Aisha Dutrieux verrast telkens weer
Aisha Dutrieux is niet aan haar proefstuk toe, Wat wij verzwijgen is haar derde boek. Al springt dit boek wel in het oog. Het verhaal is deels autobiografisch en deels fictie. Met dit verhaal neemt de schrijfster een bocht in haar oeuvre, een bocht van negentig graden die zeer aangrijpend is. Op een vrij unieke manier wordt het thema kindermisbruik belicht. Door het autobiografische deel van het verhaal voelt heel het geheel van Wat wij verzwijgen realistisch aan.
*Een getrouwde vrouw maakt het huis van haar overleden oom schoon. Tijdens het schoonmaken maakt ze sprongen in het verleden en praat tegen haar oom. Een oom die ze al vijfentwintig jaar niet heeft gezien, vanaf de dag dat ze de waarheid aan het licht bracht. Een waarheid van kindermisbruik, een waarheid die een grote breuk veroorzaakte tussen de familie. Een breuk waar zwijgen overheen hangt.
Dat Aisha Dutrieux kan schrijven had ze al meermaals bewezen, toch gaat ze hier een stapje verder. Door herhaling van bepaalde emoties en deze telkens op een andere manier neer te pennen, weet ze de lezer te raken. Herhaling is hier perfect op zijn plek en gedetailleerde daden niet nodig. Gevoelens als pijn, schuld, onschuld en afhankelijkheid veroorzaken een golfbeweging doorheen het boek. Thema’s zoals Stockholmsyndroom, transgenerationeel trauma weet de schrijfster perfect uit te werken. Hiervoor gebruikt Aisha verschillende vertelperspectieven en tijdsgeesten. De levenswijsheden van schrijfster Chimamanda Ngoz Adichie en Yiyun Li eisen ook hun plekje op in het zware verhaal. Wat wij verzwijgen blijft doorhangen en kan zeker herlezen worden. Aisha Dutrieux verrast telkens weer.