"5 weken" - de eerste roman van de 16-jarige Sanne Claus

21 december 2020

Van de nood een deugd maken, dat was voor veel mensen de uitdaging tijdens de lockdown.

Stadslezer Katja Verbeeck ontdekte toevallig de 16-jarige Sanne Claus. Zij kroop immers in haar pen en schreef haar eerste boek.

Nadat op 13 maart heel België in corona lockdown gegaan is, ziet de 16-jarige Lauren tot haar afgrijzen diverse mensen uit haar omgeving ten prooi vallen aan het Covid-19 virus. Haar wereld staat op zijn kop, temeer omdat ze in diezelfde periode ontdekt dat ze niet is wie ze dacht te zijn. De zoektocht naar haar eigen identiteit en het relaas van de verwoesting die Covid-19 in haar leven aanricht, resulteren in een spannende, goed geschreven, vlotlezende roman die de lezer meepakt op een heuse rollercoaster van emoties.
“5 Weken” is een verrassend volwassen roman voor een tiener en voorspelt veel goeds dat nog uit Sannes pen kan komen. Want blijven schrijven zal ze!

Het is de eerste keer Sanne, dat ik zo’n jong meisje tref die al een eigen boek uitgaf. Is dit altijd al een kinderdroom van jou geweest?

“Ja, ik wou toch ooit in mijn leven een boek hebben geschreven, de periode van de corona crisis was hiervoor de ideale gelegenheid. In plaats van alleen maar voor school te werken, series te kijken of chatten met vriendinnen, wou ik werk maken van mijn droom. Ik ben altijd al geboeid geweest door taal. Zodra ik kon lezen, ging er een hele wereld voor me open. Ik ben altijd graag bezig geweest met taal en taallessen. Op school vond ik de vakken Frans en Nederlands ook heel leuk. Toen ik 10 jaar was wou ik al een boek schrijven maar daar nam ik dan de tijd niet voor. “

Het idee zat al in je hoofd. Hoe is het boek uiteindelijk tot stand gekomen?

“Het idee zat in mijn hoofd. Ik ben beginnen brainstormen over de verschillende verhaallijnen en de schrijfstijl. Ik heb een groot papier genomen en heb een soort tijdlijn gemaakt zodat ik voor mezelf de dingen duidelijk in kaart kon brengen. Vanaf toen ben ik elke dag beginnen schrijven.”

Zit schrijven in jouw familie of ben jij de eerste uit je gezin die gebeten is door taal?

“Ik ben de enige. Mijn mama is lerares wiskunde en ook mijn papa doet iets totaal anders. Hij heeft wel een talenknobbel maar schrijven op zich doet hij niet. Mijn broer en zus hebben daar ook geen interesse in. Mijn gezin is meer wetenschappelijk gericht. Ik ben echt een “talenmens”.”

Ik kan me voorstellen dat meisjes van jouw leeftijd in corona tijd over allerlei onderwerpen kunnen schrijven, maar hoe kwam je eigenlijk op het personage van Lauren?

“Het is het type boek dat ik zelf graag zou lezen, maar voor alle duidelijkheid, het is geen fantasy boek over vampieren ofzo. Het gaat over een echt mens met een eigen verhaal. En juist dat interesseert mij. Als dit boek in de bib zou staan, zou ik het sowieso meenemen om te lezen. “

Welke mensen hebben jou het meest gesteund in heel jouw schrijfproces?

“Sowieso mijn gezin. Mijn mama, papa, zus en broer. Met mijn papa heb ik gebrainstormd over het verhaal en mijn broer heeft de cover gemaakt van mijn boek. Heel mijn gezin heeft het boek ook inhoudelijk nagelezen en me gewezen op taalfouten. Alsook of er voldoende emoties en gevoelens inzaten. Zelfs mijn oma en opa hebben het nagelezen. Mijn lerares Nederlands en mijn beste vriendin hebben me ook geholpen. Iemand van de plaatselijke bib heeft mijn boek nagelezen en heeft me handige tips gegeven. En natuurlijk, de uitgeverij. Die wou het dan ook uitgeven en hebben mij geholpen het verhaal om te vormen tot een boek.”

