Literaire organisatie in de kijker: Literatuur Vlaanderen

29 maart 2024

Door Michelle Smets, foto: © Bob Van Mol.

Ik ontmoet Joris Smeets in het fantastische ‘Hotel Dumont’ in de Lange Leemstraat. Voor wie het zich afvraagt: dat is dat bijzondere grijze gebouw met al die pinakeltjes en spitsbogen. Hier kan je sinds mei 2023 zowel Literatuur Vlaanderen als Iedereen Leest terugvinden.

‘Hotel Dumont’ bestaat sinds de restauratie in 2021 uit twee delen: in het gerenoveerde neogotische gebouw van Joris Helleputte bevinden zich de kantoren van de organisaties. In de binnentuin staat het nieuwe paviljoen te pronken, uitgewerkt in glas met rondomrond boekenrekken. In deze rustige stadsoase kan je in de zomer ook Joris tegenkomen met een boek, tussen het getjilp van de vogeltjes.

Joris, dat is een 44-jarige Limburger die een jaar of twintig geleden is uitgeweken naar Antwerpen voor zijn studies en zijn werk. Hij studeerde geschiedenis, leest graag non-fictie en is altijd al geboeid geweest door literatuur en cultuur in het algemeen. Hij werkt ondertussen vier jaar voor Literatuur Vlaanderen (waar hij helaas niet de hele dag boeken mag lezen, zoals velen blijkbaar veronderstellen) en uit ons gesprek zal blijken dat er geen enkel stukje van zijn job is dat hij niet graag doet, de sjansaar.

Vertel eens: wat doet Literatuur Vlaanderen eigenlijk allemaal?

Als je het echt in één zin zou willen samenvatten, dan zou ik durven stellen dat Literatuur Vlaanderen eigenlijk bestaat uit twee grote teams: Team Vlaanderen zet in op ondersteuning binnen Vlaanderen zelf en Flanders Literature zet in op de promotie van Vlaanderen in het buitenland.

Voor team Vlaanderen bestaat de belangrijkste taak uit het behandelen van subsidiedossiers voor literaire makers. Hieronder mag je onder meer schrijvers, vertalers, illustratoren, uitgevers en organisatoren van literaire evenementen verstaan. Achter die subsidiemachine gaat een heel systeem van expertencommissies, deadlines, vergaderingen, verslagneming en adviesverlening schuil, die de steeds terugkerende basis van Literatuur Vlaanderen vormt.

Onze subsidies worden verleend voor onder meer vertalingen naar het Nederlands, voor leesbevorderingsprojecten, literaire projecten en bijzondere literaire publicaties, maar verreweg de bulk gaat naar werkbeurzen voor makers. Deze literaire creatievelingen leggen aan de organisatie hun werk en toekomstplannen voor en vragen financiële ondersteuning aan. In de praktijk wordt die ondersteuning dan meestal ingezet om tijd te kunnen vrijmaken om aan hun project te kunnen werken en hun leven hiernaar in te richten.

De tweede poot binnen Literatuur Vlaanderen is gericht op het buitenland en staat bekend als ‘Flanders Literature’. Hun doel is onze Vlaamse boeken en auteurs in het buitenland zo goed mogelijk op de kaart te zetten.

Deze collega’s zijn steeds bezig met het versterken van hun internationaal netwerk om ‘Flanders Finest’ voor te stellen en aan te prijzen.

Dat is geen evidentie en een taak die soms onderhevig is aan kritiek. Je kan immers op zo’n beurs of netwerkmoment geen 37 nieuwe titels presenteren, er moeten soms knopen doorgehakt worden. Het is een delicate job waarbij continu het evenwicht bewaakt moet worden tussen bijvoorbeeld het presenteren van nieuwe, jonge, diverse stemmen en oude rotten in het vak die al een heel wat bestsellers op hun palmares hebben staan.

20240223 155347

Het werk binnen Flanders Literature is ook vaak projectmatiger. Zo is Vlaanderen samen met Nederland deze maand gastland op de Boekenbeurs van Leipzig, waar verschillende Vlaamse auteurs worden voorgesteld en onder meer filmvertoningen worden gegeven om het Duitse lezerspubliek te overdonderen met onze kwaliteit. Of zo organiseren ze de zogenaamde ‘publisher tours’, waarbij uitgevers uit het buitenland uitgenodigd worden om ons mooie Vlaanderen en vooral onze Vlaamse schrijvers en uitgevers te ontdekken.

En wat vind jij nu zelf het leukst om te doen?

Een van de zaken die ik hier ontdekt heb en waar ik echt enthousiast van word, is de tak van het literair vertalen. Voor mij was dit eigenlijk helemaal nieuw, maar toen ik ontdekte hoe gedetailleerd en gedreven deze vertalers aan het werk gaan vond ik dit enorm fascinerend. Want weet wel: dit is echt een zwaar onderschat beroep. Het is niet omdat je een taal begrijpt dat je van je vertaling ook een mooie literaire tekst kan maken die trouw is aan het origineel. Je moet echt die stem kunnen vinden, je de stijl eigen kunnen maken en kunnen overbrengen en met al die puzzelstukjes aan de slag kunnen gaan.

