velde willen overnemen of imiteren omdat ik die stijl zo bewonder. Daarvan ben ik ook vlug afgestapt.
Geef ons eens een inkijk in de keuken van de biograaf. Hoe ben je te werk gegaan in je project van fase zero tot het eindproduct? Had je een stappenplan of werkschema?
Het plan was dat de biografie af zou zijn in mei van dit jaar, omdat het dan vijftig jaar geleden is dat hij gestorven is. Ik ben begonnen eind 2017 met het lezen van al zijn literair werk en daarna deed ik research en interviews. Ik probeerde twee à drie dagen per week te werken aan mijn project; Eind 2019 begon ik met het schrijfproces en ik heb het genoegen gehad om twee keer een volle week me te mogen focussen op mijn werk: een residentieel verblijf in het Streuvelshuis, Het Lijsternest en daarna in Het Huis van de Dichter in Watou. Twee periodes dat ik geconcentreerd en onafgebroken me kon toeleggen op mijn geesteskind.
Het voordeel was dat Van de Velde een vrij kort levensbestaan heeft gehad en een niet zo uitgebreid oeuvre heeft nagelaten, een zevental boeken. Indien Roger langer had geleefd, zou het schrijven van de biografie op drie jaar niet gelukt zijn.
Het schrijven is een creatief proces en dat heeft veel tijd gevergd. En voortdurend komen er nieuwe elementen en vragen op.
Is de twijfel tijdens het werkproces weleens toegeslagen met in het achterhoofd: waaraan ben ik begonnen?
Ja zeker, verschrikkelijk! Op vele momenten heb ik gedacht om er mee te stoppen, vooral tijdens het schrijven zelf. Wie wilde, mocht al mijn materiaal hebben en mijn taak overnemen.
De moeilijkheid was om een academische tekst om te werken tot een meer literair geheel. Ik had eerst al het materiaal chronologisch in een groot werkdocument van 300 blz. uitgeschreven en om van daaruit naar een boek te gaan, was best moeilijk.
De auteur Roger Van de Velde is zoals vele waardevolle schrijvers de afgelopen decennia weggedeemsterd in de literaire nevelen van de vergetelheid. Nochtans staat hij hoog aangeschreven bij zijn huidige collega’s. Denk maar aan Jeroen Brouwers, Dimitri Verhulst en Erik Vlaminck om er enkelen te noemen. Wat is volgens jou de kracht van zijn werk?
Hij kan met een sobere, krachtige taal en met een scherpe observatie heel veel oproepen. Hij gaat in zijn verhalen altijd op zoek naar het kleine. In de bundel De slaapkamer staan enkele van zijn mooiste verhalen: het leven van de gewone mens, die voortdurend botst op zijn grenzen en in strijd is met zijn innerlijke conflicten.
Naast zijn eigen stijl valt ook zijn specifieke woordenschat op, wat voor onze jongere generatie eventueel een struikelblok kan zijn. Hij pakte uit met allerlei woorden die toen niet zo gebruikelijk waren en met zelf verzonnen gallicismen. Dat deed hij om aan te tonen dat hij intelligent was en niet gek.
Hij één van de weinige mannelijke auteurs, die zo goed vrouwelijke hoofdpersonages kan neerzetten. Hij kan zich perfect inleven in de psyche van de vrouw. Trouwens de verhalen in het boek De slaapkamer bestaan uitsluitend uit vrouwelijke hoofdpersonages die hij zeer goed aanvoelt en beschrijft.
Leer je uit zijn werk ook de mens Roger Van de Velde kennen?
Ja en neen. Elsschot heeft hem ooit aangeraden om authentiek te schrijven, over de mensen en de dingen die je kent. Hij schreef over de dingen die heel dicht bij hem stonden, maar zijn verhalen zijn daarom nog niet autobiografisch te noemen.
Je leert wel bepaalde aspecten van hem kennen via zijn verhalen, waarin hij het onrecht en het leed van de kleine man aan de kaak wordt gesteld.
Het verhaal Côtes de Kabylie uit de bundel Kaas met gaatjes is wel het meest autobiografisch. Het gaat over een alcoholverslaafde en hoe deze verslaving een leven volledig kan overnemen.
In het dagboekfragment Zes Pioenrozen beschrijft Jeroen Brouwers hem als een gevoelig, begripvol, zwaarmoedig en vredelievend persoon. Herken je hem daarin?
Daarmee ga ik volledig akkoord. Hij had ook een romantische ziel en een sentimentele natuur, die hij echter probeerde te verbergen onder zijn humor en strakke manier van schrijven.
