Internationale Vertalersdag – interview met vertaalster Isabel Hessel

30 september 2022

Op 30 september is het ‘Internationale Vertalersdag’. Tony Vanderheyden ging voor Antwerpen Leest in gesprek met Isabel Hessel, vertaalster Nederlands – Duits:

Wat is of maakt iemand een goede vertaler?

Ik denk dat je daar een aantal ingrediënten voor nodig hebt.

Passie, geduld, nauwgeletheid én je moet de pitbull in jezelf ontginnen: je vastbijten in een moeilijk ding en niet lossen tot je een passende oplossing hebt gevonden. Je moet inzoomen en uitzoomen.

En je moet een ruim empathisch vermogen hebben: dat gaat ver: als het hoofdpersonage een kudde schapen is (Leonie Swann: Glenkill, niet door Isabel vertaald), dan moet je je als het ware daarin verplaatsen.

En wat uiteraard ook vaak gevraagd wordt: hoe kun je als vrouw in het zieleleven van een man kruipen en vice versa. Als vertaler moet je dat voortdurend doen.

Heeft vertalen je dan veranderd?

Het heeft me enorm verrijkt. Je verdiept je soms een half jaar of een jaar in een project. Je moet over veel dingen nadenken. En je moet ook lezen wat tussen de regels staat. Je moet alle connotaties aanvoelen.

Je moet je woordenschat beheersen. Vertalen brings you places: je raadpleegt bronnen, je bezoekt soms musea omdat je alle contexten wil begrijpen.

En uiteraard is er het internet: daar ben ik soms ook wel wat op mijn hoede, want Mr Google en al zijn algoritmen registreren veel, ook als ik bijvoorbeeld iets moet vertalen wat zich afspeelt in het ‘darknet’… zelfs daarmee moet je als vertaler rekening mee houden. Of iets dat verwijst naar kinderporno… dat heb ik gelukkig nog niet moeten doen.

Heb je al eens vertalingen geweigerd dan?

Een tekst kan soms gevoelig liggen. Bijvoorbeeld een gedicht dat als anti-Joods zou kunnen gelezen worden. Vertaal jij dat dan?

Teksten waar wat ‘geschmack’ aan zit, een smaakje.

Het lijkt vandaag nog moeilijker te worden: hoe kan een ‘witte hoogopgeleide’ iets vertalen van iemand die buiten die omschrijving valt?

Jij hebt het nu over het gedicht van Amanda Gormann…

Dat was een explosie van commentaren maar het komt meer voor.

Die vragen worden gesteld ja - Is er geen vertaler met een meer vergelijkbare culturele horizon?

Je vindt ook niet in elke bevolkingsgroep literaire vertalers: het is minder goedbetaald werk. Een juridische tekst dat valt mee, maar poëzie en proza…

Maar er worden wel pogingen gedaan om een breed spectrum aan vertalers te bereiken. Want ja, stel er is een nobelprijswaardige tekst in pakweg Wales, als die niet vertaald wordt komt die nooit bovendrijven.

Een werk uit een klein taallandschap legt een langere weg af van vertalen en uitgeven naar een plekje in de boekhandel. Maar het was Goethe die zei dat wereldliteratuur maar bestaat dankzij vertalers.

Je vertelt dat je dus op zoek moet gaan om de betekenissen goed te vatten. Heb je zo’n voorbeeld van wat voor jou een ontdekking was?

Ja, bijvoorbeeld voor het KMSKA de beeldbeschrijvingen in het Duits vertalen. Maar ik had geen kunstgeschiedenis gestudeerd dus begon ik tijdens corona vanuit mijn zetel online reeksen kunstgeschiedenis te volgen om de achtergronden beter te begrijpen. Dat heeft me erg verrijkt en was zeer plezant om te doen.

