“In een zachte slogan zit óók veel kracht” - interview met Sara Eelen
Door Leonie Moreels. Foto: Nek Chonyut.
Sara Eelen is dichter, essayist, videomaker en sociaal werker. Ze is één van de gezichten achter het burgerinitiatief Hart Boven Hard, en lid van de kerngroep van de Klimaatdichters. Ze schreef onder andere voor de Groene Amsterdammer, Kluger Hans en Het Liegend Konijn. In 2022 gaf ze haar debuut het nodige breken uit bij Uitgeverij Vrijdag. Ik spreek af met deze creatieve duizendpoot en sociaal bewogen vrouw voor een goed gesprek en een cappuccino met havermelk in de lentezon.
Geen lezer
“Ik schreef in de lagere school al. Mijn leefschool waardeerde creativiteit in al haar vormen. Ik tekende toen ook nog, maar merkte steeds meer dat mijn hart toch bij woorden ligt”, vertelt ze terwijl ze van haar muntthee nipt. Als negentienjarige al legde ze haar eerste literaire connecties via De Kunstbende, en ook als prille twintiger sleept ze verschillende prijzen en nominaties in de wacht. Toch opvallend als je weet dat ze lang dacht dat ze niet van lezen hield. “Thuis lazen we voornamelijk fantasy, en dat was niet mijn ding. Ik leek de minst lezende persoon van de familie. Die gedachte voerde ik af toen ik de poëzie-afdeling in de bibliotheek ontdekte. Ik begon voornamelijk met bloemlezingen, omdat die een ruime blik op het poëzielandschap bieden.”
Het nodige breken
In 2022 verscheen haar debuut het nodige breken bij Uitgeverij Vrijdag. Een bundel die ze zelf een ‘gevoelsmatige relativiteitstheorie’ noemt. Deze poëtische zoektocht naar tijd komt voor haar niet onverwacht: “Het is niet raar dat veel dichters over tijd schrijven, kijk maar naar grote namen als Herman De Coninck en Bernard De Wulf. Iedereen kent het, en we hebben allemaal het gevoel dat we de tijd niet snappen. Het bepaalt hoe we ons voelen en tegelijkertijd ontglipt het ons. Het thema loopt als een rode draad doorheen mijn gedichten, dus het was aanvankelijk zeker geen bewuste keuze om dit thema uit te diepen. Later in het schrijfproces heb ik me er wel meer in verdiept en ingelezen.”
In haar bundel vraagt ze zich af: welke beweging verbindt het heden met het verleden en de toekomst? Op die vraag zegt ze zelf geen antwoord gevonden te hebben, maar dat vindt ze niet erg. “Poëzie hoeft die vraag niet te beantwoorden. Een gedicht kan iets benoemen en erkenning bieden. Een lezer kan dan denken: ‘dit herken ik, zo heb ik het ook ervaren.’ Er zijn zoveel vormen van angst of verdriet. Daar een groot woord op kleven, doet geen eer aan wat je echt voelt. Gedichten kunnen die leegte opvullen. Volgens mij is dat de rol die poëzie kan spelen.”
“Er zijn zoveel vormen van angst of verdriet waar enkel een groot woord voor bestaat. Je doet zo geen eer aan wat je voelt. Gedichten kunnen die leegte opvullen.”
De daad bij het woord
Eelen schrijft gedichten, essays en maakt videokunst, maar ze houdt het niet bij woorden alleen. Ze behaalde een Master in Sociaal Werk & Sociaal Beleid. Haar achtergrond in de psychosociale sector schemert door op de achterflap van haar debuut: De gedichten stromen van een wij naar een ik naar een jij terug naar een wij, een duizelingwekkende cirkel van verbinden en verbreken. Eenzelfde maatschappelijke bewogenheid zien we terug in haar engagement binnen Hart boven Hard. Het burgerinitiatief draagt de slogan: ‘Waar winst het wint van waarde, is verlies het resultaat’. Eelen schuwt hete hangijzers als ecologie, de hoge woonprijzen en racisme niet. Toch is haar bundel meer intiem van aard. “Ik wil niet elke keer een manifest brengen. Ik kan mijn activisme kwijt in klimaatdichten, essays en ook mijn engagement bij Hart boven Hard. Omdat ik nu prominent aanwezig ben in zowel de Klimaatdichters als Hart Boven Hard, lijkt het wel alsof ik maatschappelijk moét schrijven. Ik vind het fijn dat ik in mijn gedichten ook over kleine dingen kan schrijven, en dat dat ook van waarde is.” In haar bundel lezen we dit in regels als ‘ik in mijn nieuw, al knellend badpak / benen die nog geen zomer hebben gezien / de overtollige schaamte op mijn dijen. / Hier sta ik zonder schild of schutting / omringd door ogen die mij doorpriemen als gebak.’
