"112 verhalen met, over en op spoed" - interview met Stef Vanlee

8 augustus 2022

Stef Vanlee is acteur (Dertigers, Familie en SOS 112) en theatermaker (Fractie van een seconde) maar in de eerste plaats is hij vooral spoed- en MUG verpleegkundige bij ZNA. Redactrice Katja sprak deze vrolijke man, naar aanleiding van zijn boek “112 verhalen met, over en op spoed”.


Stef, kan je jezelf even voorstellen?

Ik ben Stef Vanlee, ik ben 47 jaar en papa van 3 kinderen. Van opleiding ben ik verpleegkundige maar ik heb ook altijd theater gespeeld. Eigenlijk ben ik met theater begonnen door een toevallige ontmoeting met Herman Verbruggen, die ook het voorwoord geschreven heeft in mijn boek. Hij zocht jonge mensen om mee te doen in een straattheater project. Ik ben daar op ingegaan en op die manier is de bal aan het rollen gegaan. Verpleging en theater zijn twee boeiende jobs, twee uiteenlopende jobs ook maar dat maakt mijn leven boeiend.

Je boek “ 112 verhalen met, over en op spoed” neemt de lezer mee in het dagelijks leven op de spoeddienst van een Antwerps ziekenhuis, alsook achter het stuur van de MUG. Waarom heb je hier een boek over geschreven?

De laatste tijd horen we vooral dat er tekorten zijn in de zorg, dat verpleging een zware job is, een ondankbare en slecht betaalde job en dat het moeilijk te combineren is met je privéleven. Het klopt ook dat er een tekort is maar als je alleen maar de slechte kanten van het beroep in het daglicht brengt dan ga je geen nieuwe mensen aantrekken. Ik wou met het boek laten zien dat wij een zeer boeiende job hebben. De spoed, dat is voor mensen spektakel en heldendaden. We zien kinderen geboren worden tot mensen die sterven en alles daar tussen van ongevallen, ziektes, psychisch lijden en onbenulligheden maar de essentie blijft hetzelfde. Wij zijn allemaal verpleegkundigen die moeten omgaan met verlies en aftakeling. Dat enerzijds. Anderzijds wil ik de lezer laten zien, zonder het expliciet te vernoemen, dat gezondheid niet vanzelfsprekend is en dat een ziekte of een ongeval in elk hoekje schuilt. Spoed is een mooie weerspiegeling van de maatschappij.

Je ontmoet mensen in hun meest kwetsbare momenten en dit al een groot deel van je leven. Werkte het schrijven ook therapeutisch?

Eigenlijk in eerste instantie niet. Het oorspronkelijk idee was om iets tof te maken, een mooie weergave van het beroep, maar gaandeweg heb ik wel ontdekt dat er toch meer is blijven kleven dan dat ik zelf had durven vermoeden. Ik heb gemerkt dat de verhalen die ik verteld heb, zeker de dramatische, toch zijn blijven hangen en dat die mensen een plek in mijn hart hebben. Mensen vroegen me of ik een dagboek heb bijgehouden om de 112 verhalen te kunnen vertellen. Maar ik moet maar 112 keer met mijn ogen knipperen en de verhalen komen terug op mijn netvlies. Zelfs soms details van 15 jaar geleden, dus dat wil zeggen dat je bepaalde gebeurtenissen opslaat en niet vergeet.

Je boek bevat ook humor, zoals de dronken patiënte die jou avances maakte. Heb je er bewust voor gekozen om ook lachwekkende verhalen in je boek te stoppen om te laten zien dat het niet alleen kommer en kwel is?

Ik wou het verteerbaar maken. Als je 112 verhalen schrijft en er valt altijd iemand dood of het loopt in elk verhaal slecht af dan is het boek een triestige boel. Spoed is vaak triest maar er zijn ook vaak grappige situaties. Het boek is opgebouwd in 5 categorieën, in de triage kleuren van spoed. Blauw is onbenulligheden, tot rood: levensbedreigend. Zo heb ik dus het boek opgebouwd en elke categorie had ongeveer 20 verhalen. Die heb ik in het boek verdeeld en zo wissel ik af in een curve van zeer verteerbare verhalen naar verhalen die naar de keel kunnen grijpen.

Je bent mee met de moderne tijd. Je boek bevat bij sommige verhalen een QR- code die verwijst naar de podcast. Vanwaar dit extraatje?

Dat was niet noodzakelijk of ook niet op vraag van de uitgeverij. Het was een creatief idee van mezelf. Als ik in het boek vertel over een kerstliedje op spoed, dan is het leuk dat de mensen kunnen luisteren wat ik bedoel. Ik vond het ook een tof gegeven om sommige mensen aan het woord te laten in de podcast zodat zij konden vertellen hoe zij de interventies hebben beleefd, hoe dat voor hen was om op spoed te komen en dat ze dus zelf vertellen wat ze hebben meegemaakt. Het was heel tof om te maken. Ik ben vooral mijn broer Wim Vanlee heel dankbaar, hij deed het geluid, de muziek en montage. Het zijn heel eerlijke en open verhalen geworden en het is mede door mijn broer iets moois geworden. Het is een meerwaarde dat je de verhalen van de patiënten hoort en niet alleen de visie van de verpleegkundigen. Hoe is het om als mama telefoon te krijgen dat je dochter is opgenomen op spoed? Hoe is het om als zoon in de living te staan terwijl je mama meer dan een uur wordt gereanimeerd? Hoe is het om uit een wagen geknipt te worden door de brandweer en hulpverlening. Maar ook humor zit er in verweven, zo vertel ik ook over mannen en pijn (lacht). Ook praat ik over een verboden liefde, want verliefd worden op een patiënte is menselijk. Op deze manier is het boek niet te zwaar geworden.