Vertalers vertolken de schrijvende bescheidenheid. De doorsnee vertaler hunkert niet bepaald naar de schijnwerpers. Je staat in de schaduw in dienst van zowel het origineel, de schrijver, maar ook de uitgever én natuurlijk de toekomstige lezer.

Als ik poëzie vertaal heb ik één premisse: het moet zo overkomen alsof het origineel in het Duits zou kunnen geschreven zijn. Ritme, klanken, melodie moet kloppen. Je moet je afvragen: zou een Duitstalige met een Duitsdenkend hoofd die woordkeuze maken.

Het beeld van de vertaler die in de schaduw staat is wel markant, maar ook dubbel. De vertaler moet in de schaduw staan maar tegelijkertijd wordt verwacht dat hij uit die schaduw treedt om te kunnen kijken zoals de auteur kijkt om kennis en betekenis op te doen, maar met die kennis en betekenis moet de vertaler terug in de schaduw gaan staan.

Ja dat is soms - laat ik zeggen - erg vreemd, wanneer in de pers verschijnt dat de auteur ‘een schitterende taal’ hanteert, maar de bijdrage van de vertaler wordt daar niet in erkend. Als daartegenover ergens iets gevonden wordt wat misschien iets minder strookt in de vertaling of een klein foutje bevat wordt al snel de hele vertaling afgekraakt. Als je goed werk hebt geleverd wordt de verdienste vaak niet gezien.

Sommige collega-vertalers volgen wel op sociale media de aankondigingen van nieuwe internationale boeken en informeren naar de vertaler, indien die niet werd vermeld #namethetranslator.

Wat ik zelf al eens als lastig ervaar is wanneer bijvoorbeeld in een Japans verhaal een personage een Nederlands getinte uitspraak krijgt, zoals bijvoorbeeld in een dialoog “Nou moet-ie opsodemieteren”, dan moet ik dat nog eens ‘vertalen’.

Ik vind het dan meestal een goede oplossing om een niet bestaand dialect te gebruiken, een dialecttalig iets, zodat de lezer begrijpt dat er een dialect is, maar niet bijvoorbeeld Saksisch of Beiers. Dat wekt andere associaties bij de lezer op.

Ben jij, omdat je vertaler bent, ook anders gaan lezen?

Ik kan me niet meer niet afvragen wat er in het origineel heeft gestaan; Ik ben ook oneindig traag. Nee correctie erg traag (lacht). Ik wil namelijk niets missen. Dat is het. Ik ga op zoek naar nuances. Als vertaler ben je constant bezig met: heb ik aangevoeld dat ik hier iets in vraag moet stellen? Stel je je een fictioneel boek voor, waarbij je dat wat tussen de regels staat niet transporteert.

Heel soms lees ik zelfs parallel: bijvoorbeeld de originele Engelse versie tegelijkertijd met de Duitse vertaling. Een hoofdstuk in het ene, twee in het andere enzovoort.

Hoe kies jij nu een boek dat je wil lezen? Is dat om de taal te proeven van een bepaalde auteur? Of toch het onderwerp?

Ik maak al een verschil tussen privé en beroepsmatig lezen. Ik ben bijvoorbeeld in een leesgroep van ‘Das Kulturforum’, dat zijn al vijf Duitse boeken per jaar. Ik krijg ook regelmatig van Duitse uitgeverijen de vraag om een boek te lezen in het Nederlands om een eerste advies te geven of die titel iets voor hun fonds zou kunnen zijn en aangeven wat er vernieuwend of krachtig aan is. Daar krijg je dan bijvoorbeeld twee weken en een heel kleine vergoeding voor. Dat zijn dan ook zo’n 5 boeken per jaar. Als ik dan ook nog bezig ben aan de vertaling van een roman dan ben ik daar intens mee bezig en rest me niet zo veel tijd.

En als je dan toch nog eens iets kiest…

Dan kies ik voor vrouwelijke auteurs. Of voor een boek dat zich afspeelt op een plek waar ik graag zou willen zijn.

