Een indrukwekkend hartbrekend en universeel verhaal
Met de novelle Het kleine meisje van meneer Linh maakte de Franse auteur Philippe Claudel misschien wereldwijd wel de meeste indruk. Het is een kort maar oh zo krachtig universeel verhaal. In eender welke taal behoudt het zijn kracht, ik las dit zelf in het Nederlands zowel als in het Frans. In de oorspronkelijke taal behoudt het natuurlijk de krachtigste beelden, en komt het volledige plaatje inclusief het ongelooflijke slot nog beter binnen.
Meneer Linh is een vluchteling uit een door oorlog verscheurd land die toekomt in een vreemd westers aandoend land dat hem uiteindelijk opneemt. Hij heeft een klein meisje bij zich, zijn kleindochter dat hij een toekomst wil geven en haar zijn verleden doorgeven. Zij is zijn alles voor wie hij blijft leven. Zijn situatie is schrijnend, eenzaam en door een gebrek aan de kennis van de taal volledig geïsoleerd in het nieuwe land waarvan hij niets begrijpt.
Gelukkig maakt hij buiten het centrum een vriend die ondanks het gebrek aan talige communicatie hem nauw aan het hart komt te liggen, meneer Bark. Hij blijft maar luisteren naar deze vreemde man die net als hem zijn vrouw verloren heeft, en waar deze vriend maar niet over uitgepraat raakt. Ondanks het gebrek aan communicatie herkennen ze in elkaar hun eigen verdriet en houden ze elkaar gezelschap. Totdat meneer Linh, oftewel Tao Laï (goedendag in zijn eigen taal), samen met zijn kleindochtertje wordt overgeplaatst naar een instelling waar ze onder strengere controle worden geplaatst en ze nog meer op muren botsen, letterlijk én figuurlijk.
Het verhaal van een groot trauma en onvoorstelbare eenzaamheid is hartbrekend en indrukwekkend. Geen enkele lezer kan zich weren tegen de ontroering die dit verhaal oproept. De sfeer, de taal, de beelden die in de novelle worden gebruikt, spelen hier allemaal een rol in. De boodschap van de vluchtelingenproblematiek springt hier echt wel uit. Op zijn treffende manier heeft Claudel de levensnoodzakelijke behoefte aan menselijk contact voor iedereen hierin verwerkt.
Meneer Linh is een vluchteling uit een door oorlog verscheurd land die toekomt in een vreemd westers aandoend land dat hem uiteindelijk opneemt. Hij heeft een klein meisje bij zich, zijn kleindochter dat hij een toekomst wil geven en haar zijn verleden doorgeven. Zij is zijn alles voor wie hij blijft leven. Zijn situatie is schrijnend, eenzaam en door een gebrek aan de kennis van de taal volledig geïsoleerd in het nieuwe land waarvan hij niets begrijpt.
Gelukkig maakt hij buiten het centrum een vriend die ondanks het gebrek aan talige communicatie hem nauw aan het hart komt te liggen, meneer Bark. Hij blijft maar luisteren naar deze vreemde man die net als hem zijn vrouw verloren heeft, en waar deze vriend maar niet over uitgepraat raakt. Ondanks het gebrek aan communicatie herkennen ze in elkaar hun eigen verdriet en houden ze elkaar gezelschap. Totdat meneer Linh, oftewel Tao Laï (goedendag in zijn eigen taal), samen met zijn kleindochtertje wordt overgeplaatst naar een instelling waar ze onder strengere controle worden geplaatst en ze nog meer op muren botsen, letterlijk én figuurlijk.
Het verhaal van een groot trauma en onvoorstelbare eenzaamheid is hartbrekend en indrukwekkend. Geen enkele lezer kan zich weren tegen de ontroering die dit verhaal oproept. De sfeer, de taal, de beelden die in de novelle worden gebruikt, spelen hier allemaal een rol in. De boodschap van de vluchtelingenproblematiek springt hier echt wel uit. Op zijn treffende manier heeft Claudel de levensnoodzakelijke behoefte aan menselijk contact voor iedereen hierin verwerkt.
Synopsis
Een oude man ontvlucht met zijn enkele weken oude kleindochter zijn door oorlog verscheurde land in Zuid-Oost Azië om nieuw houvast te zoeken in een grote westerse stad.