Binnen Literatuur Vlaanderen hebben we onder meer een database van vertalers die reeds een bewijs van hun ‘vertaalkunsten’ hebben afgeleverd in de vorm van een proefvertaling en die we kunnen tippen aan buitenlandse uitgevers, iets wat vrij uniek is in Europa. Dat doen we in samenspraak met onze collega’s van het Nederlands Letterenfonds. We voorzien voor deze uitgevers bijvoorbeeld ook vertaalsubsidies. Door de kost van de vertaling voor een deel op te vangen is de drempel om een Vlaams boek te publiceren in het buitenland al een pak minder hoog en wordt het financieel interessanter. Ook aan Vlaamse vertalers worden subsidies gegeven: zij slepen zelf hun opdrachten in de wacht bij een uitgever en kunnen dan bij ons een project indienen voor subsidie. En tot slot zeker nog het vermelden waard: ons vertalershuis. Dat is een appartement hier in Antwerpen waar we residentie verlenen aan maximaal twee vertalers tegelijk die werken aan een Nederlandse vertaling en daar in alle rust kunnen werken en verblijven.

Wat zouden we in Vlaanderen volgens jou nog beter kunnen doen voor onze auteurs en onze lezers?

Ik denk dat het heel belangrijk is dat we actief blijven inzetten op leesbevordering. Een aantal jaar geleden kwamen cijfers naar boven die aantoonden dat het bergaf gaat met het begrijpend lezen en de leesvaardigheid in scholen. Dit is toen op de politieke agenda gekomen en op dat moment zijn er ontzettend veel mensen in actie geschoten om een 50-punten-actieplan op te maken, het zogenaamde Leesoffensief. Het is een heel ambitieus plan, waarvan inmiddels al een aantal acties worden uitgerold. Hopelijk wordt er hierin de komende tijd nog meer geïnvesteerd.

Iedereen heeft daar immers een rol in te spelen, van lezer tot schrijver en van kind tot grootouder. Enkele tips die ik onthouden heb, is dat we in het onderwijs misschien wat meer vrijheid moeten durven geven, bijvoorbeeld door te zeggen ‘laat die kinderen in de klas maar gewoon wat lezen’, zonder dat er bepaalde vakjes aangevinkt moeten worden. Of dat bibliotheken daar een grote rol in spelen door de deuren nog meer open te gooien en echt naar buiten te treden als publieke plek waar iedereen welkom is en kan komen lezen. Of dat we het belang van lezen op papier moeten blijven benadrukken, want het is wetenschappelijk aangetoond dat je op die manier diepgaander leest dan vanop een scherm. Of dat zien lezen ook doet lezen. Of dat er ontzettend veel mensen zijn die zich als vrijwilliger quasi belangeloos inzetten om dat lezen in mensen hun leven binnen te brengen. Want jullie zullen het ongetwijfeld met me eens zijn: boeken kunnen iemands leven veranderen.

Maar ik wil wel nog meegeven dat ik een positieve trend zie wanneer ik kijk naar de budgetten die de afgelopen jaren voorzien werden voor Literatuur Vlaanderen. De huidige Vlaamse regering en minister van cultuur hebben duidelijk ook het belang ingezien van literatuur in onze samenleving en daar ook de middelen voor vrijgemaakt die nodig zijn om effectief in te kunnen zetten op beleid voor het literaire veld en leesbevordering.

Tot slot: kan je onze lezers enkele tips meegeven?

Vergeten klassieker: “De knetterende schedels” - Roger Van de Velde. Een aangrijpende bundel kortverhalen van deze Antwerpse journalist die omwille van medische problemen verslaafd geraakt was aan pijnstillers, in die mate dat hij voorschriften is beginnen vervalsen. Hij is hierdoor in de gevangenis beland en de verhalen beschrijven eigenlijk het leven op de psychiatrische afdeling van de gevangenis in de jaren 1960. Heel intrigerend.

Recente aanrader: “Honingeter” - Tülin Erkan. Ik las dit boek toen het op de shortlist van de Bronzen Uil als debuut werd aangeprezen, ondertussen een jaar of twee geleden. Ik heb dit boek met enorm veel plezier gelezen en we hebben dit met Flanders Literature ook in het buitenland gepromoot.

Het ontdekken waard: Roberto Bolaño. Van deze auteur las ik ‘2666’. Ik kan er eigenlijk niet veel over prijsgeven, behalve dat het een soort dystopisch verhaal is, heel speciaal en eentje dat nog heel lang is blijven nazinderen.

Favoriete leesplek: in bed, met een petzl. Dit lijkt misschien grappig, maar is echt een tip die ik aan iedereen kan meegeven. Toen mijn nachtlampje op een gegeven moment stuk was, heb ik een tijdje een petzl gebruikt om toch te kunnen lezen voor het slapengaan. En dan schijnt er letterlijk een koplamp op je boek, heb je geen afleiding en zit je in een soort cocon in het donker waardoor je echt heerlijk kan focussen. Ondertussen doen mijn kinderen dat ook en is het echt een soort ritueel geworden binnen ons gezin.

20240223 171355