Dankbaar om het ongemak
ALLEEN MET DE GODEN. ALEX Boogers. *****
Broere: ‘Ik ben de schrijvers van de waardevolle boeken die ik heb gelezen dankbaar voor elk ongemakkelijk moment dat ze me hebben gegeven.’
En ongemakkelijk heb ik me vaak gevoeld. Alsof ik stond te gluren naar iets intiems dat zich afspeelde in een wereld die ontstellend verschilde van die waarin ik ben opgegroeid. En toch ook weer niet. Er was het geld waar zuinig mee moest omgesprongen worden. Er was hetzelfde gevoel van minder te zijn dan anderen. Van niet mee te tellen. Maar het was niet rauw. Er werd niet gescholden, bijna niet, tenzij uit machteloosheid soms. Of met een pot platte kaas gegooid. Maar niet geslagen. Je verliet elkaar niet. Het was veeleer overbeschermend en verstikkend en toch het gevoel dat je er alleen voor stond. Maar anders. Niet zoals Aaron Bachman. Niet zoals A. B. Zoals Alex Boogers.
Lezend voelde ik zijn schaamte in mezelf omhoogkruipen.
Lezend voelde ik het herkenbare verlangen om aan zijn milieu, zijn lot, te ontsnappen. Hoe moeilijk dat was. Hoe hopeloos het soms leek. Maar de levensdrift maakt dat je niet anders kunt.
Lezend herkende ik het vechten tegen en het vechten voor. Dat koorddansgevecht terwijl je niet zo goed bent in je evenwicht te bewaren.
Ik herkende het vastklampen aan dingen die troost boden, vooral vanuit het begrepen worden. Aangevoeld. Dat waren veeleer boeken dan mensen, maar via de boeken leerde ik ook mezelf en de mensen beter lezen. Dat is het zaaigoed van vergiffenis en van de liefde.
Dat is wat Aaron leert in dit schitterende boek. Hij leert het over zichzelf en leert het aan anderen die hem lezen.
Dat is hoe hij zichzelf bevrijdt. Zich afpelt, zoals je doet met de rokken van een ui (zou Fritz Perls zeggen, mijn leermeester in de gestalttherapie), en waarbij verdriet en frustratie onvermijdelijk zijn, om uiteindelijk bij je kern te komen. Degene die je bent. Iemand met een droom, en je kunt niet anders dan die te volgen, zelfs al ben je doodsbenauwd.
Aaron. In de steek gelaten door twee vaders. Niet gewenst door zijn moeder. En toch is zij degene die er altijd was. Ze leverden dezelfde strijd, elk op hun manier. Met het lot, met elkaar, tegen de dood. En na de ultieme veldslag zitten ze samen op een bankje, de armen om elkaar heen geslagen. Verstild.
Zijn hele jeugd is een strijd met zichzelf en een zoektocht naar zijn vader.
Intussen waren er andere mannen die, elk op hun manier, een stukje vaderschap boden.
Art, de coach van het kickboksen. Die een vechter van hem maakt. Hem leert doorzetten. Niet op te geven ondanks pijn. Je hoeft geen verliezer te blijven, je kunt ook winnen.
Broere, de aparte leraar muziek die hem boeken geeft en wil dat hij schrijft. Dat hij naar buiten komt met wat hij schrijft, of de wereld erop zit te wachten of niet. Als je het niet voor de anderen doet, doe het dan tenminste voor jezelf.
Opa, de zeeman, die een nieuw leven in Japan heeft opgebouwd en hem boeken stuurt over hoe een samoerai te worden. ‘It is said the warrior’s is the twofold Way of pen and sword, and he should have a taste for both Ways.”
Of hoe er niet zoveel verschil is tussen op de toetsen van een schrijfmachine of op een bokszak te rammen. Om gezien te worden. Om te bestaan. Om te beschermen. Iets te betekenen… door de lezer ongemakkelijk te maken, zodat die in zichzelf gaat rondwroeten en leert.
Er zijn de vrienden uit de straat, die in hetzelfde schuitje zitten. Sommigen zullen hun weg vinden, anderen niet.
Er is Bep die zich trouwer dan de mannen over zijn moeder ontfermt, zodat Aaron zijn handen vrij heeft om zijn eigen weg te gaan, ook al gaat hij die om haar gelukkig te maken, om goed te maken wat de vaders misdeden, en wijst ze hem keer op keer af. Want als de moeder gelukkig is, stopt ze de strijd tegen hem misschien, geeft ze hem het bestaansrecht waar hij naar hongert.
Er is Otis, de verschopte hond, en de muziek van Otis. Ze zijn altijd bij hem. De trouwste gezellen in zijn angst en eenzaamheid. Als hij, zonder een God om in te geloven, alleen is met de goden der aarde:
De bokskampioenen. Alleen in de ring. Alleen tegenover de tegenstander.
De grote schrijvers. Mensen die iets te zeggen hadden. Alleen met het witte vel papier. Met de demonen in zijn hoofd die hij moet bezweren.
Alleen, zoals iemand die niet voor het geluk geboren is maar er wanhopig hopend naar verlangt. En die niet zal rusten tot de rusteloosheid uit zijn kop is en de ziel, moeizamer dan het beurse lijf na een wedstrijd, geheeld is door de liefde.
Een boek dat hoop biedt.
Een boek dat op het juiste moment kwam. Als een schop en een hand.
Dankjewel, Alex Boogers.
Synopsis
Een jongen groeit op in een asociale omgeving maar weet ondanks zijn afkomst toch een hoopvolle toekomst te creëren.