“Ik zie elke tekst als een muzikale partituur” - interview met Maud Vanhauwaert

18 oktober 2024

Door Tony Vanderheyden

Op donderdag 14 november is Maud Vanhauwaert te gast in Cinema Rix, met haar gele koffertje vol poëzie. Wat we mogen verwachten?

"Het wordt sowieso een combinatie van gedichten, mootjes en dolle fratsen. Lichtvoetig én weemoedig, scherp én rond. Tja, je moet maar komen kijken!"

In afwachting van die fratsen, hier alvast een interview!

Gefeliciteerd! Je bent de tweede Vlaamse auteur, na Lize Spit in 2016, die de Hebban debuutprijs krijgt voor je romandebuut Tosca. Ik kocht de eerste uitgave, die waarbij je de bladzijden moest losmaken met een bijgevoegd scheurdertje. Ik vond die vorm, zoals die ook steeds bij je eerdere dichtbundels telkens zo bijzonder was, zonde om zo te scheuren, dat ik dit exemplaar ongescheurdliet staan. Ik heb het daarna als e-book gekocht en gelezen. Wou je dat het traag gelezen werd, zeer bewust, zoals de waarde van het opleggen van een vinylplaat, of wou je zeggen: lezen, begrijpen, vatten: dat gebeurt niet als vanzelf, dat vergt een actie, zoiets?

Dat is zeker een van de redenen waarom ik voor deze vorm koos! Het verhaal gaat over een meisje dat moeilijk leesbaar is, en dat gegeven wilde ik doortrekken naar de vorm van het boek. Net zoals de verteller moeite moet doen om dat meisje te begrijpen, moet je als lezer een beetje moeite doen om het boek te lezen. Maar ik hoop dat die moeite loont! In een tijd waarin alles en iedereen om aandacht schreeuwt, leek het mij ook mooi een verhaal te schrijven dat zich slechts beetje bij beetje onthult.

Het gedicht dat je schrijft en brengt, deze roman die je in jouw gedachten had en die jij schreef, dat is niet hetzelfde gedicht of hetzelfde boek dat een lezer leest. Is de ruimte die je de lezer geeft of laat, hetzelfde in deze roman als bij je poëzie?

Ik laat de interpretatie van mijn werk graag bij de lezer. En dat is bij dit boek niet anders dan bij mijn poëziebundels. Wel is het zo dat proza vaak onvermijdelijk directer is dan poëzie. Bij poëzie kan je makkelijker gebruik maken van metaforiek die ruimte laat voor interpretatie. Ik wilde graag een vlot leesbaar verhaal maken, en de taal niet al te veel ‘verdichten’. Tegelijkertijd wilde ik genoeg openheid laten voor de lezer. Ik ben dan ook heel blij te horen dat het boek op heel veel verschillende manieren gelezen wordt. De manier waarop je al dan niet meegaat met de personages zegt denk ik heel veel over hoe je zelf in het leven staat.

Je zei ergens ik ben in de eerste plaats een dichter, ga je daar nu euh verder vandaan door deze ervaring met Tosca én het feit dat je daar dan ook deze prijs mee won? Ik kan het ook anders vragen: wat zit er nog in dat fantastisch gele koffertje van jou?

Ha, dat zal ik niet verklappen! Of nee, eerlijk: ik weet het zelf nog niet en laat me graag verrassen door wat op mijn pad komt. Ik wil me niet vastbinden aan een bepaald genre of medium. Ik broed op een nieuw boek en op een nieuwe theatervoorstelling, maar dat is voorlopig nog toekomstmuziek. In elk geval: hoe breed ik ook ga, in de kern klopt altijd mijn hart voor poëzie. Ik geloof dat alles wat ik maak, ook de roman Tosca, een poging is om de kantjes van de poëzie te lopen en zo de poëzie elke keer te herdefiniëren. Momenteel ben ik vooral bezig met de lancering van de ‘Paddegragt’, een theaterkelder in hartje Antwerpen. Intussen blijf ik ook twee keer per week cursiefjes schrijven voor De Morgen, de zogenaamde ‘mootjes’. Misschien voel ik me in die literaire vorm (tussen poëzie en proza) nu wel het meest vrij.

Lezen - lichtte - gedichten / Publiek - diep - gedoken / Linnen - lessenaar - liggen. De dichter, het ritme en de melodie is trouwens nooit ver weg in Tosca. Er kleeft ook een stickertje op het boek poëtische thriller’. Ik heb wat moeite met die omschrijving: alsof spanningsopbouw het doel is, terwijl er toch existentiële themas in de roman zitten die meer kenmerkend zijn voor het boek. Moet het in een ander vakje of laten we dat gewoon los?

