De onmenselijkheid van honger - toen en nog steeds
“GRACE - Paul Lynch” ****
Hoewel ik niet de grootste fan van historische verhalen ben, nam ik in een opwelling dit boek mee uit de bibliotheek. De lyrische stijl overweldigde me meteen en dat zou zo blijven, meestal in positieve zin, maar soms zat mijn keel te vol van al die woorden die ik moest doorslikken zonder tussenin naar lucht te kunnen happen.
Een schrijnend verhaal over overleven, over mens zijn en on-mens (kunnen) worden, over hoop en schuld en boete. Over God en duivel en waarom het lot is wat het is.
“We kunnen de waarheid van deze wereld niet bevatten.”
Over honger naar eten, naar liefde, naar iets dat nog dieper gaat en misschien medemenselijkheid heet al noemen we het iets hogers.
Over meisje zijn en jongen moeten worden, over een kind dat te vroeg volwassen moet zijn en over de wereld van volwassenen die onherbergzaam is. Het is niet wie je wilde worden.
Over je thuis missen.
Over vrouw zijn in een mannenwereld.
“Hoe kan het dat een man over je ziel beschikt terwijl jij de baas bent over je eigen lichaam” – en zelfs dat laatste vaak ternauwernood.
Over dag na dag proberen om jezelf niet kwijt te raken en na een lange reis, die ook de reis naar binnen en van vergeven is, eindelijk terug thuis te komen.
“De klank van je eigen naam is alsof je in een bekende rivier stapt. Nu kun je jezelf weer zijn.’
De lyrische taal is zowel zegen als vloek, ze maakte dat ik sneller ging lezen omdat het verhaal er zeker in het midden wat in verdronk. Naar het slot toe was ik wel weer helemaal mee.
Wat buiten twijfel prachtig is zijn de dialogen met haar broer die haar alter ego wordt, de gezel in de eenzaamheid; beschermheilige, geweten en partner in crime.
En de beklemmende passage als ze op sterven na dood is, ontmenselijkt door de honger en de taaie wil om desondanks in leven te blijven.
“Het is een vreemd gevoel om te leven.”