"Tot in den draai" - interview met Marc Fransen

16 januari 2023

Marc Fransen, gekend van ATV en radio Minerva, bracht begin december ’22 zijn eerste boek uit, “Tot in den Draai”. Het is een verzameling grappige Antwerpse “vertelskes”, gegoten in een lees-en luisterboek.

Redactrice Katja Verbeeck ging naar zijn boekvoorstelling in de Antwerpse Brouw Compagnie en zag dat het een geslaagde avond was, in aanwezigheid van de burgemeester, talloze collega’s en fans van Marc en met muzikale ondersteuning van Katastroof, 4-Tact en zijn eigen bandje de Grungblavers.

Tijd dus voor een babbel met deze rasechte Antwerpenaar!

Wie is Marc Fransen?

Goh, wie is Marc? Dat vraag ik mij soms ook af. Mensen zeggen van mij dat ik leraar ben, toneelspeler, theatermaker, regisseur, vertaler, presentator, zanger en dan ben ik ook nog vader, grootvader en natuurlijk ook nog man van. Ik wil ook niet weten wie ik ben, ik wil me niet opsluiten in één kadertje. Mensen moeten mij zien hoe ik ben.

Bedankt trouwens voor de uitnodiging van uw boekvoorstelling in de brouwerij. Het was echt mooi voorgesteld. Leuke setting, goede presentatie over uw boek en toffe Antwerpse liedjes. Ik vond het een feestje!

Ik was zo fier. Iedereen die iets voor Antwerpen betekende was aanwezig. Bart De Wever was er, Marc Van Peel, Bieke Ilegems en dan de Antwerpse muzikale gasten. Iedereen was er ook die ik graag zag. In het bijzonder ook mijn vrienden en mijn zoon. Het was inderdaad een feestje.

Vanwaar het idee om “Tot in den draai” te schrijven?

Ik had dat idee helemaal niet. Ik ben vier jaar geleden gestopt met werken voor ATV. Dat journalistieke en objectieve verhaal was uitverteld. Drie maanden later begon het toch terug te kriebelen en miste ik mijn stad. Ik moest niet meer naar ATV rijden dus ik kwam niet meer in ‘ t stad. Ik ben dan begonnen met verhaaltjes te vertellen op Radio Minerva en van ‘t één kwam ‘t ander. Het was de uitgever zijn idee om alles in boekvorm te gieten.

Draai

Jouw verhalen worden in het “Antwaarps” verteld. Waarom koos je voor het dialect? Ben je dan niet ongerust dat niet-Antwerpenaren jouw boek niet gaan begrijpen?

Ik schrijf in het Antwerps omdat dit eigenlijk mijn moedertaal is. Ik heb jarenlang lesgegeven in een middelbare school voor de vakken Nederlands en Engels en mijn Nederlandse lessen begon ik altijd in het Antwerps. In het Antwerps zit meer gevoel. Er zit meer van mezelf in. Als ik een verhaal vertel dat niet objectief is dan wil ik dat in een warme taal vertellen en dat is dan het Antwerps. Het Antwerps heeft zoveel “ schoon” klanken dat er te weinig letters zijn in het alfabet. Ik vertel graag over de glorie van Antwerpen en de kleine kantjes. Ik kan ook kritisch zijn en ik vind dat je kritisch over Antwerpen mag zijn, als je het maar doet met liefde voor ’t stad. En niet voor “de stad” maar voor “ ’t stad”. Je zegt ook niet “de Steen” maar “ ’t Steen” en niet de Schelde maar “ ’t Scheld”. Als je iets vertelt vanuit je hart dan gebruik je je moedertaal.

Waarover gaat het boek?

Het is een boek over de glorie van ‘t stad en de kleine kantjes, daarover vertel ik graag. Ik vind dat je kritisch over Antwerpen mag zijn, als je het maar doet met liefde voor ’t stad. Het gaat ook over de taal. Het is niet “de stad” maar “ ’t stad”. Je zegt niet “de Steen” maar “ ’t Steen” en niet de Schelde maar “ ’t Scheld”. Als je iets vertelt vanuit je hart dan gebruik je je moedertaal. Als de liefde wordt aangereikt voor ’t stad, als je deze koestert en laat groeien, als je dan zegt “ Stad, ik zien a geire”, dan ben je voor mij een Antwerpenaar.

Wat bedoel je met de titel van het boek “ Tot in den draai”?

Dat is eigenlijk een Zeeuwse uitdrukking. De Zeeuwse schepen gingen langs de Scheldebocht en zeiden tegen de mensen “tot in de draai”. De Antwerpenaren hebben dat overgenomen. Ik geef er een eigen interpretatie aan, namelijk ‘t Scheld heeft ervoor gezorgd dat er twee bochten zijn, één aan de Oosterweel en één aan St. Anneke. Dat is eigenlijk gewoon om te zeggen tegen een Antwerpenaar: “Als je die kant uitgaat en je komt aan den draai dan ga je de stad uit.”

