Ik ben een loser
Liefde is voor losers. Door Wibke Brueggemann.
Liefde is voor losers, dat vindt de vijftienjarige Phoebe. Het is nergens goed voor, zeker niet als het betekent dat je dan geen aandacht meer hebt voor je beste vriendin (Polly). Phoebe beslist dan ook om zelf nooit verliefd te worden, hoe ze dat probeert klaar te krijgen lezen we in haar dagboek (dit boek).
Ik geef grif toe dat ik er even in moest komen. Net als bij Bridget Jones is het ganse boek in dagboekvorm. In dit geval geschreven door een vlotte, drukke, aanwezige vijftienjarige. De taal is dus navenant. Maar al heel snel was ik helemaal verslaafd aan dit hashtagdagboek en aan Phoebe. Ze is grappig, moedig, mondig, origineel en helemaal zichzelf (lees: geen mensenmens). Naast dit alles heeft ze een groot hart, al gelooft ze dat hoogst waarschijnlijk zelf niet.
Phoebe‘s vader is gestorven voor haar geboorte, haar moeder is voor haar werk vaak maanden van huis. In die tijd woont ze bij Kate en haar twee poezen. Kate en die katten (en kittens), Emma, Alex,…ze stelen stuk voor stuk je hart.
Hoe het voelt om niet verliefd te proberen worden op het meisje van je dromen (Emma) legt Phoebe je zelf haarscherp uit. Haar analyses, denkpatronen, wanhopige kopstanden; alles is even grappig, hartverwarmend en ontroerend.
Ik wil ook in de kringwinkel van Kate gaan werken! Liefde is voor losers is een geweldig debuut, ik hoop dat er nog vele Brueggemann’s mogen volgen!