Een vertelling over een jonge Perzische vrouw in de 17° eeuw.
In
de 17° eeuw werd alles beslist door mannen. Vrouwen dienden voor de
kinderen en het huisgezin te zorgen en hadden geen rechten. Dat was
ook het geval in Perzië (het huidige Iran) dat niet allen bekend
was voor zijn prachtige tapijten maar ook voor zijn vertellingen. En
over dit alles werd een mooie vertelling geschreven.
De
hoofdpersoon is een 14 jarig meisje wiens vader overlijdt. Daar er
geen bruidsschat is, kan ze niet huwen en wordt ze gedwongen om te
gaan inwonen bij een oom. Ze kan zich niet schikken in de
onderdanige rol die van haar verwacht wordt maar wil tapijten
ontwerpen en maken.
De
schrijfster laat de hoofdpersoon haar wedervaren vertellen en
verweeft hier verschillende traditionele verhalen tussen die het
leven in die tijd in Perzië moeten inkleuren. Diverse elementen
zijn historisch juist, maar het is geen historische roman, de
vertelling staat centraal, het levensverhaal van een jonge vrouw, het
sprookje, de betovering, de sfeer.
Het
is een vertelling over een jonge vrouw die niet onderdanig wil zijn,
die op zoek gaat naar de zin van haar leven, het is het verhaal over
het verschil tussen de hoge en de lagere klasse in die tijd, een
verhaal over ontluikende seksualiteit en vriendschap, een vertelling
over volwassen worden, over mislukkingen, vergeving en volharding.
Het is een sprookje, misschien ook niet.
Laat u meevoeren in dit verhaal, het aanvoelen is even belangrijk dan de tekst zelf.
Dit boek is bijna 20 jaar geleden geschreven, maar wordt niet oud. Het leeft, het bruist, als een kleurrijk tapijt.
Synopsis
Een arm meisje uit het 17e eeuwse Perzië ontwikkelt zich tot een succesvol tapijtontwerpster