Als je zegt dat je kiest vooor vrouwelijke auteurs, is dat omdat je vindt dat vrouwen te weinig gelezen worden?

..door mannen ja. En door de jaren heb ik zeer veel ‘mannen’ gelezen. Zo lees ik bijvoorbeeld Rachel Cusk, een Canadese die ondermeer over moederschap en scheiding schrijft. Dat zijn zaken die continu voorkomen maar het is verbijsterend hoe weinig er over geschreven is. Heel eerlijk, raak werk. Binnenkort ga ik naar de lezing van Bernardine Evaristo, en ik vind ook Margaret Atwood geweldig. Ik hou van ruwe, pure, eerlijke literatuur.

Leg je dan ook een vrouwelijkere toon in je vertalingen?

Neen - waarom zou ik - zoals eerder gezegd verplaats ik mij in een mannelijk personage, zoals ik me ook in een schaap inleef (lacht). Ik blijf trouw aan de sfeer en betekenis die de auteur oproept. Samen met een collega heb ik ‘Wil’ van Jeroen Olyslaegers vertaald. Dan is het goed dat je de straten kent, dat standbeeld weet staan, wat botinnekes zijn (lacht).

Je hebt dus ook creativiteit nodig. Je moet creatief schrijven.

En weet je, vele vertalers hebben dezelfde hobby’s zoals yoga, hardlopen, zingen in een koor, en...katten. Waarom? We moeten ons hoofd terug vrijmaken, soms tijdens het lopen wordt die ene woordknoop ontward, we lezen best luidop hoe de zinnen klinken en door in een koor te zingen luister en leer je je stem afstemmen - gehoord en gelezen worden - dat ligt toch dicht tegen mekaar, denk ik (glimlacht).

Hoe herken je specifieke uitdrukkingen, die taaleigen zijn, een idioom, zoals ‘donderen in Keulen’, ‘een processie van Echternach’ of zelfs ‘bollen van het atomium’ Hoe weet jij dat die specifieke betekenissen hebben?

Men zegt weleens van drummers of muzikanten, dat die hun spieren een geheugen hebben, die voelen hoe iets gespeeld moet worden. Ik denk dat vertalers ook zo’n gevoeligheden en reflexen opbouwen. Iets dat zegt: hier zit iets meer, iets anders achter. Ook handig is, juist zoals bij schrijvers, dat je nog een extra lezer hebt. Die ook die voelsprieten heeft wanneer er iets ‘weirds’ staat.

Is er een werk waar je bijzonder fier op bent? Iets wat niet evident was maar je toch maar mooi geklaard hebt?

Toen Vlaanderen en Nederland gastlanden waren op de Frankfurter Buchmesse in 2016 heb ik drie romans vertaald. Dat was onder bijzondere druk.

En ik heb enkele gedichten van Carmien Michels vertaald in het Duits en daarvoor de erkenning als poëzievertaler gekregen van Literatuur Vlaanderen. Gedichten vertalen vind ik wel fijn - het is bijna het tegenovergestelde van een roman vertalen, dat is een marathon, een gedicht dat is fijn woordspeurwerk.

En al dat vertaalgewroet, de vele zinnen die je al schreef, zorgt dat ook voor een roep voor eigen werk?

Die is er sinds mijn 18 (lacht)

Een tip van de sluier…?

Ik ben met meerdere projecten bezig. Zo ben ik een kinderboek aan ’t schrijven, eigenlijk voor 10- tot 99 jarigen, over een meisje dat een oma-wens heeft. En ik schrijf al lang aforismen, in het Duits en in het Nederlands. Die zijn online te lezen. En dan zijn er nog ideeën voor prentenboeken in de spreekwoordelijke schuif. Maar wie weet komt er eerst het literaire non-fictieboek over hoe ik de derde beste moeder ter wereld werd…? (lacht)

Dus Isabel Hessel is en wordt nog meer een naam om te onthouden en te volgen. Mooi. Doen we.