"Jongeren inspireren via verhalen" - interview met Will-Limba Moleka
Door Wendy Struyf
De missie van Will-Limba Moleka is om de jongeren aan het lezen te krijgen. Met zijn vereniging Read & Relax Together en LimbaCommv zet hij zich in voor het bevorderen van leesmotivatie. Nu debuteert hij met de pageturner Limbaverse, een verhaal voor jongeren waar leesplezier centraal staat. Antwerpen leest redactrice Wendy ging in gesprek met een gepassioneerde Will.
Ik las een krantenartikel waar je wordt vernoemd als ‘De man die de jeugd opnieuw wil doen lezen’, hoe is deze missie ontstaan?
Deze missie is eigenlijk ontstaan door mijn leerkracht, hij heeft me echt gemotiveerd om een boek te lezen. Toen keek ik rond in mijn omgeving en merkte op dat vrienden en familie niet lazen. Het werd geleidelijk aan mijn roeping om hen te motiveren om een boek te lezen. Lezen als cool te beschouwen. Mijn missie is zeer klein begonnen. Eerst deelde ik boekreviews en posts op sociale media. Nu is het uitgegroeid naar de maatschappij. Sindsdien ben ik andere manieren beginnen zoeken om mensen aan te sporen tot lezen. Dat is dan weer uitgegroeid tot mijn vereniging Read & Relax Together en tot innovatieve projecten zoals mijn lezingen. In Nederland ontdekte ik dat er een functie “leesconsulent” bestond, zo werd ik geïnspireerd om het naar België over te brengen. Het studieprogramma “leescoach” is echt in opgang. Nu zit ik hier als schrijver en illustrator (lacht).
It’s like a dream come true...toch?
Ja, ik had niet verwacht dat alles zo snel zou gaan. Mijn eerste plan was om me eerst te focussen op mijn functie van leescoach.
Kan je even vertellen wat de functie van leescoach inhoudt?
Als leescoach voer je een methodiek uit met als doel om mensen aan te sporen te lezen. Het leesplezier op een leuke manier te stimuleren. Door het gebruik van didactische methodes, leesgesprekken en andere tools breng je de leesmotivatie op gang.
Wat vind je het allerleukste aan je werk?
Mijn werk kan heel onvoorspelbaar zijn. Ik vind het wel eng, maar tegelijkertijd leuk. Soms weet ik totaal niet wat er zich aan de andere kant van de deur bevindt. Soms is er niks in de kamer, maar af en toe krijg ik ineens een opportuniteit. Zoals een boek schrijven. Nu is er ook vraag naar mij over de grenzen heen. Het is een heel leuk avontuur, zeker om dit te ervaren op mijn jonge leeftijd.
Geloof je zelf nog in het klassieke ‘begrijpend lezen’ op scholen? Of moeten scholen afstappen van deze klassieke methodes?
Och, we kunnen begrijpend lezen sowieso niet missen. Het is en blijft een heel belangrijke vaardigheid om te gebruiken in het dagelijks leven. We worden overrompeld door heel veel informatie. Natuurlijk moeten we daar een betekenis aan hechten en kritisch benaderen. Dat verreist wel een bepaalde mate van begrijpend lezen. Ik denk wel dat de klassieke manier mee moet zijn met de technologische innovatie. Ze moeten hun methodes steeds aanpassen en flexibel zijn met de huidige status quo. Je kan niet stil blijven staan.
De klassieke manier van begrijpend lezen mag zeker niet verdwijnen. Deze methodiek vormt juist de basis, die je toch hier een daar een nieuwe twist kan geven. Scholen kunnen lezen promoten en begrijpend lezen meer op een ludieke wijze geven. Als de volgende generatie mee is met technologie, maar het lesmateriaal past zich niet aan, dan lopen we achter.
Heb je het gevoel dat er vooruitgang wordt geboekt rond leesbevordering?
Ja, zeker wel. Nederland heeft de laatste twee jaar veel geïnvesteerd in leesbevordering. We beschikken over veel middelen. Een belangrijk werkpunt is hoe we de tools gebruiken. Leerlingen, ouders, overheid, leerkrachten en leesconsulenten moeten samen de krachten bundelen. Samenwerkingen aangaan en opvolgen. Bijvoorbeeld in Limburg werken de hogescholen samen met bibliotheken. Samen zoeken ze uit hoe ze jongeren kunnen stimuleren om te lezen. De kennisoverdracht tussen verschillende partijen is belangrijk. Je kan het niet alleen.
En nu heb je zelf de schrijverspen opgepakt. Waar werd de kiem gelegd voor je debuut Limbaverse?
