Een jonge vrouw wandelt solo 1700 km van Mexico tot Canada.
De 23-jarige Cheryl kan de dood van haar moeder niet verwerken en zakt weg, tot ze plots besluit om de 1700 km lange voetweg van Mexico naar Canada af te leggen.
Dit
is geen fictie, de schrijfster heeft deze tocht effectief gedaan toen
ze 26 jaar was, het boek schrijft ze 17 jaar later. Deze
autobiografie is dus
gebaseerd op haar
herinneringen,
waarbij ze nagaat waarom ze
tocht heeft gedaan
en wat de invloed ervan was op haar verdere
leven.
In
de eerste 50 bladzijden beschrijft ze haar jeugd, die armoedig en
hard was. Het is erg dramatisch geschreven met weinig relativering,
zodat het me erg “soapachtig” overkwam.
In
haar beschrijving over de eerste dagen van de tocht ligt de nadruk op
de fysieke en de praktische problemen die ze tegenkomt, die
vrij gedetailleerd worden beschreven zodat
het wat monotoon overkomt.
Het zelfmedelijden staat
centraal.
In
het 2° deel van de tocht gaat ze wat dieper in op de dingen die ze
als kind meemaakte en over de keuzes die ze maakte in haar leven.
Het is een goede en vlotte mix, het leest prettiger en vlotter. Een
stijlaanpassing die aangeeft dat Cheryl zichzelf beter leert kennen.
Er is nog geen humor maar wel zelfrelativering.
In
de beschrijving van de laatste dagen van de tocht gaat haar aandacht
naar de mensen die tegenkomt op haar
tocht maar ook beseft ze dat mede door haar ervaringen tijdens haar
armoedige jeugd ze de nodige kennis en wilskracht heeft opgedaan om
deze tocht tot een goed einde te brengen. Van zelfmedelijden tot
inzicht, aanvaarding en hoop.
Alles samen een boeiend werk waarin de emoties van een jonge en sterke vrouw die op zoek is naar de zin van haar leven door een lange tocht te lopen centraal staan.
Synopsis
Memoires van een Amerikaanse vrouw die een 1700 km lange hike over het Pacific Crest Trail door de wildernis van Californië en Oregon maakte, nadat ze in haar leven was vastgelopen.