Zoals in een woestijn water uit rotsen slaan
“Yellow submarine – Jon Kalman Stefansson” ******
‘… en ik word net zo triest als de mondhoeken van Ringo Starr’
Niemand schrijft op zo’n intimistische poëtische manier over het grootste verlies en diepste gemis als Jon Kalman Stefansson.
Pijn wordt troost, bijna ongelooflijk schoon, en ook daar word je dan weer weemoedig van…
Ach dat kleine jongetje dat zijn moeder moet missen en niet met zijn vader kan praten, en dan gaan ook de Beatles nog uit elkaar…
Schoon, ja. Geen ander woord past even goed. Mooi is te afgelikt. En schoon zoals in het moeten blijven wassen van wonden die nooit helemaal zullen helen.
En toch moet je verder met je leven, hoe hard je er ook voor vlucht, ervoor schuilt.
Hoe verbeelding helpt.
En ontmoetingen, zelfs met de doden, want niemand heeft zoveel tijd om te luisteren als de doden, en sommigen zijn al zo lang dood dat ze even lang over het leven hebben kunnen nadenken. En over wat zij anders zouden doen als je de tijd kon terugdraaien.
En maak niet dezelfde fout, jongen, ‘word geen stilstaand water’…
Hoe boeken helpen, woorden, zelfs al lijken ze te hoog gegrepen en ben je bang om opnieuw te dromen en opnieuw te vallen.
Hoe de natuur helpt, de stilte, de sternen die vechten tegen de dood terwijl de meeuwen klaaglijk schreeuwen.
Hoe muziek helpt.
En drank soms dichtbij is en God ook niet helpt en gelukkig is Jezus er nog.
En het verleden je keer op keer inhaalt, in het diepe smijt, en je vervolgens weer terugwerpt op de droge oevers van het nu, waar je kletsnat ligt te bibberen.
Maar vooral over hoe belangrijk het is om van iets hards iets zachts te maken.
Om een uitgestoken hand aan te nemen.
Om de stilte te doorbreken en de breekbaarheid te zien van wie ongenaakbaar leek.
En niet alleen voor jezelf, ook om over de wereld van de levenden, die jou nodig heeft, niet de Egyptische builenpest af te roepen.
Om je ogen te behouden, de verwondering.
Al voel je je nog zo verlaten, je bent niet alleen.
Stefansson, van wie ik bijna alles gelezen heb, borduurt voort op het thema van ‘Jouw afwezigheid is duisternis’, wat me evenzeer aangegrepen heeft.
Zijn taal is poëtisch, zijn denken magisch. Hij laat werkelijkheid en verbeelding elkaar op zo’n manier aanvullen dat het absoluut geloofwaardig is.
Hij laat je glimlachen en stilletjes huilen.
Het is moeilijk om je van hem los te maken.
Ik mis hem nu al, en dat zal nog wel een hele tijd duren.
Zes sterren dus, Stefansson is buiten categorie…