Het boek voor iedereen die zich (even) verloren voelt. Subliem in al zijn eenvoud.
Dit is het boek dat ik geschreven zou willen hebben. Subliem in al zijn eenvoud en zeer leesbaar zelfs zonder punten en hoofdletters en dat had ik nooit verwacht. Je wandelt mee door het gedachtenlabyrint van de schrijfster, terwijl zijzelf, met haar pasgeboren zoon in een draagzak, elke dag wandelt in een bloedheet park. Haar zoon heeft nabijheid nodig en kan alleen maar slapen terwijl zij wandelt en beweegt. Zij is doodmoe, voelt zich niet meer heel, is zichzelf kwijt. Ze zoekt maar vindt geen antwoorden bij allerlei therapeuten die haar armer maar niet veel wijzer maken. Maar langzaamaan verandert er iets, ze ontmoet de dementerende meneer Bergmans, een man met honderden ‘cacti’ (=cactussen, maar geef toe, cacti klinkt veel beter), en Mia, die wandelt met een husky met een groen en blauw oog, van pater Patrick. Stilaan vindt Suzanne zichzelf terug door zich te verbinden met de mensen in haar buurt, de mensen die ze ontmoet tijdens haar wandelingen in het park. Geluk blijkt om het hoekje te liggen. Een waarzegster vertelt Suzanne dat ze geboren is voor het geluk en ze ontdekt ook dat als je altijd maar voor anderen zorgt, zelfzorg het laatste is wat je nodig hebt. Net dan is het fijn als er eens voor jou gezorgd wordt.
Waarom je dit boek moet lezen?
Een boek vol rake zinnen, grappige mijmeringen, om te lezen en herlezen! Een feest van herkenning ook voor alle mensen die ooit met een pasgeboren baby als een zombie door het leven zwalpten. Of gewoon voor iedereen die zich even verloren voelt.
Synopsis
Suzanne Grotenhuis wandelt na de geboorte van haar zoon dagelijks door het park omdat hij anders niet kan slapen. Het is een erg eenzame periode voor haar. Volgens haar omgeving moet ze goed voor zichzelf zorgen. Maar het zijn net haar toevallige ontmoetingen in het park die zo veel verschil maken. In dit boek deelt ze haar gedachten over zelfzorg en verbinding met anderen.