Een klein eiland, de grote wereld
Iedere lezer komt wel eens een boek tegen waarin alles rijmt, waarin hij alles terugvindt wat belangrijk is, jazeker, ik had helemaal prijs met dit boek.
De setting: Een piepklein eiland voor de Westkust van Ierland, amper bevolkt.
De eilanders: zij die overblijven, hebben allen familie of kennissen die omkwamen bij de visvangst in de zee of die zijn weggetrokken naar betere oorden.
Een Engelse kunstschilder die de afzondering zoekt om te tekenen en te schilderen, maar met een dieperliggende motivatie.
Een Fransman die werkt aan zijn doctoraat over het Gaelic, een uitstervend dialect nog gesproken op het eiland. Werkt zijn drammerige verdediging van de dialecten of verliest hij zich in het eigen gelijk?
De auteur wisselt veelvuldig tussen verhalend proza en regels poëzie, gedachtestromen in bladzijdlange zinnen met enkel komma's als indeling en met journalistieke verslagen van de aanslagen en moordpartijen in Noord-Ierland.
Zij wisselt ook vaak van vertelperspectief wat het verhaal fris en monter houdt. Het is ook opmerkelijk hoe zij verspringt van persoon op persoon, wat de lezer een goede inkijk geeft in de motieven van de personages.
Veel lagen in deze roman: Ierland tegenover Engeland, burgeroorlog in Noor-Ierland, kolonisatie, inburgering van vreemdelingen, maatschappelijke positie van de taal, toekomst van minderheden, best veel, maar toch evenwichtig gebracht.
Ook best veel info over alles wat te maken heeft met de schilderkunst, vooral het vangen van het juiste licht op het doek is mooi beschreven.
Misschien wel de belangrijkste troef: dit verhaal is boeiend, leest vlot, ook al worden er geen misdaden gepleegd, toch wordt er een onderhuidse spanning opgebouwd en lees je de laatste bladzijden met ingehouden adem.
Ik kan dit boek niet genoeg aanbevelen, Audrey Magee samen met vertaalster Lette Vos leveren pure kunst af.
Synopsis
Een Engelse schilder en een Frans linguïst wonen samen met 92 bewoners op een klein Iers eiland.