Wat fijn dat je de ritmiek en melodie in mijn zinnen voelde. Ik schrijf meestal luidop. Ik blijf herschrijven tot de zinnen goed klinken. Ik zie elke tekst dan ook als een muzikale partituur, die ik harmonisch wil laten klinken. Of soms bewust disharmonisch. En ha, de term ‘poëtische thriller’ heb ik zelf bedacht! Ik vond het wel spannend om twee termen aan elkaar te verbinden die je niet samen verwacht. Thrillers en dichtbundels zijn boeken die in een apart rekje in de boekhandel staan. Wat gebeurt er als je de tussenschotten weghaalt? Misschien ontstaat er dan wel een kortsluiting die een vonkje geeft in de verbeelding van de lezer!

In de samenleving (politiek, wetenschap, sociale media, ) is het niet altijd eenvoudig om feit en fictie te onderscheiden. Ook in de literatuur zie je dit vaker: de auteur werkt aan de geloofwaardigheid en laat de lezer verder in het ongewisse. Ook jij speelt hiermee. Kun je dat van de lezer verwachten? Of moeten we net vooral aanvaarden dat we iemand en alles nooit ten volle kunnen kennen maar we toch tegelijkertijd ernaar streven?

‘Zij is een gesloten boek. Beter dan ik kan niemand haar lezen’. Zo staat het op de achterkant van het boek. Je kan de ander nooit helemaal kennen. Enerzijds is dat frustrerend. Anderzijds is het verlangen om dichtbij de ander te komen ook hetgeen wat ons als mensheid samenhoudt. De poging om de ander ten volle te kennen is bij voorbaat mislukt, en tegelijkertijd schuilt in die poging misschien wel de grootste schoonheid en ontroering.

Op 14/11 ben jij de centrale gast in de avond voor de stadslezers van Antwerpen Leest. Dat zal vanzelfsprekend de moeite zijn. Maar wat mag het publiek verwachten - wat ga je uit je koffertje toveren?

Ik zeul al jaren mijn gele koffertje mee en ik tover er elke keer wat anders uit te voorschijn. Ik leg mijn ‘setlist’ nooit helemaal vast, en laat ook veel afhangen van het publiek, de zaal, de context. De toeschouwers zullen dus krijgen dat wat ze mij geven! Ik probeer altijd bestaand werk te combineren met nieuw materiaal. Het wordt sowieso een combinatie van gedichten, mootjes en dolle fratsen. Lichtvoetig én weemoedig, scherp én rond. Tja, je moet maar komen kijken!

Welke 3 boeken vind jij dat elke Antwerpse stadslezer/iedereen zou moeten gelezen hebben?

1 - Renga: gehavende stad van Ludwig Lemaire (Uitgeverij: Uriel). Het is een graphic poem, over een meisje dat door de straten van Antwerpen dwaalt. Renga verwijst naar een Japans kettinggedicht: schrijvers en illustratoren gaven de pen aan elkaar door. Ook ik mocht een bijdrage leveren.

2 - Het boek van Fatima: een stem tegen de stilte van Fatima Noori (Uitgeverij: Davidsfonds). Het is het persoonlijke verhaal van Fatima Noori, die uit Afhanistan vluchtte en na een lange tocht in Edegem belandde. Het is een heel aangrijpende en moedige getuigenis van een zestienjarig meisje, met al een heel leven achter de rug. De vluchtelingenproblematiek wordt plots heel concreet.

3 - Het achtste leven (voor Brilka) Van Nino Haratischwili (Uitgeverij: Atlas Contact) Dit is echt literatuur van de bovenste plank. Een meesterlijk familie-epos. Het leest heel vlot, maar reken toch op een paar weken om deze dikke pil uit te lezen.

Tips maud

Antwerpen Leest in Cinema Rix – met Maud Vanhauwaert

  • Donderdag 14 november, van 18:30 tot 22 uur
  • Cinema Rix, De Gryspeerstraat 86, 2100 Deurne (bereikbaar met tram 5)
  • Gratis, inschrijven via dit formulier

Programma:

  • 18u30: een hapje en drankje (voor wie deelneemt aan samenlezen)
  • 19u15-20u: samenlezen* met teksten van Maud
  • 20u15: Maud Vanhauwaert met "Het is de moeite”
  • 22u: einde

*SamenLezen, wat is dat?? Bij SamenLezen duiken we met een kleine groep en een begeleider in een tekstfragment of gedicht. We verkennen samen de tekst: wat vind je mooi, wat herken je, wat raakt je? Zo komen we tot gesprek. Samenlezen is een fijne interactieve en verbindende methodiek die geen voorbereiding vraagt.

AL cinema Rix

© Illias Teirlinck