De volheid van een leven in weinig woorden. Eén lang gedicht.
“Jij bent mijn vingers – Nele Baplu” *****
Stilte is even belangrijk als klank voor muziek of als woorden voor een boek.
Stilte doet oplichten.
Stilte maakt dat je stilvalt en beter hoort, beter leest.
Stilte maakt dat binnen in je iets kan beginnen bewegen.
Verwondering. Verlangen.
Diep begraven verdriet, een glimlach.
Stilte schept daar de ruimte en de tijd voor.
Dat is zo voor Ruth, het hoofdpersonage van dit verhaal, en talentvol celliste.
Dat is zo voor mij, de lezer.
Ruth.
De kwetsuur van een jong kind. Gekwetst in de liefde, gelittekend in het lichaam.
Ruth.
Een volwassen vrouw met teveel liefdes die elkaar in de weg staan om ze beide te vervullen.
Hoe haar keuze mee bepaald wordt door het verleden dat je niet kunt veranderen, maar de toekomst wel.
Ruth.
Een vrouw op leeftijd die terugkijkt en nog eenmaal over haar schaduw moet springen.
Ook de andere personages - moeder, vader, vriend Lander, cellolerares Hannah – zijn scherp en tegelijk met mededogen getekend. Van vlees en bloed.
Mensen in hun mens-zijn, met goede wil en gebreken. Om van te houden en medeleven mee te hebben, ook desondanks.
Verleden en heden vallen stapsgewijs in elkaar. Zoals wanneer je een Rubikkubus telkens een heel klein beetje verdraait tot alles op zijn plaats valt. En er rust komt, de chaos is gaan liggen.
Het einde, dertig jaar later, is van een stille, diep ontroerende schoonheid en kracht.
Een kleinood dus, dat zich laat lezen als een schilderij, waarin elke zin op zijn beurt een eigen miniatuur is, vol poëzie, zintuiglijkheid en wijsheid.
Waar de witregels minstens evenveel zeggen als de weinige woorden en die weinige woorden zelf veel meer zeggen dan er staat.
Ruth zal me nog wel een tijd blijven vergezellen…
Synopsis
Een jonge celliste wordt door haar docente uitgedaagd om een betere muzikant uit zichzelf naar boven te halen.