Elk gedicht is een warm huis
Mustafa Kör die in 1976 in Oost-Turkije geboren werd, was nauwelijks drie jaar oud toen hij in Vlaanderen arriveerde. Hij genoot dus onderwijs in het Nederlands en nog erg jong schreef hij reeds enkele kortverhalen, blijkbaar met succes, want één ervan, Uitverkoren, werd in Nederland bekroond met de El Hizjra Literatuurprijs. Dit verhaal vormt trouwens het vertrekpunt voor de erg gesmaakte debuutroman De lammeren (2007). Dit debuut werd onderscheiden met de tweejaarlijkse cultuurprijs van Maasmechelen en met de publieksprijs van de Groene Waterman. Verlies was een heel sterk aanwezig element in De lammeren. En dat zelfde verlies profileert zich ook weer heel doordringend in de gedichtenbundel Ben jij liefde (2016). Reeds in De Lammeren was het duidelijk dat de auteur over een poëtisch taalgebruik beschikte en dat hij ook moeiteloos kon overschakelen van de Oriëntaalse naar de Westerse verhaaltechniek. In deze debuutbundel wordt pas echt duidelijk wat een taalvirtuoos en groot dichter Mustafa Kör echt is. Hij slaagt erin poëzie op te bouwen die niet alleen technisch sterk is maar ook inhoudelijk heel wat te bieden heeft. Elk gedicht is een huis dat de lezer warmte biedt. Het vraagt bewondering om de mooie taal en het vraagt aandacht om de hartenkreten die er heel fijntjes in worden opgediend. De bundel zelf is verrassend knap opgedeeld in diverse hoofdstukken die een geheel vormen waarin je heel visueel een mens ziet zweven die met woorden, passie en pijn een blauwdruk van een gelouterd leven maakt. En als er iets is dat bewijst dat een mix van culturen pure rijkdom kan brengen, is deze bundel daar toch wel het mooiste bewijs van. In de hele bundel Ben jij liefde ontbreken de punten als leestekens, wat op een zekere eindeloosheid zou kunnen duiden. Persoonlijk denk ik wel dat voor een echte poëzieliefhebber deze mooie en krachtige bundel ook eindeloos mocht duren.
Citaat: 'Selam dus, van mij: Kör, nr. 67, klas 2A/ kleinzoon van Osman de blinde/ ook wel gekend als de uitgewekene/ omdat mijn ouwe weigerde de karmijnrode aarde/ nog te beminnen/ die toerist, moest en zou honing en melk proeven/ Als zaaisel over akkers van pachtboeren/ heb ik mijn kinderen gestrooid/ geselde moeder zich tot aan het Zwarte Woud/ op haar Duitse sterfbed/ Ik heb in ze gewoeld/ dat barre land van mijn voorvaderen/ tot mijn palmen gonsden/ Mijn hart barstte open als granaatappels/ toen ik mijn broer de zelfdoder toevertrouwde/ aan grond die niet langer de mijne was/ uit Idylle/'
Synopsis
Poe͏̈ziedebuut waarin zowel traditioneel Turkse als westerse waarden en symbolen rond vooral het thema liefde een rol spelen.