“Het hoeft ook niet altijd lief te zijn. Ik voegde de zin ‘Het is tijd om onze stem als een vuist in de lucht te gooien’ toe aan het manifest van de Klimaatdichters. De één staat graag in een theaterzaal terwijl de ander liever op straat manifesteert. Soms zijn die woorden scherp, ja. Maar dat mag ook. Veel mensen erkennen wel dat er een probleem is, maar blijven vlees eten en vliegen. Ik wil niet polariseren, maar wel dat iedereen mee is. Ik wil mensen meenemen in mijn verhaal, maar het mag meer zijn dan enkel lieflijk samenkomen. Radicale acties hoeven niet bruut te zijn, en ook in de zachtheid van een slogan kan veel kracht zitten. ‘Waarde boven winst’, van Hart boven Hard bijvoorbeeld, dat omvat het voor mij helemaal.”
“Radicale acties moeten niet bruut zijn.”
Biologische klok
In het zinderende essay Kind van de Rekening dat in oktober 2022 in de Groene Amsterdammer verscheen, plaatst Eelen haar kinderwens tegenover de klimaatcrisis.“Het voelt alsof twee biologische klokken naast elkaar tikken. de eigen biologische drang om een kind te maken en verzorgen, de eigen genen door te geven, tegenover de biologische klok van de aarde die volledig ontregeld is.” Die wrijving tussen persoon en maatschappij zoekt Eelen wel vaker op. “We kennen het verhaal over onrecht en klimaat ondertussen. Ik kan daar enkel mijn eigen stem bij inbrengen en zo iets toevoegen. Het essay was gewaagd, en ik heb me dat pas achteraf gerealiseerd. Ik deel niet per se veel over mezelf, maar in essays wel. Ik wil daar nog over nadenken. Vind ik het wel oké dat mensen dit over mij te weten komen?”
Het nodige breken bundelt inderdaad intiem werk met verzen die bijblijven. “Ja, de dichtbundel gaat ook over moederschap en vrouw zijn”, knikt ze. In Prijsbepaling van de huid lezen we ‘Stel me gerust je aanhoudende vragen / over het verschil tussen de sterren en het ruimteschroot / als we niet naar buiten kijken / de bevolking groeit in eenzaamheid / wanneer zal de huid de vraag overstijgen?’ De bundel kruipt onder je huid. “Soms voelt het wel alsof ik me moet verontschuldigen of verdedigen dat ik dergelijke thema’s beschrijf. Ik ben wel eens bang voor die perceptie, dat mensen mij lezen omdát ik een jonge vrouw ben. Maar thema’s als het vrouwelijk lichaam zijn voor mij wel heel wezenlijk.”
En nu?
Wat de toekomst brengen zal? Eelen is realistisch. “Ik schreef net een essay over de eeuwige tweestrijd tussen pessimisme en optimisme. Ik wil niet meegaan in een geveinsd optimisme. Realisme gaat me beter af. De toekomst brengt mij op dit moment voornamelijk essays. Wie weet kan ik er wel een groter project uit kneden, maar dat is nog veraf. Ik werk namens de Klimaatdichters aan een videoproject, wat ook wel tijd vraagt.” Ze glimlacht. “Verder zien we wel wat er op me afkomt.”
Lees ook de leestip van André Oyen, over "Het nodige breken": Het nodige breken - fantasie en de kracht van de… | Antwerpen Leest