Julie Cafmeyer Leest - “Fictie biedt een ruimte waarin keuzes en gevoelens beter onderzocht kunnen worden”

1 februari 2025

Door Judith Buysse

Een uur voordat de repetitie voor haar nieuwe voorstelling van start gaat, komt ze binnen in het café van kunstencentrum CAMPO. Er hangt een losse sfeer. Jonge, kleurrijke mensen gaan binnen en buiten. Stipt om 10 uur is Julie Cafmeyer een van hen. Tijdens een openhartig gesprek blikt ze terug op een jaar vol creatief experiment.

Julie leest veel en vaak - in treinen, voor het slapen gaan, op momenten dat ze meer tijd heeft. De uitnodiging en vraag zijn steeds dezelfde: welke boeken hebben je troost geboden?

“Ik heb in mijn Goodreads gekeken wat ik zoal gelezen heb en die titels gekozen die mij echt bijgebleven waren. Als een boek me bijblijft, dan is dat sowieso omdat het me op een bepaalde manier troost heeft geboden. Dus in die zin was het geen moeilijke vraag.”

Het afgelopen jaar, 2024, was er een van veel nieuw werk en veel publieke aandacht. Hoe is het met je?

Het gaat eigenlijk goed. Momenteel ben ik aan het repeteren voor mijn voorstelling ‘De Meeting’, die ik ook hier ga spelen. Het is gebaseerd op de publicatie die ik in eigen beheer uitbracht: Life is but a dream. En ik bracht mijn eerste roman uit (De collectieve inzinking van de familie Hofmeyer), het voelt goed om dat te hebben geschreven en in de wereld te hebben gebracht. Life is but a dream ging over de machtsverhoudingen in De Studio, dat was redelijk makkelijk te raden. Ik heb daarna helaas nooit meer een gesprek met hen gehad. Dat leek niet mogelijk, maar ik sluit niet uit dat zo’n gesprek alsnog plaatsvindt.

Het is voor het eerst dat ik met een team werk en speel. Dat brengt weer heel nieuwe perspectieven. En ik denk dat het met mijn roman eigenlijk ook op die manier is gegaan. Door het in een context van een familie te plaatsen, kon ik makkelijker over ‘de ander’ nadenken. Ik denk dat je jezelf als schrijver of theatermaker tijd cadeau doet om dingen door te denken. Het helpt ook bij het creëren van afstand tot gebeurtenissen. Dat maakt het voor mij heel motiverend om werk te blijven maken.

Waarom heb je er sowieso voor gekozen om het verhaal over De Studio in een fictief kader te plaatsen?

Dat wist ik zelf ook niet meteen. In de onderzoeksfase voor deze voorstelling hebben we verschillende mensen uitgenodigd, waaronder een vertrouwenspersoon die ervaring heeft met meldingen van machtsmisbruik. Een van de acteurs vroeg aan haar wat zij ervan vond dat ik kritiek krijg door gebruik te maken van fictie. Zij zei dat ze het zag als de enige macht die ik heb in deze situatie, om het op die manier een plek te kunnen geven. Het geeft me de kans om uit te zoeken op het toneel hoe dat gesprek zou kunnen verlopen, dat je kunt onderzoeken hoe die personages daar elk instaan, daardoor krijg je meer grip op de situatie. Er zit ook veel humor in, omdat het er niet over mogen praten een bepaalde absurditeit met zich meebrengt.

In jouw werk en keuzeboeken zie ik enkele duidelijke rode draden: ze onderzoeken onder andere thema’s als kwetsbaarheid, eerlijkheid en het uitdagen van normen en grenzen.

Julie pakt een boek van Chrétien Breukers vast en begint te vertellen:

De pen in het hart is een goed voorbeeld van hoe boeken op mijn pad komen. Ik ontdekte het door een aanbeveling en vroeg zijn uitgeverij om het op te sturen. Ik vond het meteen fascinerend. Hij schrijft met een schaamteloze eerlijkheid over zijn leven. In ongeveer dezelfde tijd heeft hij ook mijn boek gelezen en besprak hij het in zijn podcast De Nieuwe Contrabas, waar ik ook naar ben gaan luisteren. Hij noemde het ‘een probleemboek slash bevrijdingsboek’. Dat hij die worsteling van het hoofdpersonage interessant vond, was een mooi compliment voor mij. Juist omdat ik daar onzeker over was.

De pen in het hart gaat over het hoofdpersonage Thomas Meerman en is het zesde in een reeks over dat personage; een witte man van voorbij de vijftig.