Hoe reageerden jouw vriendinnen en klasgenoten toen je boek uitkwam?

“Heel positief maar ook verrast. Ik had tegen niemand gezegd dat ik een boek aan het schrijven was. Toen mijn boek uitkwam, heb ik echt heel veel positieve reacties gekregen. Vooral reacties van mensen die dit niet hadden verwacht van mij. Mensen hebben nu ook mijn boek gekocht en dat doet toch wel iets met mij. “

Hoeveel tijd zat er tussen het verhaal in je hoofd en het uitgeven van je boek?

“Ik ben letterlijk 13 maart begonnen met het verhaal, 15 maart begonnen met het op een groot papier te schrijven. Vanaf dan ben ik gewoon elke dag beginnen schrijven. Het boek eindigt op 19 april, de laatste lockdown dag. Ik heb dan nog veel moeten nalezen, aanpassen en dan is het boek op 23 juni uitgegeven. “

Heb je een tip voor jonge toekomstige schrijvers?

“Gewoon beginnen met schrijven en niet opgeven. Er gaat immers altijd iemand zijn die je boek wilt lezen. Aan de reacties van de mensen in je omgeving, ga je zien hoe zij je boek vinden en dan weet je dat je de volgende stap kan zetten. Toen ik begon te schrijven, had ik nooit durven dromen dat het boek een jaar later uitgebracht zou worden. Dus mijn tip is: schrijven en niet opgeven! Gewoon doen, je hebt niks te verliezen. “

Welke soort lezer ben je zelf?

“Ik lees graag romans en waargebeurde verhalen. Thrillers en fantasy vind ik niet aangenaam om lezen. Ik lees wel heel veel, al van kleins af aan. Ik kon ook heel snel lezen en las ook boeken voor kinderen die niet voor mijn leeftijd waren.”

Heb je jouw boek op je kamer geschreven, of in de woonruimte met je gezinsleden?

“Meestal zat ik in de living. Terwijl mijn ouders naar het nieuws keken op tv, schreef ik mijn boek. Het was dus niet echt stil maar dat hoefde ook niet voor mij. Toen het boek af was en ik het moest nalezen, heb ik me wel teruggetrokken op mijn kamer. Het was ook tijdens de lockdown best mooi weer dus ik heb ook vaak in de tuin gezeten om daar te schrijven. “

Wat vind jij het moeilijkste aan onze Nederlandse taal?

“Het moeilijkste aan het schrijven van een boek, is de emotie en het gevoel erin leggen. Om het ‘’beeldrijk’’ te maken. “

Kan je jezelf omschrijven in drie woorden?

“Enthousiast. Positief ingesteld. Ik ben ook altijd blij en maak de mensen rondom mij ook blij. Ik ben ook spontaan en een echte flapuit.”

Is er iemand in de auteurswereld naar wie je opkijkt?

“Lize Spit haar debuut was meteen een groot succes, naar haar kijk ik wel op. Eigenlijk heb ik respect voor alle schrijvers omdat ik weet dat het moeilijk is om een boek te schrijven. Zeker schrijvers die al twintig boeken op hun naam hebben staan, dat vind ik enorm chique.”

Heb je nog eens levensmotto?

“Ik probeer altijd positief in het leven te staan. Ik wil mijn positiviteit delen met anderen rond mij.”

Wil je van schrijven je beroep maken?

“Ik weet niet of schrijven mijn beroep gaat worden, ik denk eerder als bijberoep. Volgend jaar ga ik Latijn- Wiskunde studeren in het vijfde middelbaar en op lange termijn is geneeskunde studeren waarschijnlijk mijn doel. Mijn droom om een boek te schrijven is immers al uitgekomen (lacht). Dank je wel corona!”