Waar kijk je naar? Naar niets. Omdat je niet kunt zeggen dat het naar alles is
“Ik ga naar de schapen - Marieke De Maré” *****
Andrej, die vroeg zijn ouders verloor.
Simone, zijn vrouw, met de waardeloze broze botten.
Tove, hun dochter die wassen beelden maakt en eersterangs is, wie had dat gedacht.
Rocco, die doden aflegt en bloemen met Latijnse namen uitzoekt die bij hen passen.
Siti, die dementeert en Simones moeder is, maar dat is ze op een dag vergeten.
En bij het huis, bij benadering in het midden van het weiland, de schapenstal. Als een therapiekamer waar je reflecteert over het leven, de liefde, wat ervan overblijft, de raadsels die het leven stelt. Samen, maar meestal alleen.
De schapen kijken en blaten.
De mensen kijken ook, en zwijgen. Of ze zeggen dingen die er niet toe doen. De stiltes doen ertoe, de brede witregels, pijnlijk vanwege de kloof, maar o zo herkenbaar ook.
Mensen die worstelen met het leven en er niet over kunnen praten. Ze lachen, alsof het vermakelijk is.
Een puzzel van sfeerbeelden. Hij is niet volledig. Er zijn de gaten, maar die zijn veelzeggend, meer dan de woorden.
Poëzie. Een miniatuur. Sfeerbeelden die je zelf aan elkaar moet knopen.
Om één of andere reden moet ik aan nevel denken, met daarin de mooie helderblauwe ogen van de ooien. Stemmen van mensen, maar de gezichten en lichamen blijven verborgen.
De strijd tegen de insecten, of waar ook ze voor staan.
Contact en afstand, als een trekharmonica zonder geluid. Het rijt door de stilte, snijdt ze doormidden.
De werktuigen van Rocco om de doden af te leggen.
De werktuigen van Tove om haar wassen beelden te maken.
De honger die gulzig maakt, niet te stillen is.
De honger die men zichzelf oplegt, een weerspiegeling is van een dieper tekort.
Heb je ergens spijt van?
Kunnen we niet opnieuw beginnen?
Waar wacht je op, als het niet op elkaar is?
Synopsis
Vijf mensen, elk met hun eigen bezigheden en passies, voelen zich onlosmakelijk met elkaar verbonden. Allen proberen ze iets van het leven te maken, maar vragen ze zich af hoe.