Waarom is dit boek niet alleen een leesboek maar ook een luisterboek?

Er staan inderdaad QR codes in. Als je met je gsm deze code scant, kan je mijn verhaaltjes, die uitgeschreven staan in het boek, beluisteren. Je hoort het Antwerps taaltje en dat klinkt veel schoner. Voor het “echt Antwaarps” bestaat geen spelling, ik heb een eigen spelling ontwikkeld. Als ik nu zeg “ik hou van u” dan heeft dat al een implicatie, zo van “ik wil u nemen” maar in ‘t Antwerps is dat gewoon “ik zien a geire” en dat is toch veel mooier. Elke keer als wij elkaar zien, zie ik jou graag. Ik vind dat plezant om je te zien, dat is geire zien. Toch een andere nuance dan “ik hou van u”.

Het gevaar is er dan wel dat sommige woorden een dubbele betekenis kunnen hebben, toch.

Ja! Ik geef een voorbeeld. “Ik mag geire eikes” of “Eikes, wat is dat voor iets”? Het is hetzelfde woord maar met een andere betekenis. Weet je, ik vertelde vroeger aan mijn leerlingen altijd hoe een dialect en een taal tot stand kwam en waarom wij Nederlands praten.

Hoe lang heb je gedaan over het schrijven van je boek?

Eigenlijk niet zo lang. De verhaaltjes waren er al, ik moest die alleen nog uitschrijven. Ik ben begonnen met de verhaaltjes die ik al insprak te selecteren, 35 stuks, en dan gaat het snel. Ik ben er anderhalve maand echt mee bezig geweest. Elke dag twee à drie uurtjes. Het meeste werk kruipt in het verbeterwerk. Ik bleef maar verbeteren en toen ik daarmee klaar was, kwamen de redacteurs van de uitgeverij met feedback, waar ik minder of meer over moest vertellen. Het was in ieder geval plezant, het is met taal bezig zijn.

Heb je een favoriete schrijfplek?

Nee. Ik heb een deel in Bredene geschreven, op vakantie. De rest gewoon thuis.

Ben je zelf een lezer?

Ik lees doodgraag. Alleen ontbreekt mij de tijd om te lezen. Ik blijf boeken kopen ook al heb ik al veel boeken en ooit op een dag ga ik die lezen. Ik lees vooral heel graag Engelstalige boeken. Het genre dat ik lees is breed, het kan gaan over filosofische werken maar het kan ook een spannend griezelboek zijn. Vanaf ik begin te lezen in een boek kan ik niet stoppen. Dan smijt ik mij erin en lees ik het uit op twee dagen, ook al is dat dan een boek van 300 a 400 pagina’s.

Welk boek ligt er nu op je nachtkastje?

Dat van mij (lacht)! En “Wildevrouw” van Jeroen Olyslaegers ligt op mij te wachten, dat is een historische roman. Ik kijk er echt naar uit om het boek te lezen maar heb nu echt geen tijd.

Heb je een favoriet Antwerps woordje?

Er zijn er twee. “Ik zien a geire” vind ik zo schoon, dat zegt wat het zegt. Het andere woord dat ik heel graag zeg, is “mokke”. Soms reclameren de vrouwen als ik dat zeg. Ze zeggen dan dat ze een meisje of vrouw zijn maar komaan, “mokke” is toch schoon. Brabo fluit vanop zijn fontein naar een Antwerps “mokke”. Dat is een eretitel.

Heb je een tip voor beginnende schrijvers?

Schrijven. Schrijven en schrappen. Schrijven, lezen en schrappen. Je kan maar leren schrijven door te schrijven. Je leert acteren door te acteren. Je leert fietsen door te fietsen. Doen! Als er een verhaal in u zit, begin dan te schrijven. Begin te schrijven en daarna komt de vorm wel.

Heb je plannen voor een volgend boek?

Nee, totaal niet. De uitgever sprak al over een volgend boek maar we gaan eerst zien wat dit boek doet. Het boek doet het ongelooflijk goed, de eerste dag was de eerste druk al uitverkocht wat totaal verrassend is. Maar tegen kerst volgend jaar een tweede boek, daar ga ik daar eerst twee keer over nadenken. Ik denk wel dat ik het dan ga doen, opnieuw in deze richting maar ik zou het dan specifiek op één thema houden. Nu heb ik zowel over de taal, de Antwerpenaar en over ‘t stad geschreven, maar dan denk ik te schrijven over alleen de gebouwen bijvoorbeeld. Het zal ludiek en grappig blijven.

Het boek lezen gaf me een gevoel van thuiskomen in de stad. Was dat ook een beetje je doel?

Draai het of keer het gelijk als je wil, verliefd word je toch op ‘t stad, op zijn inwoners en taal.

Om af te sluiten, kan je jezelf omschrijven in drie woorden die bij jou passen.

Geen Gemakkelijke Mens.

Bedankt voor het boeiende gesprek!


Foto Marc: An Clapdorp/Ertsberg