Wonder boven wonder

De prediker is de tweede roman van Cor de Jong, docent Nederlands en schrijver. Hij debuteerde met De aanname, een voetbalroman. Met De prediker wil de auteur ons in wonderen doen geloven. De bovennatuurlijke gebeurtenis, een opstanding uit de doden,zou in Noord-Heijnen, een protestants dorp, zoals dat overal in Nederland zou kunnen liggen, plaatsgevonden hebben. We volgen het gezin Van Willigen, waaruit Wouter, een van de vier kinderen, het woord doet. Op een regenachtige middag, waarop de kinderen met hun vriendjes binnen rondhangen en verstoppertje spelen, voltrekt zich een drama zodra de lakenkist opengaat waar het jongste broertje Nico zich in heeft verstopt. Hij is dood. Het is een familietragedie, een ‘vreselijk ongeluk’, volgens de dominee. Die komt diezelfde dag nog langs, vlak nadat Nico door de plaatselijke begrafenisondernemer in de woonkamer is opgebaard.

Na het gebed van de prediker zit Nico rechtop in zijn doodskist.
De wederopstanding van Nico gaat in het dorp niet onopgemerkt voorbij. Maar de ouders van het gezin besluiten de gebeurtenis wel dood te zwijgen. Terwijl in het dorp de verering van de Prediker een feit wordt gelooft de vader van het gezin niet in magische krachten. Vader blijft recht in de oude leer en neemt steeds meer afstand van de prediker en zijn dwepende gelovigen, zelfs wanneer hij ernstig ziek wordt. Moeder van Willigen is de man echter dankbaar, volgt hem en laat zich uiteindelijk ook dopen, tegen de wil van haar echtgenoot, door de charismatische man. Het zwijgen over al deze dingen zorgt ervoor dat de ouders langzaam maar zeker van elkaar vervreemd raken en constant ruzie maken. De vader krijgt een steeds grotere hekel krijgt aan de Prediker en slaat zelfs de zondagsdiensten over.
Cor de Jong weet een dorp, een gemeenschap op een fascinerende manier tot in detail tot leven te brengen door de schitterende persoonsbeschrijvingen en de bijzondere sfeerschepping!