Je toert ook rond met je theatervoorstelling “Fractie van een seconde”. Kan je hier iets meer over vertellen?

Het idee is ontstaan door een bijzonder tragisch ongeval. Ik wou zo’n soort ongevallen kunnen voorkomen. Ik ben beginnen spreken in scholen, puur als verpleegkundige naar jongeren toe in verband met weekendongevallen om de jongeren te wijzen op het risico om vroeg te sterven door een verkeersongeval. Ik kwam enkele jaren geleden Rudi Claeys tegen die ook in scholen ging spreken maar dan als patiënt. Hij had een gebroken nekwervel, is volledig verlamd en praat hier in scholen over. We hadden raakvlakken, we hebben onze verhalen gebundeld en dan besloten er een theatervoorstelling van te maken. We zijn dan aan de slag gegaan met Walter Janssens, regisseur van Kommil Foo. Rudi vertelt als patiënt zijn eigen verhaal en ik vertel vanuit mijn ervaring in de spoed. Dat samen met nog wat videogetuigenissen van iemand die een kind heeft doodgereden en een papa die zijn dochter verloren heeft maakt ons stuk een mooi pakkend verhaal. Er zit ook dans en zang in. Met dit stuk toeren we nu al zeven seizoenen, eind 2023 stoppen we. Ik begin nu al na te denken aan het volgende op mijn pad..

Heb je altijd al ambitie gehad om een boek te schrijven?

Ik ben iemand die graag verschillende dingen onderneemt. Twee jaar geleden werd ik geïnterviewd voor mijn rol in de serie Dertigers. De journaliste vroeg me of ik nog plannen had na Dertigers en ik vertelde haar dat ik door te werken op spoed veel bagage heb waar ik misschien wel iets mee wil doen, ooit. Zij bracht het idee boven om een boek te schrijven, 112 anekdotes als in het noodnummer 112. Ik heb een pitch geschreven van 5 verhalen, heb ook beetje verteld wie ik ben en heb alles gestuurd naar 5 uitgevers. Dezelfde dag heeft uitgeverij Vrijdag mij gebeld dat ze interesse hadden. Een jaar later is het boek een feit. 12 mei, de dag van de verpleging, werd het boek gelanceerd. Tien weken later stond het boek nog steeds in de top tien.

Komt er nog een volgend boek?

Ik zeg niet nee maar het is niet mijn ambitie. Ik wil veel doen maar als er ooit een volgend boek komt zal het eerder een kookboek zijn of een EHBO boek, want een boek als dit kan ik pas over 20 jaar schrijven om opnieuw voldoende verhalen te hebben.

Waar heb je je boek geschreven?

Overal. Tijdens rustige momenten ’s nachts op spoed, als er een leeg moment was thuis, tijdens de soundcheck op onze toer en vorig jaar op vakantie, dat was nog de beste schrijfplek. We waren op reis naar Kroatië en logeerden op een boerderij. Ik had mij met mijn laptop op de zolder gezet en schreef elke dag twee verhalen. De zolder had een bureau met gigantisch veel boeken, het rook er naar een bibliotheek, ze hadden ook een collectie klassieke muziek en daar kon ik het best schrijven.

Ben je zelf ook een lezer?

Ik ben geen echte lezer maar ben wel geabonneerd op tijdschrift “ Zeilen” omdat ik graag ga zeilen. Als ik al eens een boek lees, is het Nicci French. Dat leest gemakkelijk en zit altijd goed in elkaar. Het boek op mijn nachtkastje is “De Gunst” van Nicci French.

Wat is volgens jou de mooiste taal?

Speciale vraag. Spaans, ongetwijfeld. Mijn vrouw spreekt Spaans en als ik haar in die taal hoor praten, kriebelt het bij mij extra in mijn buik en word ik precies terug dubbel verliefd op haar. Zelf ben ik geen talenknobbel, ik ben al blij dat ik mij kan redden in het Frans.

Heb je nog een tip voor beginnende schrijvers?

Vooral niet denken dat je het niet kan. Blijkbaar ben ik nu een auteur want ik schreef een boek, maar als mensen me vragen welke job ik doe, zeg ik altijd verpleegkundige terwijl ik eigenlijk meer geld verdien met mijn andere jobs. Ik denk dat iedereen kan schrijven, je moet geen letterkunde gestudeerd hebben om een boek te kunnen schrijven. Je wordt ook ondersteund door de uitgever, wat een leuk proces op zich is vind ik. Ik zou als tip meegeven : gewoon doen, of het nu fictie is of non fictie. Als mensen een verhaal willen vertellen, moeten ze het gewoon doen!

Als laatste vraag, kan je u zelf in 3 woorden omschrijven.

Enthousiast, energiek en passioneel

Bedankt voor de leuke babbel en nog succes met alles wat je nog gaat doen!


Lees ook de leestip van stadslezer André Oyen: https://www.antwerpenleest.be/...