Ik gaf een mediaworkshop voor jongeren, er zat een redacteur van uitgeverij Houtekiet mee te volgen. Hij vond mijn bezigheden heel indrukwekkend en stelde voor een boek te schrijven. Ik dacht: waarom niet? Enkele weken later zat ik rond de tafel met de uitgeverij. De vergaderzaal van de uitgeverij was heel overweldigend. Al overheerste bij mij vooral de euforie dat ik een boek mocht uitbrengen.
Hoe start je dan aan een manuscript voor het boek?
Het idee van de uitgeverij was dat ik een Limbaleeslijst ging schrijven. Ik begreep hun standpunt wel, een soort leeslijst voor een jong publiek. Mij leek het dan weer moeilijk om een boekenlijst op een leuke wijze te presenteren. Er zijn bepaalde nuances waar fictie beter kan treffen dan non-fictie. Via verhalen kan je mensen inspireren. Mijn idee was om een verhaal te schrijven voor mijn doelgroep, jongeren van 12 tot 14 jaar.
Hoe verweef je een leeslijst in een verhaal?
Het was een sprong in het onbekende. Van april tot december heb ik enkel nagedacht welke kant het verhaal moest opgaan. Toen kwam ik op het idee om universums te creëren met werelden gebaseerd op boekengenres. In Limbaverse gaat het over een wereld van fantasy. Tijdens het schrijven van het boek heb ik heel wat fantasy boeken gelezen. Aan het einde van het verhaal refereer ik naar boeken die mij hebben geïnspireerd. Verhalen die interessant zouden zijn voor de jongeren zelf. Eigenlijk best of both worlds. Het visuele aspect van het verhaal kwam pas later.
Het visuele aspect is echt wel heel bijzonder. Tekst en illustratie heb je zelf gecreëerd, hoe ben je te werk gegaan?
Ja. De eerste reactie van de uitgeverij was om een illustrator bij het boek te betrekken. Ik vond het makkelijker om een boek te schrijven met de illustraties erbij. Zelf heb ik maar anderhalf jaar ervaring met tekenen. Eerst heb ik geoefend om beter te illustreren. Mijn tekenproces kon versnellen door simpel te starten. ik tekende cirkels, driehoeken, vierkanten, naderhand werkte ik aan perspectief, compositie en kleurwaarde. Het was niet de bedoeling om onmiddellijk kunstwerken neer te zetten. Ik schreef en maakte dan schetsen, er volgde wat referenties op Pinterest, kunstboeken en internet. Zonder illustraties had ik het boek niet kunnen schrijven.
Wat vond je het leukste aspect aan het schrijven van Limbaverse?
De combinatie van schrijven en illustreren. Toen ik 80 procent klaar was met het schrijven, pas dan begon ik met illustreren. Op een zeker moment voelde ik me echt een filmregisseur. Het verhaal leest ook als een film. Een leuk aspect waren de feedback van de proeflezers en de redacteur. Deze feedback was voor mij heel belangrijk.
Bij het lezen van Limbaverse merkte ik dat je wel straattaal gebruikt?
Ja. De straattaal heb ik bewust gekozen, om de jongeren aan te trekken. Vooral om mijn eigen stem te hebben. Soms waren er momenten dat het stroef ging door mijn academische pen, dan moest ik de taal verjongen. Het moet aangenaam blijven voor de jongeren.
Als de lezer één ding kan meenemen na het lezen van het boek, wat zou je dan willen wat dat dat is?
Volgens mij inspiratie. Het boek is niet heel inventief, natuurlijk zijn er talloze boeken die illustraties gebruiken. Het plan van aanpak is wel vrij ongezien. Er zijn niet veel mensen die schrijven en illustreren tegelijk. Om te weten dat lezen zoiets mogelijk maakt, kan inspirerend werken.
Zijn er nog toekomstplannen als auteur? Welk richting hoop je op te gaan met jouw carrière als schrijver?
Het zal afhangen van de uitgeverij. Volgens mij zijn we wel tevreden met het geleverde werk. Het was ook een heel goede samenwerking. Limbaverse
is een perfect concept voor een serie, natuurlijk moet de uitgeverij hiervoor openstaan. Mijn leefwereld zit in dit verhaal, hier kan ik nog mee verder.
En nu voor de stadslezers, wat is jouw favoriete boek?
De Poolse soldaat van Dolores Thijs, het boek is niet zo bekend. Ik vond het boek in een tweedehands zaak. Het verhaal las ik op één nacht uit, een heel fijne familiegeschiedenis.