Hart Pen

Een man die zijn seksuele fantasieën deelt en die allerlei immorele uitspraken doet. Juist in een tijd waarin we meer dan ooit letten op wat we zeggen. Om niet gecanceld te worden. En er zit ook iets in de montage dat ik heel tof vind: hoe hij overpeinzingen over zijn schrijverschap verweeft met de gebeurtenissen in het leven van het hoofdpersonage bijvoorbeeld.

Dat lijkt me inderdaad nog een andere gemene deler in jouw keuze: een soort meta-laag over het schrijver-/makerschap. Wat vind je dan bijvoorbeeld interessant aan Constance Debré; je hebt haar ook mogen interviewen?

Ja, dat klopt. Ze had op voorhand een hele lijst van onderwerpen doorgegeven waar ze het niet over wilde hebben. Bijvoorbeeld over feminisme. Gewoonweg omdat ze daar niets nieuws over te zeggen heeft en het dan niet interessant vindt.

Ze gaat heel gericht voor haar eigen verlangen en sluit buiten wat haar niet dient. Toch was ze tijdens het gesprek heel gul en genereus in het antwoorden op mijn vragen. Ik heb daar eigenlijk wel veel aan gehad, net als aan haar boeken. Ik heb Love me tender gekozen omdat het eigenlijk bijna een zelfhulpboek is, dat haar compromisloosheid heel aanstekelijk maakt: ‘zo wil ik me kleden’, ‘zo ga ik schrijven’ en ‘zo wil ik ook leven’.

Het is opnieuw heel eerlijk en kwetsbaar boek, maar het gaat over verlies. Waarom is dit een troostend boek voor jou?

Debré laat je nadenken over liefde in al haar vormen en hoe keuzes daarin een gevoel van controle over je leven kunnen geven. Daar zit grote schoonheid in. Haar roman gaat over hoe ze het contact met haar zoon verloor nadat ze haar man vertelde dat ze op vrouwen viel.

Tender

Het laat zien dat er geen oplossing is, dat er niet één beste manier is om het leven te leiden. In haar geval kon ze niet anders, ze werd deels gedwongen om dingen los te laten. Het troost mij, omdat ik door al mijn twijfels er vaak naar verlang om zo compromisloos door het leven te gaan. Tijdens het lezen kreeg ik de bevestiging dat net die twijfel voor mij belangrijk is. Dat ik het uiteindelijk niet anders zou willen.

Ook Alphabetical Diaries van Sheila Heti ligt op tafel. Vertel?

Dit is vooral qua opzet een interessante pocket. Ik vond dit boekje onder het bed van een logeeradres waar ik verbleef en had eerder al iets van Heti gelezen. Voor dit boekje heeft ze zinnen uit haar dagboeken gehaald en die op alfabetische volgorde opnieuw achter elkaar gezet. De zinnen zijn dus uit hun chronologische context gehaald. Dat zorgt voor een deconstructie en tegelijkertijd zie je bepaalde onderwerpen op een nieuwe manier terugkomen en hoe tegenstrijdig je zelfs binnen een maand tijd over dezelfde mensen of onderwerpen kan denken. Het laat je afstand van je meest intieme, beladen en terugkerende gedachtes nemen en laat je de schoonheid van chaos zien.

Heti

Je beschrijft het type zelfonderzoek dat ik in meerdere van je keuzes en ook in je eigen makerschap consistent terugvind. Waar komt dat zoeken van jou vandaan?

Goede vraag. Dat zit er inderdaad wel in. Ik weet het niet goed. Ik was als kind slordig en onhandig waardoor ik vaak hoorde dat ik op een bepaalde manier anders was. Dat ik niet met alles mee kon zoals het bedoeld was. Ook ervaarde ik verliefdheden en andere emoties heel intens. Daar wilde ik als kind al op reflecteren, in dagboeken, op typemachines. Het zijn dus die intensiteit en die abnormaliteit die daar de bron voor zijn. Verder vind ik het zoeken zelf en het maakproces ook heel interessant. Dat je door te schrijven bijvoorbeeld letterlijk een nieuwe wereld kan vormgeven. Dat je kan leren van de levens die je niet leeft en de keuzes die je niet maakt. En dat ik me voor een stuk toch kan verhouden tot de emoties die bij die keuzes horen. In boeken wordt een opening, een ruimte gecreëerd waarin die kunnen bestaan en onderzocht kunnen worden.

