"Een dichtbundel als een manifest" - interview met Nick Van de Vel

31 juli 2024

Door Wendy Struyf

Stadslezer Nick Van de Vel bracht onlangs zijn poëziedebuut Stemmen van verzet uit. Deze dichtbundel, die zijn weg tot publicatie vond via Boekscout, is ontsproten tijdens de moeilijkste periode van zijn leven, de ziekte van zijn vader. Deze poëzie schrijven was voor hem een helende balsem, een instrument dat hielp bij het verwerken van zijn emoties.

Redactrice Wendy had een gesprek met een trotse Nick over het unieke ontstaan van de bundel.

De titel van je debuut Stemmen van verzet is krachtig en veelzeggend. Zat er altijd al een verzetsstrijder verborgen in Nick?

Toch wel, Ik ben al van vrij jonge leeftijd actief bij de antiracisme en antifascisme beweging. Op school was ik ook heel rebels. Op een bepaald moment hadden we geen schoolbanken en mochten niet op de grond zitten. De dag erna stond ik met een vissersstoeltje op school, uiteindelijk ging heel de school mee in deze daad van protest. Ik begon te werken en was vrij snel actief in het syndicaal. De verzetsstrijder heeft altijd in mij gezeten.

In je voorwoord las ik dat je bundel is ontstaan tijdens een moeilijk moment in je leven, de ziekte van je vader, zijn je schrijfsels therapeutisch voor je geweest?

Tijdens het waken bij mijn papa was schrijven iets om me bezig te houden. Schrijven had ook iets troostend, het hielp om mijn gedachten te verzetten. Mijn plan was om over rouwverwerking te schrijven, maar dat werkte niet voor mij. Zo ben ik gedichten beginnen neerpennen die het dichtst bij mij lagen. 98 procent van de gedichten zijn geschreven met mijn papa naast mij.

Wanneer kwam je beslissing om de gedichten te laten bundelen?

Niemand wist dat ik aan het schrijven was. Mijn eerste gesprek over de gedichten was met mijn vrouw. Voor haar was mijn schrijven ook een verrassing. We hebben de gedichten doorlopen en al gauw werd er beslist om een uitgeverij te zoeken. Ik stuurde de bundel naar uitgeverij Boekscout en kreeg een positief antwoord. Zelf had ik de bundel opgestuurd met het idee dat de gedichten te niche waren. Een echte onzekerheid voelde ik niet, mijn gedachtegang was eerder: baat het niet dan schaadt het niet. Ik had geen verwachtingen, misschien was ik al gelukkig geweest met een bundel voor mezelf. Nu ben ik natuurlijk enorm trots op mijn uitgegeven werk. Elk verkocht boek maakt me gelukkig.

Je gedichten worden in de samenvatting beschreven als ‘een krachtige symfonie die de collectieve strijd omarmt en de wereld uitdaagt.’ Was dat je missie bij het schrijven van je gedichten?

Voor mij was het vooral de bedoeling om alles van me af te schrijven. Achteraf bekeken denk ik wel dat het een missie is geworden in heel het proces. Na het lezen had ik door dat mijn gedichten tegen bepaalde schenen ging stampen of de wereld ging uitdagen. Ik hoop dat mijn dichtbundel eerder wordt gelezen als een manifest, dat de lezer er iets aanheeft en uitdaagt om zelf te handelen.

De cover dekt de strijdkracht van de bundel, wie kwam er met het ontwerp?

De cover is ontstaan in samenwerking met de uitgeverij. We vonden de krachtige afbeelding in een centrale database. Ik wou vooral een cover die de inhoud dekt.

Zat er altijd ergens een schrijver verborgen in Nick?

Ik ben altijd een felle lezer geweest. Volgens mij is het voor elke lezer een droom om een boek te schrijven. Ik had eigenlijk nooit verwacht dat de schrijfmicrobe in mij zou zitten. Ik noem de dichtbundel eigenlijk een ‘oepsie’ (lacht). Het was oeps en de dichtenbundel zag het licht. Soms vraag ik me af of ik het nog eens zou kunnen. Als kind schreef ik stripverhalen en een rijke fantasie heb ik altijd gehad. Later schreef ik recensies en hier en daar een artikel. Natuurlijk zou ik je liever zeggen dat het een lang schrijfproces was, dat hoor je wel eens bij andere schrijvers. Nee. De gedichten zijn geschreven op minder dan een maand, de uiteindelijke afwerking van de bundel duurde drie maanden.