Ik denk wel dat hij een introvert persoon was. Er is echter een verschil hoe de familie hem beschrijft en hoe zijn collega’s hem hebben gekend. In het gezin was hij hartelijker en opener, een familieman, maar op café bijvoorbeeld zat hij, vooral de laatste jaren, afgezonderd van de andere journalisten, een beetje als een einzelgänger. Misschien had dat te maken met zijn verslaving en juridische problemen. Zelf beweerde hij dat hij zich beter op papier kon uitdrukken dan in een gesprek.
Er zat wel een zekere gespletenheid in zijn persoon. Langs de ene kant was hij heel liefdevol tegenover zijn vrouw en gezin, een goede echtgenoot, maar langs de andere kant wilde hij ook vrij en rebels zijn. Dat was voor hem een innerlijke strijd.
Naast literator was Roger Van de Velde ook journalist voor De Nieuwe Gazet. Welk soort van journalistiek bedreef hij? Herken je overeenkomsten met zijn literair werk qua thematiek en stijl?
De eerste jaren als journalist was hij van alle markten thuis, vooral sport: voetbal, wielrennen, atletiek, sport tout court. Daarna kwam daar literatuur, theater en film bij. Hij schreef bijna dagelijks voor de krant. In zijn artikels is de schrijver al duidelijk aanwezig. Er zijn verslagen van bokswedstrijden die zeer aangenaam zijn om te lezen en qua taal en stijl literair getint.
Vervolgens heeft hij één jaar de journalistiek de rug toegekeerd om in het familiebedrijf De Condor, een likeurstokerij, te gaan werken, maar dan keerde hij terug naar de krant. Vanaf dan legde hij zich toe op het maken van langere reportages over Antwerpen: het Leger des Heils, een dansschool, zigeuners, het nachtleven, kortom de mens op de rand van de maatschappij. Het zijn thema’s die later in zijn boeken voorkomen: de kleine mens in de grote wereld.
Een zeer lastige keuze: stel dat je uit het oeuvre van van de Velde één werk mag kiezen om een plaats te geven in het eeuwige Walhalla der Letteren, welk boek is dan de uitverkorene? En waarom?
Dan kies ik voor De Knetterende Schedels. Ik denk dat dit werk een hoogtepunt is in zijn oeuvre. En als verhaal valt mijn keuze op 'Spijtig voor het kind' uit de bundel De slaapkamer.
Het is jammer dat enkele werken nog na zijn dood gepubliceerd zijn omdat deze literair toch wat minder zijn . Roger Van de Velde bleef tot op het laatste aan zijn typoscripten schaven en aan zijn teksten werken om ze zo goed mogelijk af te leveren. Je merkt aan de werken die postuum verschenen zijn dat deze ietwat moeten inboeten aan kwaliteit.
Zeker De dorpsveroveraar is een spijtig geval omdat het de indruk wekt dat het allemaal verhalen zijn die uit schuiven zijn getrokken, die nog niet af waren of afgekeurd. Het is jammer dat dit gepubliceerd is.
Nu je de knepen van de biografieschrijverij onder de knie hebt, smaakt dat misschien naar meer. Denk je aan een bepaalde schrijver of kunstenaar die beloond mag worden met een biografie en die jij vervolgens zou willen schrijven?
Neen, niet direct. Het was een te intens proces. Ik stond met het onderwerp op en ging er mee slapen. Mijn man kon het woord Roger niet meer horen. Het werk slorpt je volledig op en je bent voortdurend met dat boek bezig. Ik moet nu een beetje afkicken. Voorlopig blijft het bij een éénmalig project.
Wie eventueel wel een biografie verdient, is de dichter Van Vliet, maar zelf heb ik te weinig affiniteit met poëzie om daaraan te beginnen. Ik heb hem leren kennen via Van de Velde. Deze biografie zou ik zeker aanschaffen en lezen.
Overtuig ons in enkele zinnen waarom we het werk van Roger Van de Velde en jouw biografie over hem zouden moeten lezen.
Omdat zijn boeken ontzettend goed geschreven zijn. Als ik het werk van zijn tijdgenoten lees en ik vergelijk het met zijn werk, dan is dat van hem qua taal en stijl nog steeds hedendaags en zeer leesbaar. Ook de thema’s die hij behandelt zijn nog actueel: denk aan de middeleeuwse toestanden in onze gevangenissen en het soms onlogische systeem van internering.
En mijn biografie toont vooral aan hoe schrijverschap een houvast voor iemand kan zijn en hoe een auteur er mentale kracht uit kan putten.
Het lezen van de biografie kan het werk van Van de Velde nog sterker maken. Het schetst de achtergrond waaruit zijn schrijverij is ontstaan. Beide werkstukken bevruchten mekaar.