Fuck A.
Meisje, 1983. Door: Linn Ullmann.
De laatste tijd hoor je vaak kritiek op de ‘overload aan autofictie’. Veelal kritiek van mannen. Mannen zijn, ironisch gezien, vaak de oorsprong van die autofictie. En dat bedoel ik niet op een positieve manier.
Net als in het geweldige Het voorval van Annie Ernaux, dat Ullmann ook aanhaalt in haar boek, gaat Meisje, 1983 over een voorval dat jaren geleden plaats vond maar dat nog altijd een (negatieve) impact heeft op de schrijver. Linn (Karin) gaat op zestienjarige leeftijd alleen naar Parijs, tegen de zin van haar moeder omdat A. haar heeft beloofd dat hij daar een foto van haar gaat nemen die in de Franse Vogue gaat komen.
40 jaar later gaat Ullmann op zoek naar die dagen, in haar geheugen. Ze zoekt de waarheid, de ware toedracht, verloren (verdrongen) herinneringen. Haar ouder worden, het moeder zijn van een dochter van diezelfde leeftijd én de tijdsgeest van nu (waarin wél wordt gezegd hoe fout dien mannen waren/zijn) zorgen ervoor dat zij meer en meer beseft hoe fout A. was. Hoeveel impact het nog op haar leven heeft.
Dit zijn verhalen die verteld moeten worden. Hoe hard er ook wordt geklaagd en gezaagd door autofictie-haters. Dit is een verhaal dat moest geschreven worden. Voor het welzijn van Linn Ullmann zelf maar ook voor de vele lezers die zich hier (jammer genoeg) in gaan herkennen. Niet iedereen die een verhaal heeft kan het persoonlijke universeel maken, kan het zo meeslepend en helder (hoewel heel zoekend, cirkelend, meanderend) opschrijven. Ullmann kan dit.
Meisje, 1983 is een pijnlijk, triest, ontroerend, rauw, moedig en herkenbaar verhaal. Ik hoop dat iedereen (inclusief A.) dit leest. Dit verhaal is belangrijk, lees het!