meesterlijk
ONS SOORT MENSEN. Juli Zeh. *****
Ik ben geen nachtraaf en het was jaren geleden, maar nu moest ik blijven lezen tot het uit was. Met ingehouden adem.
Een meesterwerk, zowel qua opbouw als intriges binnen een kluwen van menselijke relaties, en vooral van wat elk personage in zijn of haar rugzak uit het verleden meesleept. Dat wat oogkleppen geeft.
Een klein dorp. Unterleuten. De Duitse titel zegt oneindig veel meer dan in een Nederlandse vertaling mogelijk is. Oost-en West-Duitsland zijn herenigd. Het heeft een aantal rollen omgedraaid. De goeden worden de slechten, en omgekeerd. Of zoals Zeh zegt: de verraders worden verraden, en vice versa.
Een nieuwe tijd. Op veel gebied, ook inzake milieu. In het natuurgebied, in de onmiddellijke omgeving van het dorp, moet een windmolenpark komen. Sommigen zien er winst in, anderen verzetten zich. De vogelliefhebber bij voorbeeld, vanwege de zeldzame kemphanen. Of omwille van het uitzicht uit zijn tuin?
Het perceel moet alleen groot genoeg zijn om er het windmolenpark op te kunnen aanleggen. Ze zullen moeten samenwerken. Goedschiks, kwaadschiks. Iemand zal moeten verkopen. Iedereen heeft er zijn eigen belang bij.
In dat schijnbaar idyllische dorp – de conflicten worden er al eeuwen onder elkaar geregeld – zijn er de nieuwkomers, die de stad ontvlucht hebben. Ze hebben dromen of ambitie, vaak vallen die samen.
Zo wil Linda een manège uitbouwen voor haar paard. Daarvoor heeft ze medewerking van sommige dorpsbewoners nodig. ‘Niet krijgen’ staat niet in haar woordenboek. De wereld zal draaien zoals zij het wil. Daarvoor haalt ze het onderste uit de kan.
Je hebt de killjoys, de pretbedervers, en de movers. Wie anderen beweegt, heeft macht.
Je hebt de sterken en de zwakken, maar de sterken hebben hun kwetsbare plek en de zwakken kunnen uithalen als ze zich bedreigd voelen.
Tussen dorpsbewoners – de twee aartsrivalen, sinds een noodlottige dag lang geleden – laaien de oude vetes op. De inwijkelingen raken er steeds meer in verwikkeld. Elk gezin, elke relatie, komt vroeg of laat onder stroom te staan.
De karakters zijn vlijmscherp en consequent getekend, maar ook mild. Niemand wil echt kwaad, toch gebeurt het, berokkenen ze het. Vanuit de diepgewortelde overtuiging van het eigen gelijk rijdt elk zich steeds dieper vast. De tragedie kan niet uitblijven.
Als ik al een bedenking heb, is het de vraag of ikzelf, als ik de auteur was, de epiloog had toegevoegd. Zeker, hij is verhelderend. Hij geeft een blik op de toekomst, zowel van de personages als van het dorp, en een analyse van hoe de gebeurtenissen zich zo hebben kunnen ontwikkelen. Hoe mensen als valwild zijn.
‘Valwild zijn dode dieren die in het bos liggen zonder doodgeschoten te zijn. Wild dat zichzelf heeft omgebracht.’
De epiloog schetst ook hoe de schrijver tot het boek kwam. Of de fictieve schrijver.
Maar als ik eerlijk ben, had ik de epiloog, als lezer, liever zelf, voor mezelf, geschreven. Ongetwijfeld zou hij niet heel anders klinken dan hij doet. Maar ik zou hem gedacht en geschreven hebben, en dat zelf kunnen toevoegen aan een boeiende leeservaring, in plaats van het hapklaar uitgelegd te krijgen, is voor mij een wezenlijk deel van het leesplezier.
Synopsis
Als een investeringsmaatschappij een windmolenpark aan de rand van een dorp in Brandenburg wil aanleggen, lopen de spanningen hoog op.