Soms kruipt er in het lezen een soort opstandigheid en boosheid in bepaalde gedichten. Waar komt dit vandaan?

Dat is ook zo. Natuurlijk ben ik boos, maar die boosheid zet ik om in een actieve strijd en positieve projecten. Ik zie het meer als een soort optimisme. Mijn boosheid is vooral gericht op het systeem waar we in leven. Er is een drang in mij om de wereld te veranderen, toch de wereld is altijd in beweging. We zijn ook niet van het feodaal naar het kapitalistisch systeem gegaan in één dag. Mensen kunnen bergen verzetten zeker in collectief. Er is een boosheid over het systeem, toch ook een optimisme dat we dit als mensheid kunnen veranderen. Ik ben actief binnen de Linkse Socialistische Partij en zet me in voor verschillende projecten. Bij mij overheerst vooral het idee hoe kunnen we een nieuw samenlevingsmodel neerzetten naar de noden van de mensen.

In je bundel is er een mooie tekst ‘een ode aan Jan Blommaert’, iemand waar je naar opkijkt?

Ja, Ik heb professor en schrijver Jan Blommaert leren kennen tussen pot en pint. Tijdens de grote stakingsbeweging van 2014 heeft de professor grote indruk op me gemaakt. Van ’s morgensvroeg ging hij van piket naar piket, zijn speech waren woorden van kracht. Ik heb al zijn boeken gelezen, deze kan je als zeer didactisch en maatschappijkritisch beschrijven. Hij was professor, maar bleef zeer gewoon.

Het gedicht ‘Zorgdragers van de ziel’ is een ode aan de zorg. Een sector dat je nauw aan het hart ligt?

Ik werk in de zorg als begeleider in een voorziening van blinde en slechtziende. Zelf heb ik nog geluk op mijn werk, collectief gezien is het veel minder. Tijdens de corona stonden we allen buiten en het eerste waar ze nu willen besparen is de zorg. De zorg staat eigenlijk al met het water aan de lippen. We willen blijven zorgen voor mensen, maar je krijgt niet genoeg middelen om goede zorg te bieden. Er heerst een zeker verdriet over de zorgsector.

Wat was het moeilijkste aan het schrijven van deze bundel?

Uiteindelijk heb ik niet veel moeten veranderen. Ik heb wel bepaalde woorden moeten aanpassen. Toen ik de gedichten nalas, zag ik woorden staan die zelfs niet bestaan. Je kon elke woordenboek erop naslaan, de woorden bestonden niet. Dat was wel een hele opgave om woorden te vinden die de lading dekken. Waarschijnlijk waren de uitgevonden woorden ontstaan uit het ‘oepsie’ gebeuren. De gedichten moesten ook een titel hebben, dat bleek ook een opgave om de gepaste titel te vinden.

De meeste van je teksten lezen op rijm, was dit geen moeilijk gegeven?

Nee (lacht), de redactie sprak over mijn gebruikte dichttechniek. Zelf weet ik niet hoe ik deze techniek heb gebruikt. Ik kan nog altijd niet geloven wat er op papier staat, natuurlijk sta ik achter de kracht van mijn woorden.

Komt er mogelijks nog een volgend boek?

Ja, ik denk het wel. Het volgende boek zou iets compleet anders zijn. Ik ben heel hard aan het malen over een roman. Nu kruipt er wel een soort onzekerheid in mij, misschien omdat ik een andere weg uitga. Ik ben ook heel actief aan het nadenken over het plot. Er is al een begin, midden en einde. Ik moet er natuurlijk nog een heel verhaal rondbreien.

Welke boek geschreven door iemand anders zou je zelf geschreven willen hebben?

‘Les Misérables’ van Victor Hugo, het verhaal leest als poëzie. Het boek telt 1366 bladzijden, dus ja het is ook huiswerk. Ik vind het een prachtig boek. De sociale ellende en het verzet dat doorheen het plot loopt. Het einde toont dat een zekere liefde voor de wereld overwint. Ik zou het zelf niet kunnen, maar dat verhaal zou ik zelf geschreven willen hebben.

Nick bedankt voor dit gesprek en veel succes met je dichtbundel.



© Sarah Vanduffel