Bij mij zijn intieme relaties, of het ontbreken ervan, een terugkerend thema. Het blijkt een bron die voorlopig nog niet uitgeput is. Ik denk dat ik op vlak van relaties vaak heb gezocht naar een gelijke, niet slechts iemand om een stappenplan mee te doorlopen. Zoals samen een huis kopen, een onderneming starten of kinderen krijgen. Niet dat daar iets mis mee is. Ik zie nu dat ik eigenlijk steeds in dezelfde soort “val” loop. Ook bij familie zie ik soms dat we beter wat minder hard proberen. Ontspanning vinden in het ontmoeten zelf, er niet te veel verwachtingen bij hebben en loslaten welke versie van mezelf ik wil zijn. Ik wil nu genieten van wat ik nu mag ontvangen van het leven. Van het schrijven, van het samenwerken met anderen, van allerlei andere soorten intimiteit. Dus ik probeer de controle over mijn liefdesleven los te laten: ik wil me niet op een gemis focussen en wil het kunnen ontvangen als het voorbij komt.

Van Ieder voor zich en God tegen allen van Werner Herzog had ik nog niet gehoord. De titel lijkt in elk geval niet erg troostrijk?

Dat is het nochtans wel. Hij beschrijft zijn ervaringen als regisseur en is heel radicaal in zijn manier van werken. Dit boek leest als een ode aan het doorzetten, zelfs als alles tegenzit. Hierin spoort hij ook anderen enorm aan. Hij schrijft over mislukkingen en fouten als een essentieel onderdeel van het creatieproces, iets wat ik ook herken in mijn eigen werk. Dit boek herinnert me eraan dat actie, hoe imperfect ook, altijd krachtiger is dan stilstand of isolatie.

Herzog

Het geluid van een tijdperk van Ariana Harwicz inspireert me dan weer om vooral trouw te blijven aan mezelf, zonder concessies. Het is een bundeling essays over literatuur en hoe te schrijven. Ik heb haar ook geïnterviewd en persoonlijk beter leren kennen. In dit boek pleit ze tegen het identiteitsdenken, personages hoeven niet het goede te doen of te zeggen en schrijvers hoeven niet ter verantwoording geroepen te worden. Ze is ook tegen marketing. Schrijvers moeten zich richten op het schrijven. Als ik haar werk lees, krijg ik zin om te schrijven. Misschien moet ik die gedachte ook toepassen in mijn datingleven. Wat minder hard proberen een goede kandidaat te zijn.

Tijdperk

Hoe kijk je in dat opzicht naar het afgelopen jaar? Wat voor soort maker ben je geworden in 2024?

Er zit denk ik iets militant in mijn werk. Ik heb geleerd hoe ik gebruik kan maken van sublimatie, magische elementen en verbeeldingskracht. Hoe ik fictie kan inzetten zodat ik niet een-op-een over mezelf en mijn omgeving hoef te schrijven. Als maker was 2024 een fundamenteel jaar voor mij. Life is but a dream gaf me de kans om iets te zeggen over macht en relaties in de theaterwereld. Het was troostend om dat te kunnen doen, maar ook uitdagend. Ik heb geleerd dat fictie mijn kracht is – het is de plek waar ik complexiteit kan vormgeven. En 2024 heeft me meer zelfvertrouwen gegeven als maker. Ik voel dat ik verschillende vormen aankan: een boek, een theaterstuk, een performance, etc. Ze hangen allemaal samen en voeden elkaar.

Verder kijk ik enorm uit naar de première van mijn nieuwe voorstelling (De Meeting is net in première gegaan, red.), de kostuums zijn alvast heel mooi. Daarna ga ik een maand naar Azië. De zomermaanden staan in het teken van schrijven aan mijn tweede boek. Na een intens jaar voelt het alsof 2025 vooral een jaar van verdieping zal worden. Ik hoop dat ik de rust vind om me volledig op mijn creaties te richten en tegelijkertijd open te staan voor nieuwe ontmoetingen en inzichten.

Op voorschrift van Julie Cafmeyer

  • De pen in het hart – Chrétien Breukers
  • Het geluid van een tijdperk – Ariana Harwicz
  • Love me tender – Constance Debré
  • Ieder voor zich en God tegen allen - Werner Herzog
  • Alphabetical Diaries – Sheila Heti

Julie Cafmeyer (1987) is een Vlaamse schrijver en theatermaker. Als spraakmakende en feministische stem speelt ze zowel inhoudelijk als vormelijk met grenzen. In 2024 publiceerde ze het pamflet Life is but a dream, over haar ervaring met machtsmisbruik bij De Studio, waar ze als huisartiest aan verbonden was. Ook bracht ze haar eerste roman uit; De collectieve inzinking van de familie Hofmeyer. Momenteel is te zien in haar nieuwe voorstelling ‘De Meeting’ en werkt ze aan een tweede roman Belgiëlei 109.

Julie Cafmeyer
© Manuel Haezebrouck

Op 19 en 20 maart speelt Julie 'The Meeting' in de Monty. Snel zijn want de ticketverkoop gaat hard!


© Manuel Haezebrouck